Triest wandelde hij over de bladeren die de grond bedekte. Ze bedekte de aarde en ook de plek waar Mistflare was gestorven. Black wou wegrennen maar kon het simpelweg niet. Dat zou een teken van zwakheid zijn. Hij moest de confrontatie met zijn eigen verdriet aangaan. Die stomme rogue ook, als zij er niet was geweest leefde ze nog. Boos boorde hij zijn klauwen in de grond en plofte neer. Nu was het enige wat hij nog had een kitten. Rudekit, meer was er niet in zijn leven. Toch weigerde hij zwakte te tonen. Iedere dag stond hij weer op om alles wat gedaan moest woorden te doen. Om iedere avond te slapen met een hol gevoel in zijn maag. Niet van de honger maar omdat hij eindelijk tijd had om te denken aan zijn vreselijke leven. Daarom haatte hij de nacht, meestal sliep de zwarte kater niet eens. Ook vandaag was hij weggevlucht en zat nu hier, alleen. Zo moest het ook blijven.