Het was een normale ochtend. Tenminste dat vond Thistlefrost. Hij was 's ochtends opgestaan, had wat van de prooistapel gepakt en gegeten. Had gezien dat de prooistapel niet op zijn hoogst was en had besloten om te gaan jagen of vissen of beiden, dat zou hij later wel bepalen. Hij was zonder goed op te letten naar de rivier gelopen. Gewoon op zijn automatische piloot. Hij had wel eens gehoord dat het voor stomme en doven makkelijker is om volledige stilte te begrijpen en te bereiken. Niet alleen om hen heen maar ook vanbinnen. Hij had het inmiddels aardig onder de knie gekregen en het was een trucje dat hij maar al te graag inzette. Het maakte hem zo kalm en rustig als het maar kon. Hij had inmiddels de rivier bereikt en zijn zintuigen kwamen weer op gang. Hij spitste zijn oren en keek goed om zich heen. Meteen had hij beet: een spreeuw zat een beetje dom te jagen op wormen en had geen oog voor de omgeving. Thistle sloop met een grote boog naar de buitenste rand van het riet en bleef daar stokstijf wachten. Vanaf hier kon hij net niet de sprong halen om dat beest te pakken, maar hij kon wel wachten tot de lunch vanzelf naar hem toe trippelde. Hij ging zonder een geluid liggen, klaar om op te springen als het eenmaal kon. Hij was volledig gefocused op de vogel, een andere prooi kon nu veilig over zijn rug lopen en hij zou het niet merken. Hij moest en zou die vogel te pakken krijgen. Het beest was druk bezig, nee wacht, het keek op. Verkeerde richting beest, je doder ligt hier. dacht hij. Het beest had ook door dat er niets was en ging weer gezellig verder met zijn leventje.
Opeens gebeurde het, vanuit een hoek die hij niet kon zien vloog er een andere kater op de vogel af, maar de vogel was te snel en vloog weg. Het beest was nog geen vossenstaart weg toen Thistlefrost uit een reflex omhoog sprong en het beest met zijn voorpoten te pakken kreeg. Hij duwde het tegen de grond en beet snel de keel door. Toen pas besefte hij dat die andere kat er nog was, hij snoof de geur: Indringer schoot door hem heen. Hij keek naar de schuldige: een wit met bruine tabby, waarschijnlijk jonger dan hem, misschien even oud. Niet een grote bedreiging. Hij keek naar de vogel en toen naar de kat die er nog een beetje teleurgesteld naar staarde. Hij glimlachte breed toen hij besefte wat er gebeurd was. Hij zette zijn poot op de vogel en keek hem speels uitdagend aan. Deze kater zag er niet uit als een bedreiging en anders kreeg hij hem wel weg.