25
| |
| Onderwerp: . BURNINGFIRE . za 26 maa 2011 - 23:28 | |
| . BURNINGFIRE .I will create my own happiness NAAM: Burningfire VORIGE NAMEN: Burningpaw, Burningkit LEEFTIJD: 14 manen GESLACHT: Tom GEAARDHEID: Hetero RAS: Europese korthaar SEASON BORN: Zomer . APPEARANCE VACHTKLEUR: Bleekoranje VACHTPATROON: Bleekoranje met donkere oranje strepen VACHTLENGTE: kort OOGKLEUR: Groen LICHAAMSBOUW: Slank NEUS: Roze . CHARACTER Burningfire is niet echt een kater van veel woorden. Hij houdt het altijd bij korte zinnetjes, geeft nooit een uitgebreide uitleg. Maar hij praat dan ook zelden tegen anderen. Verder houdt hij alles voor zichzelf, zijn verleden, zijn emoties. Alles. Hij is zo gesloten als maar kan. Soms kan hij wel fel reageren, omdat hij vindt dat hij zo snel mogelijk weg moet omdat hij te veel loslaat. Hij heeft een nogal ingewikkeld karakter. Hij lijkt zo afstandelijk als wat, maar tegelijkertijd zorgt zijn houding er ook voor dat hij anderen aantrekt. Hij heeft iets mysterieus over zich heen, en tegelijk schemert er altijd een enkele emotie door zijn doffe ogen; diep verdriet. Maar alsnog ontkent de kater alles. Zal ook nooit iemand genoeg vertrouwen om hem of haar iets te laten zien van hoe hij zich voelt, noch te vertellen waarom.. HISTORY Burningkit zijn moeder overleed wanneer zij haar eerste nestje wierp. Ze was doodgegaan aan bloedverlies. In het begin was haar al verteld dat ze het niet aan zou kunnen, maar ze negeerde de Medicine cat. Ze wou zo graag kits hebben, voor zichzelf en voor haar partner. Ook kon ze het niet meer verdragen om maar toe te kijken naar hoe al de andere Queens hun kits konden zien opgroeien. En zij verdoemd was om nooit ouder te worden. Maar ze had niet verwacht dat ze zo snel eraan zou sterven. Er moest dus iemand anders voor de kits zorgen. Er was maar een Queen, maar deze weigerde. Hij was alleen met zijn zusje, en niemand zou voor hun kunnen zorgen. De reden waarom de Queen weigerde was omdat ze te weinig melk had voor haar eigen kits. Ze had een nestje gehad van wel vier kits, wat best veel is. Het duurde zo lang voordat ze eindelijk instemde dat Burningfire zijn zusje al was overleden; Lilykit. Het is maar goed dat hij niet veel van haar weet, want anders zou hij daar ook nog steeds meezitten. Je zou nu vast denken dat daarna alles goed kwam. Maar dat was niet zo. Zijn vader was een emotioneel wrak, en het duurde niet lang of de kater verdween voorgoed. Burningkit had tegen die tijd al een hechte band met de kater opgebouwd; hij was zijn enige overlevende familielid. Maar hij liet hem in de steek. De Queen die voor hem zorgde veranderde haar gedrag niet, deed nog steeds afstandelijk en kil tegen hem.
Met zijn groene ogen keek hij om zich heen. Zag de anderen. Waarom weken hun kleuren zo van elkaar af?... Hij was de enige roodkleurige. En zijn vader was zwart, dus kon het niet zo zijn dat hij het van hem had geërfd. Waarom was hij anders? Hij keek naar zijn pleegmoeder, maar in deze tijd had hij nog niet kunnen weten dat ze niet zijn biologische moeder was. Ze keek hem met tot spleetjes geknepen ogen aan. Ongemakkelijk wendde hij zijn blik af. ‘Heb je papa misschien gezien?’ Een spottende lach was de enige reactie. Vragend en onbegrijpend keek hij de poes aan. ‘Jij snapt ook niets hé? Dom beestje dat je bent. Je vader is weg. En zal ook nooit meer terugkomen. Het is maar een kwestie van tijd voordat jij ook zal verdwijnen, net zoals hem. Jullie zijn allemaal hetzelfde, koppig en nutteloos.’ Zijn ogen werden groter. ‘H-Hoe bedoel je?’ stamelde hij onbegrijpend. ‘Ach, het heeft nu toch geen zin meer dingen te verzwijgen: Ik ben je biologische moeder niet, enkel je pleegmoeder. En meer zal ik ook niet worden. Het enige wat mij is opgedragen is je in leven houden, je voeden. Maar van je houden zal ik nooit te nimmer doen.’ Tranen prikten in zijn ogen. Maar haat borrelde ook in hem op. Eindelijk was eindelijk opgehelderd. Daarom had ze altijd zo afstandelijk tegen hem gedaan, en zoveel van die anderen gehouden en niet van hem. Daarom kon zijn vader haar niet liefdevol, maar enkel bedankt aankijken. ‘Maar waarom zal ik dan verdwijnen?’ Weer die spottende lach. ‘Omdat je net zo wordt als je vader… Een emotioneel wrak dat geen nut meer zal hebben voor de clan,’ siste ze enkel. De minachting was niet te missen die ze uitstraalde.
Na die dag veranderde de kitten helemaal. Hij was niet meer zo nieuwsgierig en zorgeloos als een normale kitten. Hij was stil, deed niets. Het enige wat hij deed was de hele dag liggen, verdrinken in zijn eigen verdriet. Hij durfde niet te huilen, omdat hij dan weer die blikken op zich kreeg gericht. Geen blikken van medelijden, maar van minachting. Zelfs de andere kits waarmee hij was opgegroeid vertoonde nu hetzelfde gedrag tegenover hem als hun moeder. Hij werd buitengesloten. Zelfs wanneer hij Apprentice werd veranderde er niets. Behalve dat hij een mentor had die zag wat er aan de hand was, deze toonde wel medeleven. Hij wist alleen maar gedeelte wat er speelde bij de kitten; wist niet van het incident tussen hem en zijn pleegmoeder. Hij realiseerde zich wel dat er meer moest spelen; want een Apprentice hoorde dat soort dingen te vergeten tijdens trainingen. Vanwege opwinding. Maar Burningpaw was nooit opgewonden, liet zijn hoofd altijd naar beneden hangen. En zijn ogen straalden nooit. Dus besloot hij te proberen los te peuteren bij zijn Apprentice wat er mis was, want misschien kon hij wel helpen.
Weer hing zijn hoofd, staarden zijn groene ogen in het niets en waren ze dof. Hij voelde de bezorgde blik van zijn mentor in zijn vacht prikken. Hij had geen medelijden nodig. Geen hulp. Hij kon het alleen wel af. Anderen mochten hem toch niet, sloten hem buiten. ‘Zeg, Burningpaw… Zit je er nog erg mee dat je vader er niet meer is?’ De jonge kater snoof, maar gaf geen antwoord. ‘Burningpaw, ben je daar?’ Hij keek zijdelings naar zijn mentor. ‘Ja,’ mompelde hij zachtjes. ‘Weet je niet wat je moet zeggen?’ Hij scheurde zijn blik weer van hem af. ‘Nee.’ Hij hoorde een zucht, maar het deerde hem niet. Hoe vaak had hij nu al dit soort gesprekjes gehad. ‘Mag ik je antwoord dan misschien weten?’ Burningpaw rende simpelweg langs zijn mentor en bleef doorrennen. ‘We moeten opschieten, het is al laat,’ miauwde hij als excuus voor zijn reactie. Hij hoorde hoe hij werd ingehaald en niet meer gevolgd werd, maar zelf iemand begon te volgen. Voor de kamp ingang blokkeerde zijn mentor zijn weg. ‘Ik snap dat je het moeilijk vind, maar dit is niet de goede manier om ermee om te gaan. Je verdrinkt in je eigen verdriet… En ik wed dat je je vader vast weer terug wilt zien, en het is dan beter dat hij trots kan zijn op zijn zoon die dan een goede Warrior is geworden.’ Met een felle blik keek Burningpaw op. ‘Houd je mond over mijn vader!’ snauwde hij. ‘Ik heb geen hulp nodig!’ voegde hij er, nog steeds snauwend, aan toe. Hij liep langs zijn mentor, het kamp in. Hij wist dat hij niet meer ingehaald kon worden, dus zou hij niet meer aangesproken worden erover.
Na dat moment stopte zijn mentor met proberen los te peuteren met wat er was. Het had geen zin meer. Het speelde al te lang, hij zou hier waarschijnlijk zijn hele leven mee zitten. En dat was ook zo. Want zelfs tot vandaag zit hij er nog mee. Zelfs nu hij al twee maanden lang Warrior is, zit hij er nog mee. En waarschijnlijk zou hij dat mentale litteken altijd blijven dragen. |
|