Voor het eerst raakten zijn pootjes het zachte mos. Al snel volgden zijn broertjes en zusjes. Enkelen kwamen dood uit de baarmoeder van zijn moeder. Zijn vader had gezegd dat hij ging jagen, Maar in plaats van jagen maakte hij dat hij wegkwam. Hij was vader geworden en kon dit niet aan, Hij wou nog geen vader zijn. Een schurende tong begon over hem heen te wrijven. Uit irritatie begon hij te piepen. Meteen hield de tong op en werd hij tegen de zachte haren van zijn eigen moeder neergelegt. Meteen zocht hij naar eten, Alsof hij dit al zo vaak had gedaan. Hij was blind, Nog niks horen en niks ruiken. Hij had geen idee wat er om hem heen gebeurde, Hij wist niet eens dat hij broertjes en zusjes had. Zijn moeder keek trots naar hem, Ze noemde hem Paintedkit. Natuurlijk was hij geen gekleurde kat, Hij was namelijk rood. Nee, Zijn moeder noemde hem zo omdat ze vanaf deze dag al wist dat zijn karakter vol met kleuren zat. Nadat hij zijn buikje vol had gegeten rolde hij zichzelf op en legde zijn kopje op het zachte mos. Een kater, Die toen nog de leider was van de clan, stapte de den binnen en keek zijn moeder trots aan. Ze had prachtige kittens gebaard, Okal waren er 3 van de 5 gestorven. De 2 nog levende kittens waren prachtig. Al snel volgde Firelock, Die ontdekt had dat zijn vader, Raindrop , De benen had genomen en het gebied uit was gerend. Zijn moeder schrok er van, Haar grote liefde was weggegaan. Al snel werd hij groter en groter, Zijn ogen openden zich en zijn oren en neus begonnen te werken. Zijn kleuren werden nu geheel zichtbaar. Hij was een prachtige kater die trots uit zijn ogen keek. Firelock, Die het vaderschap had overgenomen, Had hij beloofd ooit zijn mentor te worden.
Paintedpaw lag rustig in de warriorden, Het was middernacht. De hele clan lag te slapen. De droom die hij had, Was zijn leven die hij gehad had. Zijn echte leven, Zijn hele geschiedenis zag hij voorzich. Hij zag alles. Opeens stond hij op. Een kleine piep volgde. Hij liep rechtdoor. Alsof hij net kon lopen, Een beetje waggelend. Eenmaal uit de den maakte hij een scherpe bocht. Nu raakte hij dichtbij de ingang van de leader den.
Zijn pootjes bewogen zich snel over de grond, Voor hem rende een konijn. Hij hoorde de hartslag van het dier, Het was bang voor de dood. "En nu?" Zei hij een beetje onzeker. Zijn mentor Firelock rende naast hem en legde hem uit hoe hij moest jagen. "Sneller rennen! En dan het konijn grijpen met je tanden, Doe het snel, VOordat het weg is" Even richtte hij zijn blik op Firelock. Firelock keek hij aan en knikte dan naar het konijn. Oh ja, Hij moest opletten op zijn prooi. Meteen keek hij weer voor zich. Naar waar het konijn was. Huh? Het was er niet meer. Teleurgestelt stopte hiji en keek hij om zich heen. "Maakt niks uit joch, Je kunt het veel beter dan ik toen ik zo oud als jou was." Had Firelock gezegd. Dit gaf hem genoeg moed om door te gaan. "Zeg Firelock..Hoe..Doe je dat eigenlijk? Hoe jaag je een Rogue uit het gebied?" Vragen keek hij Firelock aan. Deze keek voor zich uit. Het was tijd voor de grote uitleg, De uitleg hoe hij het territorium kon bewaken. Na enkele manen te hebben geoefend gingen ze voor de zoveelste keer op patrouille. Samen met Firelock liep hij druk praten langs de grenslijn. Opeens sprong er een rogue uit de bossen en duwde hem tegen de grond. Hij schrok ervan en wou terug vechten. Maar voordat hij iets kon doen greep deze hem bij zijn keel en begon zijn ademhaling te stoppen. Opeens zag hij zijn, kort maar goede, leven voor zich. In een flits gebeurde het allemaal. Hij zag het heldere licht en dan..Opeens een knal. Hij kwam weer terug op de echte wereld en sprong meteen op. Firelock was bezig aan een gevecht met de rogue. Tot zijn spijt was de rogue sterker en duwde Firelock tegen de grond en beet deze .. dood.
Al rennend kwam hij de den in. "Firelock! NEE!" Duststar wist zelf ook dat Firelock ooit zijn mentor / vader geweest was. Deze was toen nog de deputy van de clan. Voordat hij verder kon dromen botste hij tegen een steen aan en viel hij tegen de grond op. Hier bleef hij liggen. Niet rustig maar onrustig.