Nathalie 4728 Afwezig "True leader don't create followers, they create more leaders"
"My silience could mean that you're not worth the argument"
| CAT'S PROFILEAge: I've lived for 51 moons, and live further for eternity in StarclanGender: She-cat ♀Rank: |
| Onderwerp: Destiny {Written by Nath} vr 25 jul 2014 - 23:27 | |
| Mijn fantasie is weer op hol geslagen; dit keer heb ik besloten het goed aan te pakken en het verhaal af te maken. Ik weet niet of ik het enkel bij de inleiding en hoofdstuk 1 hou op de site, of dat ik alle hoofdstukken ga plaatsen. Dit omdat ik het wat professioneler aan wil pakken, en niet wil dat het eventueel gestolen word. Vertrouw ik jullie wel, maar de mensen buiten WC niet. xD
Het verhaal heet Destiny, en gaat bestaan uit een trilogie.
Reacties, feedback, et cetera allemaal welkom! Maar onthoud; als ik lekker verhaal aan het schrijven ben, laat ik mijn vingers gewoon over het toetsenbord heen razen zonder dat ik me druk maak om spelling/grammatica (:
DESTINY Ashley Goldenleaf is een meisje van zestien en woont in een havenstad in Engeland, genaamd Portsmouth. Zins ze is aangevallen door drie vampier mannen loopt ze gevaar. Zij heeft er voor gezorgd dat de hele mensheid weet van het bestaan van vampieren, waardoor de mensheid langzaam uitsterft doordat de vampieren hun vermoorden, of hen één van hun maakt, en dat is om te voorkomen dat de mensheid een manier zou vinden om de vampieren zelf af te maken. Ashley is toen ze twaalf was aangevallen door drie vampier mannen, één van de vampier mannen had haar bloed gedronken, waardoor speeksel van de vampier in haar bloed terecht is gekomen. En dat heeft haar een uitzonderlijk sterk mens gemaakt. De vampieren doen er daarom ook alles aan om haar in hun macht te krijgen, en haar één van hun te maken, waar door zij wel eens de sterkste vampier zou kunnen worden, als het de vampieren lukt.
- Inleiding:
22 Oktober Dear Diary, Alles is nu zo raar. Zins de mensheid uit sterft, en bijna mijn hele familie dood is, op mijn twee broers na, Marc en Silvio, voel ik me raar. Ik weet dat alles mijn schuld is. Ik had nooit naar de politie moeten gaan toen ze mij hadden aangevallen. Ik had beter moeten weten. En nu draag ik hun bloed, ook al ben ik niet één van hun. Ik kan niet meer veilig over straat, niemand, maar ik in het bijzonder. Was alles maar gewoon weer zoals vroeger, vier jaar terug. Toen ik nog twaalf was, voor ik gebeten werd. Had ik me toen dan toch maar ziek gemeld voor avond school. Dan was dit alles waarschijnlijk nooit gebeurd.
Ahsley Goldenleaf ging op de rand van haar bed zitten en legde met een zucht haar dagboek aan de kant. Het bleef een pijnlijk besef met wat er gebeurd was. Vampiers bestonden, de hele mensheid wist het, en daar door begon de mensheid nu uit te sterven. Er waren nu zelfs nog meer tijgers (alle soorten bij elkaar) dan mensen, tenminste tot zo ver zij wist. De rest waren vampieren. Zij en haar broers waren de enige die over waren van haar familie, Marc Goldenleaf en Silvio Goldenleaf. Ze stond op en liep naar haar raam. Ze staarde er uit en zag hoe de zon onder begon te gaan, ze schoof haar gordijnen dicht, zodat niemand, zelfs geen vampieren naar binnen konden kijken. Zo lang de vampieren niet wisten dat zij hier woonde, was ze veilig. De vampieren wouden haar namelijk in hun macht, en waarom? Om dat zij zelf half vampier was. En dat kwam door wat er gebeurd was.
Ashley was twaalf jaar toen ze terug naar huis liep van avond school. Ze liep door een steeg toen er twee mannen voor haar verschenen. De twee mannen waren ongeveer rond de dertig/vijfendertig geweest. Ze hielden haar tegen. Toen ze zich om wou draaien om weg te rennen, stond daar een andere jongere man, van ongeveer achttien jaar. Ashley had geen kant uit gekund. De twee mannen hadden haar vast gegrepen toen de jongere man op haar af kwam. Toen hij dichter bij was gekomen, had Ashley kunnen zien hoe bleek hij was. Zijn ogen hadden rood op gegloeid toen hij naar voren boog, op dat moment had hij gegrijnsd en waren zijn tanden tevoorschijn gekomen waar onder twee abnormale scherpe lange hoektanden. Hij was een vampier, en had haar gebeten. Ze wist niet hoe, maar Ashley had zich zelf weten te bevrijden, maar door de beet was er wel speeksel van een vampier haar bloed binnen gedrongen, en dat had haar tot half vampier gemaakt. Door wat er was gebeurd was Ashley meteen naar de politie gegaan, ze hadden haar in eerste instantie niet geloofd, tot ze haar nek hadden gezien, en die hadden kunnen vergelijken met verscheidene moorden. Zins dien was bekend dat vampieren geen fantasie monsters waren, maar bestaande monsters. Vele vampieren hadden haar dat kwalijk genomen, en wouden naar haar op zoek om haar één van hen te maken, of bruut te vermoorden. De gene die haar één van hen wouden maken, wouden dat niet alleen uit wraak, maar ook omdat dat haar een extra sterke vampier zou maken, omdat ze nu als half vampier al verscheidene krachten had. Ze was bijna net zo snel als een normale vampier, enkel kon ze niet 'flitsten' zoals zij dat noemden, door middel van een beweging ergens anders daar in de buurt terecht komen, zoals in eens op de hoogste tak van een boom verschijnen. Ook was ze bijna net zo sterk als een vampier, in dingen tillen, weg duwen, en zo voort. Maar ze kon wel gewoon daglicht verdragen, zoals vampieren zelf niet konden, en ze kon ook geen elementen besturen, zoals vampieren ook konden, behalve vuur, dat konden vampieren niet, omdat dat iets was wat hun kon vermoorden. Ook had ze geen dwanggedachten, iemand onder dwang houden door middel van gedachten te gebruiken, waar mee je ook iemand dingen kon laten geloven die niet waren gebeurd, of dingen verdraaien, zodat het helemaal anders was, of iemand dingen laten vergeten. Wel had ze goede zintuigen, ze kon heel goed kijken, en verder dan normale mensen, en haar vielen veel meer details op. Ze kon dingen beter en sneller horen dan normale mensen, ze kon iemand sneller horen aan komen, en een spelt horen vallen kostte haar ook niet veel inspanning. Ook kon ze dingen beter reuken dan normale mensen, haar reuk zintuig was bijna net zo goed als die van een hond. Haar voel zintuig was ook heel goed, ze kon de trillingen in de grond voelen van iemand die in de buurt was en liep, ze kon warmte ook goed voelen, iemand hoefde haar nog niet aan te raken, of ze kon zijn of haar lichaams warmte al voelen. Als Ashley een vampier zou worden, zou zij die krachten ook krijgen, en zouden haar huidige krachten zich versterken, waar door zij één van de sterkste en krachtigste vampieren zou worden, en dat was wat vele vampieren kolonies maar al te graag in hun macht wouden. Er waren namelijk niet veel van dat soort vampieren. Wel waren er wel vele half vampieren, zoals Ashley, enkel waren die niet bekend. Wat ze wel wist, dat die half vampieren vaak vampier jagers waren. Mensen die hun krachten gebruikten om vampieren om het leven te brengen. En dat kon weer op maar een paar manieren, door ze neer te steken met een houten of silveren staak, door ze helemaal in de fik te steken, of te onthoofden. Omdat vele normale mensen niet snel of sterk genoeg zijn om dat voor elkaar te krijgen, deden de meeste half vampieren dat. Enkel wou Ashley zo min mogelijk met vampieren te maken hebben. En omdat ze er nog niet zo lang achter was dat ze die krachten in bezit had, was ze nog een makkelijke prooi voor vampieren, om haar één van hen te maken.
Ze knipperde haar licht uit, en kroop in haar bed. Ze sloot haar ogen en viel in een diepe slaap. Ze kon niet lang slapen, want na vier uren geslapen te hebben, was ze al helemaal uit geslapen. Het was nu drie uur midden in de nacht. Ze ging recht op in bed zitten en keek om zich heen. Het was nog steeds raar dat ze goed kon zien in het donker, want ze kon wel zien dat het donker was, maar ze kon ook dingen zien in het donker, ze zou makkelijk kunnen lezen in het pikkedonker. Ze wist zelf nog steeds niet wat ze er precies van denken moest. Aan de ene kant was ze er blij mee, en trots op, en liet het haar speciaal voelen, gezien ze in haar verleden nooit speciaal was geweest. Maar aan de andere kant beangstigde dit haar. Het voelde slecht, en ook omdat ze nu ook bedreigd werd. Ze stond op uit haar bed en deed kleedde zich al vast om. Ze pakte een normale zwarte spijkerbroek, en trok een lang zwart t-shirt aan met een blauw/donkerblauw geruit vest er over heen. Ze trok haar zwarte laarzen aan en liep naar haar bureau waar haar tekenblok lag. Ze klapte haar tekenblok op en staarde naar de eerste tekening die in beeld kwam. Een tekening van een knappe lange jonge man met donker bruin half lang haar, en diepe donker blauwe ogen, en strakke kaak lijnen. Hij was de jongen die haar gebeten had. Die haar had gemaakt tot wat ze nu was. En ondanks dat ze hem toen alleen had gezien, droomde ze over hem, had ze nachtmerries over hem, en tekende ze hem, zonder dat ze er bewust over na dacht. “Wat doe jij in mijn hoofd...” fluisterde ze zacht terwijl ze verder bladerde in haar tekenblok. De rest van haar tekeningen bestonden voor al uit dieren, katten, leeuwen, tijgers, wolven, adelaars. Ze klapte haar tekenblok dicht, en op dat moment werd er ook op haar slaapkamer duur gebonsd. “Ash! Pak je belangrijke spullen, we moeten maken dat we weg komen!” Het was de stem van haar oudste broer, Silvio. Ashley voelde haar maag omdraaien van zenuwen. Ze pakte haar rugtas en stopte haar tekenblok en doosje schets potloden er in. Ze pakte twee broeken, drie shirtjes, en nog een extra vest. Ze trok haar jas aan, en net toen ze haar slaapkamer uit wou lopen zag ze haar favoriete knuffel liggen met daar naast haar dagboek. Nee, die kon ze niet achterlaten. Ze rende naar haar bed en pakte haar knuffel en dagboek en stopte die ook in haar rugtas, waarna ze meteen haar rugtas dicht ritste. Ze slingerde haar rugtas op haar rug en rende vlug van de trap af. Silvio en Marc stonden al klaar. “Kom, we moeten snel zijn!” Siste Marc terwijl hij de duur open gooide. Ze rende naar de auto, een oude BMW met een duik in de motorkap en in de rechter achter duur. Silvio en Marc gingen voorin zitten, Ashley achterin. Ze sloeg de duur dicht. “We kunnen,” zei ze direct. Silvio startte de motor, en ze raceten er van door. Ashley keek door de achterraam met een brok in haar keel. Mijn schuld... Ging er droevig door haar hoofd heen. Ze zag drie mannelijke schimmen in de verte bij haar huis staan, twee van de mannen wouden net naar binnen gaan, tot de langste van de drie naar de auto wees. Meteen lastte de mannen een achtervolging in. “We moeten sneller,” siste ze. Silvio lied het gaspedaal meer los, waar door ze nog sneller gingen. Ze schoten een zij straat in en reden door. “Waar moeten we nu naar toe?” Vroeg ze meer aan zich zelf dan aan haar broers. “We gaan naar Oma's oude huis,” vertelde Marc. Oma's oude huis. Die kon ze zich nog wel herinneren. Die lag het meest ten zuiden van Portmouth, waarschijnlijk net buiten Portsmouth, in niemands land, heel erg afgelegen, en moeilijk te vinden. Daar waren hele hoge heuvels en daar midden in was het oude huis van haar Oma. Meer een kleine oude kasteel uit de middeleeuwen dan een huis, naar haar mening. Ze wist nog wel hoe eng ze het altijd had gevonden om bij haar Oma te gaan logeren. Gewoon omdat ze het huis altijd wel eng had gevonden.
Toen ze daar aan kwamen, zag ze dat het huis er enkel op achter uit was gegaan. Het leek nu wel op een oud huis uit een eerste klasse horror film. Of een typische victoriaans oud vampieren kasteel. Ze stapte de auto uit en huiverde, er hing hier echt een sfeer die haar niet beviel. “Voorlopig moeten we onze dagen hier maar gaan door brengen.” Ashley keek Marc aan met samen knepen ogen. “Ik kan nu ook maar beter afscheid gaan nemen van m'n maximaal vier uurtjes goede nachtrust,” murmelde ze. Silvio kon het niet laten een lachje te laten horen. Ashley schudde met haar hoofd en volgde haar broers richting het huis, of beter gezegd kasteeltje. “Zeker weten dat het hier veilig is?” Vroeg ze een tikkeltje zenuwachtig en nerveus. “Ja, natuurlijk,” zei Silvio. “Maar weinig mensen, óf vampiers weten van deze plek af. Het is zo afgelegen,” vervolgde Marc. Ashley knikte voorzichtig. Silvio haalde een langwerpige gouden sleutel naar voren, en stak die in het slot, met een klik draaide hij de sleutel om, en krakend ging de deur op een kier. “Welcome in the castle of dracula!” Sprak Silvio op een overdreven bekakt Londens accent. Marc grinnikte en liep als eerste naar binnen. “Na U, M'dam,” vervolgde Silvio nog net zo bekakt, met een zwaai van zijn hand er achteraan. Hij kon het zo goed, Ashley twijfelde wel eens aan zijn geaardheid. Ashley liep naar binnen, en haar beangstigende voorgevoel werd als maar erger, ze werd er misselijk van. Ze merkte aan Marc dat hij het ook benauwd krijg, ondanks zijn sterke poker-face. Het zelfde gold voor haar altijd zelfverzekerde grote broer Silvio die de duur achter hun dicht deden. Het werd donker in de gang, en verder op zag Ashley een lichtschakelaar. Ze hoopte dat die het deed, en liep er langzaam op af. Uit een zij gangetje aan de linkerkant van haar hoorde ze een geklik. Ze keek langzaam op zij, en zag toen een geweer op haar gericht. “Wie zijn jullie, en wat doen jullie hier!
- Hoofdstuk 1:
Totaal verstijfd keek Ashley recht in het geweer. Langzaam gleed haar blik op zij, langs het geweer heen, en zag ze een oude vrouw. Een oude vrouw? “Rustig maar, mevrouw, ik, eh, wij doen U niks,” prevelde ze benauwd. Ze had geen zin in een kogel door haar kop heen. Ze mocht dan half vampier zijn, ze was niet onsterfelijk. “Wie zijn jullie?” Vroeg ze op een hese toon van ouderdom. Maar de angst, en dreiging in haar stem was onmisbaar. “I-ik ben Ashley... Ashley Goldenleaf... We... We zijn mensen,” vervolgde ze op een trillende, maar kalme toon. De vrouw deed haar geweest langzaam omlaag. “En dan zijn dat zeker Marc en Silvio Goldenleaf,” was wat ze achterdochtig antwoordde. Ashley knikte en deed voorzichtig een stap naar achteren. “We zijn gevlucht voor ze,” zei Marc beheerst. “Wie bent U?” Vroeg Silvio toen met samen geknepen ogen van achterdocht. “Maria Davidson...” antwoordde ze op zachte toon. Ashley, Silvio en Marc wierpen elkaar om de buurt een bedenkelijke blik toe. “Oma...” fluisterde Ashley ongeloofwaardig. “Hoe?” Wist ze enkel uit te brengen. “Ik heb me schuil gehouden in de kelders,” legde Maria uit. “Kom mee, dit licht doet het niet,” zei ze. Ze haalde een kandelaar naar voren en stak het kaarsje aan. Ashley keek Silvio aan, om er zeker van te zijn dat hij er mee akkoord ging. Ze luisterde naar hem, om dat hij tot nu toe altijd de goede keuzes had weten te maken. De kandelaar gaf niet veel licht, maar genoeg om te zien hoe eng het huis was. Er hingen schilderijen van verschillende vorsten aan de muren van de gangen, oude muur kandelaars versierd met allerlei kronkels waren ook te zien, en hier en daar hingen oude lampen in het plafond. Het licht van de kandelaar in Maria's handen bracht een duister licht in de gang, wat de schaduwen van alles extra zichtbaar maakte, wat de sfeer nog enger maakte. Ze liepen een trap naar beneden af, en Ashley bekeek alles nauwkeurig, op zoek naar mogelijke bedreigingen. Al twee jaar lang had ze geloofd dat haar Oma ook overleden was. Dus ze kon gewoon niet geloven dat dit werkelijk haar Oma was. Haar Oma had een andere achternaam, mede omdat ze was gescheiden van haar Opa, Chriss Goldenleaf. Chriss Goldenleaf was jaren terug gescheiden van haar Oma, omdat hij altijd al vermoedens had dat haar Oma vreemd was gegaan, wat verkeerde vermoedens waren geweest. Na dat ze waren gescheiden, had haar Opa zelfmoord gepleegd. Een grote schok voor de hele familie natuurlijk. “Waarom zijn jullie gevlucht?” Vroeg haar Oma. Ashley had die vraag niet echt aan zien komen, omdat de reden vampiers voor de hand lag. Maar blijkbaar zocht Maria er meer achter. “Omdat ze mij willen vermoorden...” vertelde ze met neer geslagen ogen. “De vampiers willen iedereen vermoorden, waarom jíj in het bijzonder?” Drong Maria aan. Ashley ontweek haar blik. Zou haar Oma haar wantrouwen als ze zou vertellen dat ze half vampier was? “Omdat...” ze klapte dicht. Ze wierp een paniekerige blik op haar twee broers. Zwijgend liepen ze even verder, tot ze in de kelderkamer kwamen. Er stonden daar twee tweepersoons bedden, en één eenpersoons bed. Ze vroeg zich af waarom er zo veel bedden stonden. “Vroeger werd deze kamer gebruikt voor de onderduikers in de Tweede Wereld Oorlog,” legde haar Oma uit zonder dat ze het had hoeven te vragen. “Ik verwachtte dat je daar naar zou vragen,” vervolgde haar Oma. Ashley glimlachte onzeker. Oma ging op de rand zitten van de linker tweepersoons bed. De linker tweepersoons bed stond tegen een muur aan met een kandelaar houder er boven, daar hoorde vast en zeker de kandelaar die haar Oma vast hield in. De eenpersoons bed stond tegen de muur waar de een andere duur in zat die vast leidde naar een andere kelderkamer. En aan de rechter wand stond de andere tweepersoons bed. “Maar vertel, Ashley, waarom willen ze jou in het speciaal vermoorden?” Ashley slikte. “Hij heeft me gebeten, zijn speeksel is mijn bloed binnen gedrongen, wat mij nu een half vampier maakt...” gooide ze er in één adem tuig uit. “Omdat ik een halfbloed ben bemachtig ik meerdere soorten krachten, ik ben sterker dan de normale mensen, ik ben sneller dan de normale mensen, ik zie extra goed in het donker, hoor ik dingen beter, en zijn mijn reuk en voel zintuigen ook beter, en ik ben na vier uren geslapen te hebben al helemaal uitgerust, en als zij mij één van hen zouden maken, zou ik nog sterker worden, zou ik hun krachten er bij krijgen, en zouden mijn huidige krachten zich nog meer versterken, omdat ik die niet meer als beginnende vampier zou moeten ontwikkelen, enkel zou ik ook nooit meer kunnen slapen” legde ze uit. Maria zweeg voor een lange drie seconden, als of ze het nog even moest laten bezinken wat Ashley zojuist had uitgelegd. Ze begreep het wel, het was niet niks. “Voor de rest ven je gewoon 'menselijk?' En voor de rest heb je geen vampieren behoeftes?” Maria had haar ogen wantrouwig samen geknepen, en dat gaf Ashley een onbehaaglijk onderbuik gevoel. “Voor de rest ben ik gewoon mens, ik ben enkel wat sterker en sneller, en dat maakt mij een stuk behendiger.” Maria knikte kort. “Je zou zo te horen een prima vampier jager kunnen worden, denk je ook niet?” Het leek als of Maria haar gedachten hard op uit sprak. Zelf had Ashley er ook al meerdere keren over na gedacht, om zich bij een vampier jager clan te voegen. Enkel hield iets in haar binnenste haar tegen, daarom had ze die keuze niet gemaakt. “Misschien,” mompelde ze. Ze gaapte. Ondanks dat ze normaal weinig slaap nodig had, was ze nu toch wel uit geput. “Blijkbaar ben je nog steeds niet helemaal uitgerust,” mompelde Maria. Ashley knikte. “Ook niet raar, je hebt je thuis achter moeten laten, en vervolgens lange uren stil moeten zitten in een auto, dat is ook vermoeiend,” reageerde Silvio er op terwijl hij zich uit rekte. Ashley keek naar Marc die zo te zien het eenpersoons bed had toegeëigend. “Het lijkt me ook beter als we nu met z'n allen gaan slapen,” stelde Silvio wijs voor. Fijn, nu kon Ashley zeker óf bij haar broer gaan slapen, of bij haar Oma die ze nauwelijks nog kende. Dan was eigenlijk de keuze toch wel snel gemaakt, bij haar broer slapen leek haar het veiligst. Morgen zou Ashley wel vragen waarom haar Oma niks van zich had laten horen, afgelopen drie en een halve jaar, want zo lang had ze gedacht dat ze dood was geweest. “Hé, schatje, kom je bij mij slapen?” Ashley draaide haar hoofd met een ruk om naar Silvio, met samen geknepen ogen. “Wáág het niet me 'schatje' te noemen, broer!” Siste ze terwijl ze in het rechter bed kroop met haar rug naar haar broer toe gericht. Aan de ene kant voelde het wel veilig om bij haar grote broer te slapen. Het was toch haar grote broer, en als klein meisje had ze altijd bij hem geslapen, nu voelde het enkel anders. Misschien kwam dat omdat ze nu toch wel ouder was, en hij ook, hij was nu tweeëntwintig jaar en zij was zestien. Bij Marc had ze als klein kind ook vaak geslapen, op de bank, daar had ze nog een schattige foto van, en met een schok besefte ze dat ze haar foto's nog wel eens vergeten kon zijn. Ze haalde diep adem en wist dat ze het maar beter los kon laten. Ze sloot haar ogen, en viel al snel in slaap. Ik droomde. Ik droomde dat ik thuis was, in mijn eigen huis, enkel was ik alleen, tenminste, zo voelde het. Ik stond voor mijn bureau en daar lag mijn tekenblok, open, en de tekening van de jongen die mij gebeten had was zichtbaar. Ik staarde er wezenloos naar, en wist niet zo goed was ik denken moest. “Dus, je hebt me getekend, en niet één keer zo te zien.” Een ijzige rilling gleed over mijn ruggengraat heen. Ik kon me niet omdraaien om te zien wie dat had gezegd. Enkel was het wel duidelijk, gezien hij had gezegd dat ik hém tekende. Ik wist niet wat hij deed, maar het tekenblok leek zich zelf door te bladeren naar een andere tekening van hem, en nog een keer, en nog een keer. En toen stond hij voor me. “Waarom?” Vroeg hij. “W-wie ben jij?” Vroeg ik angstig. “Ik vroeg jóú eerst wat, Ashley,” sprak hij sluw. “Waarom heb je míj getekend?” Herhaalde hij kil. Hij boog zich naar voren. “W-weet ik niet.” Hij lachte. “En nu de waarheid, Ashley,” siste hij. “Het gebeurde gewoon,” antwoordde ik met trillende stem. “Je liegt, wáárom?” Ik wist niet hoe hij er bij kwam dat ik loog, maar ik wist het echt niet. Tenminste, zo voelde het. Ik zweeg. “Ik bijt niet...” vervolgde hij. Wat best wel ironisch was. Want hij beet wel. “Je zit in m'n hoofd, en jou tekenen was de enige manier om je er uit te halen, voor enkele momenten,” antwoordde ik toen, niet wetend waar dat antwoord vandaan kwam. Het klonk wel logisch, en waarschijnlijk was het waar. Hij zette een grijns op, en toen verdween hij. En toen... Werd ze wakker. Silvio schudde aan haar schouder. Ashley opende haar ogen geschrokken en keek hem benauwd aan. “Je draaide en wiebelde als een malle in je slaap,” legde hij uit. Ze wist niet zo goed wat ze zeggen moest, dus besloot ze om ook maar niks te zeggen. Het was intussen ook ochtend, en toen Ashley de kamer bekeek zag ze dat haar Oma er niet meer was. “Waar is Oma?” Vroeg ze toen. Marc ging recht op zitten in zijn bed. “Ze zij dat ze ontbijt ging klaar maken,” vertelde hij. Ashley knikte en kroop het bed uit. Ze zag dat haar tas in een hoekje stond van de slaapkamer, met haar jas er naast. Ze haalde er een kleding setje uit, die bestond uit een simpele lange losse spijkerbroek, en een zwart hemt, en een dikke grijze vest met aan de binnen kant van de vest een lekkere zilverachtige nep-bond laag. “Ik ga douchen, voor Oma klaar is met het ontbijt.” Ze liep de kelder kamer uit een trap omhoog. Door de geluiden die Maria maakte wist Ashley gemakkelijk de keuken te vinden. Ze gluurde door de deuropening heen en zag daar Maria staan, ze was scones aan het maken. Het verbaasde dat Maria het voor elkaar kreeg zo'n luxe ontbijt wist te maken, in deze nare tijden. “Ik weet dat je daar staat, Ash,” zei haar Oma op een nuchtere toon. Verbaasd kwam ze de keuken binnen gelopen. “Lekker ontbijt,” zei Ashley met een blik op het ontbijt gericht. “Waarom zo veel?” Vroeg ze, er stonden al twee borden vol met allemaal scones, ze was nu met het derde bord bezig, dat was ook iets wat Ashley helemaal verbaasde. Daarnaast stond een dienblad vol met glaasjes sinaasappelsap. “Dat zie je zo. Ik neem aan dat je wou vragen waar de badkamer is?” Vroeg ze. Ashley knikte wezenloos. “Links de gang door, vervolgens de derde duur naar rechts, de trap op, en dan de tweede duur links.” Ashley knikte, “dank U Oma,” zei ze. Ze liep de keuken uit en volgde de instructies die haar Oma haar had gegeven. En de instructies klopte. Ze opende de badkamer duur en zag een bad met een douche er in staan. Het was een best wel luxe bad, met een vier standen douche kop, en bubbel stand. Stiekem snakte Ashley er aan om gewoon een uur lekker in bad te liggen met bubbel stand aan, enkel was daar geen tijd voor, gezien het ontbijt zo ook klaar zou zijn. Ze trok haar kleding uit, en hing die over een handdoeken rekje. Ze haalde een schone handdoek uit het kastje en hing die naast haar kleding. Ze trok het douche gordijn om het bad heen en ging er in staan. Ze draaide de warm water knop aan en liet het warme water over haar lichaam heen spoelen. Het voelde goed, een warme douche, niet dat ze tijden niet gedoucht had. Maar het gaf een een ontspannen gevoel. Ze zag in een plastic mandje naast de douche kop een fles zeep staan en shampoo. Ze pakte de zeep en rook er aan. Het rook naar lavendel, ze spoot wat in haar handen en smeerde haar lichaam in. Daarna deed ze shampoo in haar haar, liet dat een minuut in trekken en spoelde zich daarna af. Ze bleef nog vijf minuten lekker ontspannen onder de douche staan, en draaide toen de kraan dicht.
Opgefrist en wel liep ze terug naar de keuken. Haar Oma had het ontbijt klaar, geroosterd brood, gekookte eitjes, bacon, scones, en sinaasappelsap. Zoveel, voor zo weinig? “Zeg, Ashley, wil jij de borden met het geroosterd brood mee nemen?” Dat waren drie borden, haar Oma had haar handen vol aan de scones. Ashley knikte. Ze pakte het geroosterd brood, en wist de drie borden tegelijkertijd vast te houden. Ze verwachtte dat ze terug zouden gaan naar de kelderkamer. Maar dat was niet waar. Ze liepen door de gang, voor bij de trap die naar beneden ging, door naar een andere trap die naar beneden ging. “Deze trap leid naar een grotere kamer met een grote eet tafel,” vertelde ze. Ashley knikte enkel, wist niet zo goed wat ze zeggen moest. Haar Oma maakte de duur open met haar elleboog. Ze was best wel behendig voor een vrouw van achtenzeventig jaar. Zo oud zag ze er ook niet eens uit, besefte ze. Ashley volgde haar Oma de trap af, en toen kwamen ze de zaal binnen. Verstijfd bleef Ashley staan. “Wie zijn dit?” Vroeg ze, wijzend naar al die mensen. Mensen van verschillende leeftijden. Het waren er een stuk of zeven personen. En ze kende geen één van hun. De jongste die aanwezig was, zou zo ongeveer rond haar leeftijd zijn. Haar Oma zei helemaal niks, de mensen vroegen ook niet naar wie zij was. “Oma?” Drong ze aan. “Gewoon afwachten, Ashley,” zei haar Oma zacht. Geïrriteerd schudde Ashley met haar hoofd en deed haar Oma na, die de borden met scones op de tafel neer zette. Daarna volgde ze haar Oma weer de kamer uit naar de keuken. Zwijgend pakte Ashley de schaal met gekookte eieren met de lepeltjes er bij. Maria pakte de plaat met sinaasappelsap. Samen liepen ze weer naar de grotere kelderkamer. En ze zette allebei weer de spullen op de tafel. “Ga zitten, Ashley, ik haal je broers op.” Ashley keek haar Oma na die de kamer uit liep. Achterdochtig bekeek Ashley de andere mensen, die haar net zo achterdochtig bekeken. Ashley trok haar neus op, en wende haar blik van ze af, wachtend tot Maria, met Silvio en Marc de kamer binnen zouden komen. En dat leek eeuwen te duren. Intussen waren de andere mensen begonnen met fluisteren over wie of wat ze mogelijk wezen kon, wat ze hier mogelijk zou doen. Ze hoorde zelfs dat enkele mensen dachten dat zij een spion was van de vampieren, en ze hier niet langer veilig zouden zijn. Ashley zuchtte en wierp een geërgerde blik op de klok. Het gefluister nam met de minuut steeds meer toe, en Ashley begon zich langzamerhand ongemakkelijk te voelen. Ze balde haar handen tot vuisten, en toen weer normaal en dat steeds weer. En eindelijk kwam Maria de kamer binnen gelopen met Silvio en Marc achter haar. “Hé, hé. Ik dacht dat jullie onderweg hier naar toe ontvoerd waren door vampiers,” sprak Ashley geïrriteerd. “Van waar die irritatie?” Vroeg Silvio. Ashley zwaaide met haar handen. “Kijk maar om je heen.” Marc en Silvio bekeken de mensen in de kamer. Het verbaasde Ashley dat ze niet zo verbaasd en overrompeld door al deze mensen reageerde, als of Maria hun wel had voorbereid. Wat maakte het ook uit, nu zou ze wel te weten komen wat al die mensen hier deden, en die mensen zouden te weten komen wat zij hier deden, en wie zij waren. “Ga zitten, allemaal,” begon Maria. Ze ging aan het hoofd van de tafel zitten. De mensen kwamen van de banken af en gingen ook aan tafel zitten. Ze bleven stil, en keken nieuwsgierig naar Maria. Als of zij de leidinggevende hier was. “Beste mensen, dit zijn mijn kleinkinderen, Ashley, Marc, en Silvio Goldenleaf,” sprak ze gebarend naar eerst Ashley, vervolgens Marc, en toen Silvio. “Zij hebben hun huis moeten verlaten omdat ze daar niet langer veilig meer waren, zoals vele van jullie.” Legde ze uit. “Één van hen, Ashley, is een halfbloed, zoals enkele van jullie.” Hier door werd Ashley even helemaal overrompeld, werden dit soort dingen niet meer overlegd om in het openbaar neer te leggen, tot zo ver dit het openbaar was. Ze vertrouwde deze mensen voor geen meter. Maar ze bleef zwijgen, en luisterde verder naar wat Maria te vertellen had. “Ik wil jullie dan ook vertellen dat jullie hun ontvangen als familie, als jullie elkaar hebben ontvangen in deze nare tijden...” ze keek naar Ashley, “en hierbij wil ik jouw aanbieden dat je samen met de anderen gaat trainen tot Vampier Jager.” Ashley werd steeds meer overrompeld. “Wat, he?” Ze schudde verward met haar hoofd “Arthur McCarthy is hier de leider van de Vampier Jagers, hij is al voor de hele mensheid wist van vampieren, halfbloed. Toen het bestaan van vampieren de mensheid binnen dook, werden ook steeds meet halfbloed mensen bekend.” Legde Maria uit. “En met halfbloed bedoel je half vampieren?” Vroeg Ashley weifelend. Maria knikte. “Hier onder ons zijn naast Arthur en jij nog vier andere halfbloed mensen, en Arthur traint hen om het op te kunnen nemen tegen vampieren,” vervolgde ze. “Wil jij dat ook, wil jij ook bij de Vampier Jagers om de vampieren te kunnen bestrijden?” Vroeg ze toen. Het verbaasde haar hoe zo'n oude vrouw zoveel kracht in haar stem kon leggen. Het bleef voor een kort moment stil aan tafel. Ashley twijfelde. Maar het was een goed aanbod, in ieder geval stond het trainen haar wel aan. “Dat wil ik,” antwoordde ze uiteindelijk. Maria knikte. “Na het ontbijt kun je beginnen,” sprak Maria.
Na het ontbijt ruimde ze met z'n allen de tafel af. Toen dat gedaan was gingen de terug naar de grotere kamer, en ging ze zich voor stellen aan de andere mensen. Het voelde goed dat ze nu ook onder andere halfbloed mensen was, het gaf iets van veiligheid, ze was nu niet meer de enige. “Ik ben Arthur,” ze draaide zich om na een lange man, van ongeveer zevenentwintig jaar, hij was heel lang, twee meter of zo, en had licht bruin lang haar in een staart gebonden, een sikje op zijn kin en een blanke huid. Ashley pakte zijn hand, en schudde die, “Ashley,” stelde ze zich voor. Ashley had een hoop vragen, hoe lang hij al halfbloed was, of hij ook veel na dacht over de gene die hem gebeten was, en nog veel meer. Arthur begeleidde haar naar een groepje andere mensen, die bestond uit vier, drie jongens, en één meisje. De ene jongen was lang en had donkerrood haar, blauwe ogen, en lichtte sproetjes, maar dat maakte hem niet lelijk. Hij stelde zich zelf voor als Mick Davies. De andere jongen, iets kleiner dan Mick stelde zich voor als John Sage, hij had donkerblond haar, en bruine ogen, en had een olijfkleurige huid. De derde jongen stelde zich voor als Daniël Buford, hij had kort zwart haar en diep bleek blauwe ogen en een blanke huid. Als je hem op straat tegen zou komen, dan zou je denken dat hij een vampier was, en een knappe ook. Het meisje daar in tegen was klein, kleiner dan Ashley, en had licht blond haar en bleek groene ogen, haar haar was golvend, en niet stijl zoals het haar van Ashley. Ze zag er uit als een pop. Ze had een arrogante uitdrukking op haar gezicht en stelde zich zelf voor op een bitse toon als Melissa Buford, zij moest dus het zusje zijn van Daniël. Vreemd, ze leken totaal niet op elkaar. “Aangenaam kennis te maken,” zei Ashley uiteindelijk. Melissa wierp haar een achterdochtige blik toe en draaide zich met een zwaai van haar haar om en liep weg. “Volg ons maar, we gaan naar de gymzaal.” Ashley wierp een verontwaardigde blik op Arthur. “Gymzaal? Hier?” Arthur grinnikte. “We hebben van de kelders hier een woon omgeving gemaakt, enkel gaan we naar boven om te koken en te douchen, voor de rest leven we in de kelders. We hebben een slaap gedeelte, een woonkamer, en een nieuwkomer kamer,” legde Arthur uit. “De kamer waar jullie vandaag door hebben gebracht, was de kamer waar alle nieuwkomers terecht komen, om eerst te kijken wie ze zijn, en of ze wel te vertrouwen zijn,” legde Arhtur uit. Ashley knikte. Ze liepen de duur die naar de trap naar boven toe leidde uit, door het gangetje langs de trap. “Hier zijn dus de slaap kamers,” legde Arthur uit. Aan het einde van het gangetje was een duur aan de linker kant. “Deze duur leid naar de woon kamer,” vertelde Arhtur. Arthur opende de woonkamer deur, en liepen door een klein halletje met nog twee duren. “Dit is dus de woonkamer, en deze duur leid naar de gymzaal.” Hij opende de duur. Een gigantische kamer kwam in beeld met een laminaten vloer, een opslag kamer, met allerlei training toestellen, en er hingen drie boks zakken in de gymzaal. “Wat we doen tijdens onze trainingen zijn conditie trainingen, waarbij we zo snel mogelijk gaan hardlopen, dat doen we gewoon buiten, gevecht trainingen dat bestaan uit vechttechnieken oefenen, en sparren, op volle kracht, je mag elkaar bezeren, maar niet een blessure slaan of schoppen. En kracht training, opdrukken, sit-ups, en zo voort.” Dat was duidelijk. “Zodra je een maand hebt getraind ga je met ons mee op vampieren jacht,” vervolgde hij. Dat overrompelde haar, echt, vandaag werd ze vaak overrompeld.
Na de training was ze helemaal uitgeput. Ze had de eerste helft gekeken, en weinig mee gedaan. Ze had enkel een intro gehad, de anderen waren echt sterk, heel sterk. Zij moest nog een hoop dingen onder controle zien te krijgen. Ze moest ook nog maar zien hoe ze aan sportkleding en normale hardloopschoenen ging komen. 's Middags was het wel veilig over straat, maar in winkels en huizen konden vampiers zich ook schuil houden, dus vele winkels waren niet eens meer in gebruik. Hoe je nu aan nieuwe kleding moest komen was moeilijk, er waren wel enkele winkels nog in gebruik, enkele kleine supermarkten. Maar het was niet meer zoals vroeger. Maria had haar en haar broers eigen kamers gegeven, waar een bureau, een bed, en een kleding kast in stond. Ze mochten hier blijven wonen voor zo lang als ze wouden. Hier waren ze veilig. Afgezonderd, buiten Portsmouth, ergens in the middle of no-where in Engeland. Maria stond in haar slaap kamer, en zat op de zit stoel, Ashley had haar bed netjes op gemaakt en zat nu op de rand op haar bed. “Oma, ik heb trouwens nog een vraag, waarom wonen we in de kelders, in plaats van gewoon in het huis?” Vroeg ze. “Omdat we in de kelders gewoon leven kunnen, 's avonds het licht aan, gewoon leven, als we gewoon in het huis zouden wonen, zouden we ons aan de stand van de zon moeten houden, en dat zou het een stuk lastiger maken, en mochten er eens vampiers langs komen, dan zou het huis er lang niet zo verlaten uit zien, want dat maakt het hier veilig. Er rijden niet vaak auto's langs, en we kunnen er ook niet helemaal zeker van zijn of dat gewoon mensen of vampieren zijn, maar we kunnen beter het zekere voor het onzekere nemen,” legde haar Oma uit. Het was allemaal heel goed doordacht. “Ga maar verder met het inrichten van je nieuwe kamer, dan ga ik even bij je broers kijken,” vertelde haar Oma. Ashley knikte, “tot zo, Oma,” zei ze. Het voelde goed om haar Oma nu ook bij zich te hebben. Het voelde ook goed om nu in een huis met meerdere mensen te wonen, en soort genoten. Met een glimlach pakte ze de rest van haar tas uit, ze legde haar schone broek in de kast, haar vieze broer naast de kast, die zou ze morgen wel schoon maken, en de rest van haar schone kleding stopte ze ook in de kast. Haar kast zag er pijnlijk leeg uit, maar ze kon er mee leven. Toen ze haar spullen had opgeruimd zag haar slaapkamer er toch nog wel huiselijk uit, en haar gekleurde muren zorgde daar ook voor. Ze had een twee donkerrode wanden, de rest was wit. Het zag er in ieder geval huiselijk uit. Met een tevreden uitdrukking op haar gezicht liep ze haar slaapkamer uit, door naar de eetkamer. Iedereen daar zat verspreid door de kamer heen, gezellig met elkaar te kletsen. Ze had lang niet alle namen onthouden. “Zo te zien voel je je hier al helemaal op je gemak.” De stem die ze hoorde kwam haar bekend voor. Toen ze zich om draaide zag ze de roodharige jongen voor haar staan. Mick, Net ietsjes langer dan zij was. “Dat klopt, het voelt wel goed om onder gezelschap van anderen te zijn,” antwoordde ze. Mick keek haar vriendelijk aan. Hij schoof twee stoelen weg van de eettafel en ging zitten, hij gebaarde dat zij ook kon gaan zitten, en dat deed ze. “Waar kom je eigenlijk weg?” Vroeg hij. “Portsmouth,” zei ze. “Volgens mij komt iedereen hier daar vandaan,” zei hij. Dat verbaasde haar ook niet. Ze vroeg zich af hoe veel veilige plekke als deze er waren in Engeland. “Je deed het aardig goed voor een beginnende Vampier Jager,” zei hij. Ashley keek hem verbaasd aan, “Ik deed amper wat, ik heb meer gekeken dan gedaan,” antwoordde ze. Hij haalde zijn schouders nonchalant op, “voor wat je hebt gedaan...” Ashley grinnikte. “Ik kan niet wachten tot we naar buiten gaan om te hardlopen,” zei ze verlangend. Ondanks dat het overdag veilig buiten was, mocht je niet zomaar naar buiten, gewoon voor het geval dat. Er waren namelijk ook genoeg halfbloed mensen en gewone mensen die een bedreiging konden vormen en werkte voor de vampieren. Onder de Vampier jagers werden halfbloed mensen die voor vampieren werkte halfbloed vampieren genoemd. Ashley en de anderen werden halfbloed mensen genoemd. “Dat snap ik,” deelde hij haar mee. “Oh, kijk, het avond eten,” een grijns vormde zijn lippen, en Ashley volgde zijn blik naar Maria en een andere man kwamen de eetkamer binnen gelopen. De man was misschien vijftig á zestig jaar gokte ze. De man had twee pannen in de hand, en Maria had één pan in de hand. “Ham-kaas macaroni,” deelde Maria hen mee. Het klonk lekker. Tijdens het avond eten werden er nieuwtjes met elkaar gedeeld, werd er gezellig gekletst, en er werden vooral veel vragen aan haar en haar broers gesteld. In ieder geval waren ze van harte verwelkomd door de mensen hier.
|
|