Haar passen waren traag. Ze zwalkte een beetje en ze voelde zich licht in haar hoofd van het bloedverlies. Bij de gedachte aan de bloedende wond op haar buik voelde ze misselijkheid opkomen. Op haar wangen plakte een mengel van bloed en tranen, maar het viel niet zo op tegen haar zwarte vacht. Één ding wist ze heel zeker: dit nooit meer. Als er nog eens een rogue haar prooi kwam stelen dan had de clan pech, dan zou ze hem gewoon zijn gang laten gaan. Dit was het niet waard. Iedereen zag moed altijd als zo'n goede eigenschap, maar als dit het resultaat was, wat was er dan goed aan? Ze probeerde de blikken van de katten in het kamp, nieuwsgierig, bezorgd, te negeren en liep in een keer door naar de medicine cats den, hopend daar Brindlepool of Sparrowpaw te treffen. Ze wist niet wat ze zou doen als ze er allebei niet waren. Waarschijnlijk neerploffen en huilen en wachten tot ze vanzelf naar haar toe kwamen.
+Brindlepool of Sparrowpaw