Happiness is everywhere{+Petalstream}

Burningflight's bruine ogen keken geconcentreerd naar een muis die tussen de blaadjes aan het kruipen was. Burningflight sloop in jachthouding naar het diertje toen. Toen hij dicht genoeg bij de muis was spande hij zijn spieren op en sprong op de muis. Het diertje keek geschrokken op maar was te laat want al snel belandde Burningflight boven op hem. Snel beet hij de muis dood. Nou dat is al één muis. zei hij vrolijk in zichzelf. Hij had vandaag blijkbaar geluk met het jagen en dat maakte hem blij. Plots hoorde hij het geritsel van bladeren. Eerst dacht Burningflight dat het weer een muis was maar hij rook een Thunderclancat. Nieuwsgierig draaide hij zich om naar de plaats waar het geluid vandaan kwam.

Petalstream had besloten iets nuttigs voor de clan te doen. Het was nu al zonhoog en ze had nog niks gevangen. Prooi was nog steeds een klein beetje schaars maar dat kon haar niks schelen. Ooit vandaag zou ze wat vangen. Ze liep door de struiken heen waardoor de bladeren iets ritselden. Ze snoof de lucht en ving een geur op. Een muis. Een dode muis. Ze kon de metaalachtige geur van het bloed ruiken. Ze snoof nog een keer met haar mond halfopen om de geur beter op te vangen. Ze rook een andere Thunderclankat. Welke wist ze niet aangezien ze nog niet zo heel veel met anderen had opgetrokken maar ze wist wel dat het er eentje was. Ze besloot meteen te gaan kijken en liep lichtvoetig snel naar de geur toe. Ze keek de kater aan. Hij was een paar manen jonger dan haar en was de warrior die de muis gevangen had. Ze keek hem neutraal aan. Dat was altijd hoe ze er uit zag neutraal. Tenzij ze echt heel pissig was. Petalstream herinnerde vaag zijn naam en liep kortdaat op hem af. 'Hoi jij bent toch Burningflight?' Vroeg ze zacht met een redelijk vriendelijke stem. 'Zullen we samen verder jagen?' Ze keek de jonge kater aan met haar heldere gele ogen.

Een gevlekte poes verscheen tussen de struiken en wandelde naar Burningflight. Hij had de poes al wel eens eerder gezien maar nog niet met haar gesproken. Burningflight wist dat ze Petalstream noemde want dat had hij iemand horen zeggen. 'Hoi jij bent toch Burningflight?' Vroeg Petalstream. Burningflight was verbaasd dat ze zijn naam wist. 'Zullen we samen verder jagen?' vroeg ze nog voor Burningflight antwoord kon geven op de eerste vraag. Met haar mooie gele ogen keek Petalstream Burningflight aan. "Ja, ik ben Burningflight. En jij bent Petalstream als ik me niet vergis?" vroeg hij voor de zekerheid. "Oke ik zal mijn muis even begraven en dan kunnen we eens kijken of we verderop wat prooi kunnen vinden." miauwde Burningflight. De warrior begroef zijn muis en stond recht.

Petalstream keek de jonge kater aan en knikte toen hij antwoorde. 'Ja, ik ben Burningflight. En jij bent Petalstream als ik me niet vergis?' Petalstream spinde zacht toen hij dat zei omdat hij schattig onzeker leek. 'Ja ik ben Petalstream dat heb je helemaal goed.' Ze was blij dat ze zijn naam ook goed had en knikte toen geduldig. Ze wachtte even tot Burningflight zijn muis begraven had en strekte haar poten even. 'Ben benieuwd of we nog wat vinden. Prooi is nog steeds schaars.' Ze wist dat de bladkaal redelijk zwaar was geweest. Ze snoof de lucht nog een keer en bewoog haar oren even heen en weer. 'Ik ruik hier dichtbij nog een vogel. Zullen we gaan kijken?' Vroeg ze zacht. Wetende dat de vogel snel gevlogen kon zijn. Ze sprintte al lichtvoetig vooruit nog voordat de andere warrior kon antwoorden.

'Ja ik ben Petalstream dat heb je helemaal goed.' zei Petalstream en ze knikte. Burningflight glimlachte omdat hij haar naam juist had geraden. Hij vond het eigenlijk best wel een mooie naam. 'Ben benieuwd of we nog wat vinden. Prooi is nog steeds schaars.' "Ja dat is waar." miauwde Burningflight begrijpend. Hij had geluk gehad dat hij een muis had weten te vangen want misschien zou het wel het enige zijn dat hij die dag zou kunnen vangen. 'Ik ruik hier dichtbij nog een vogel. Zullen we gaan kijken?' miauwde de gevlekte poes. Burningflight wou antwoorden maar Petalstream ging al op de vogel af. Burningflight trippelde stil achter Petalstream aan.

Petalstream sprong net optijd op de vogel toen de vogel op wou vliegen op het moment dat ze er aan kwam. Ze beet snel zijn keel door en keek de andere krijger geduldig aan. ' We hebben nu tenminste een muis en een vogel. Hopelijk kunnen we daarmee een paar katten te eten geven.' Ze mauwde zacht en legde de vogel neer. Ze spuugde twee veertjes uit die haar irriteerden en grijnsde een klein beetje. Ze snoof de lucht en bewoog haar oren verward. 'Ruik jij dat ook?' Mompelde ze ineens erg serieus. Te serieus. Ze werd onrustig van die geur en snoof zacht nog een keer. Het rook zuur en prikte al in haar neus ze groef snel een gat om de vogel in te bedekken en overdekte die met zand voordat ze je bezorgd aan keek. 'Die zure geur ruik jij dat ook?'

Petalstream sprong op de muis en beet hem dood. 'We hebben nu tenminste een muis en een vogel. Hopelijk kunnen we daarmee een paar katten te eten geven.' zei Petalstream. "Alles is beter dan niks" miauwde Burningflight terwijl hij naar de poes glimlachte. 'Ruik jij dat ook?' miauwde Petalstream nadat ze aan de lucht had geroken. Burningflight rook opeens ook een geur. Het stonk en hij trok zijn neus op. 'Die zure geur ruik jij dat ook?' vroeg de kattin. "Ja ik ruik het ook" miauwde de tabby kater. "Ik denk dat de geur van daar komt." zei hij toen terwijl hij met zijn staart wees naar de plaats waar de geur vandaan kwam. "Laten we anders eens kijken van wat die geur is" miauwde Burningflight en hij trippelde behoedzaam naar de plaats. Toen hij daar was zag hij een dode vos liggen. Het was een erg vies zicht en de geur was nog sterker geworden. Burningflight kon zich niet herinneren dat een dode vos zo erg stonk. "Zou de vos misschien vergiftigd zijn door tweebenen?" vroeg Burningflight zich luidop af.

Petalstream knikte naar de jonge kater en volgde hem naar de geur. Ze rook de stinkende walgende vos en keek bezorgd. 'Dat zou me inderdaad niks verbazen. Tweebenen zijn tot alles toe in staat.' Ze rimpelde haar neus iets. Het stonk gigantisch en ze werd er een beetje duizelig van. Ze deed een paar stappen terug. 'We kunnen beter kijken of er nog een spoor van die walgende geur over de vos ergens ligt. We zullen moeten opsplitsen misschien vinden we dan de bron van die dood.' Het zou gevaarlijk zijn als tweebenen hun giftige spul in het territorium hadden gebracht. Ze siste zacht tussen haar tanden door duidelijk niet blij met de ontdekking. 'Of wil je liever bij elkaar blijven?'

'Dat zou me inderdaad niks verbazen. Tweebenen zijn tot alles toe in staat.' zei Petalstream. Burningflight was blij dat hij nog niks had gegeten want hij moest haast overgeven van de walgelijke stank die van de vos kwam. 'We kunnen beter kijken of er nog een spoor van die walgende geur over de vos ergens ligt. We zullen moeten opsplitsen misschien vinden we dan de bron van die dood.' zei de gevlekte poes toen. Burningflight knikte. Dat leek hem een goed idee. 'Of wil je liever bij elkaar blijven?' vroeg Petalstream. "Ik denk dat het beter is als we even opsplitsen en dan zullen we elkaar roepen als we iets gevonden hebben." miauwde Burningflight, "Ik zal naar hier gaan, dan kun jij naar daar gaan." zei Burningflight terwijl hij gebaarde met zijn staart. Burningflight trippelde behoedzaam weg en hij had al prijs, in de verte zag hij iets vreemds liggen. Hij ging wat dichter maar bleef op zijn hoede. Het had een beetje de vorm van een boomstronk en er kwam een soort groene vloeistof uit. "Hey Petalstream, ik denk dat ik iets gevonden heb." miauwde Burningflight luid zodat Petalstream het zeker kon horen.

Petalstream keek naar de jonge krijger die het met haar eens was dat opsplitsen goed was. Ze schudde haar gevlekte vacht iets uit en keek hem met bezorgde ogen aan voordat ze weg sprintte richting de kant die zij zou uitpluizen. Ze hoorde Burningflight al roepen en draaide zich om naar de gestreepte kater. Ze stoof naar hem toe en keek hem aan. 'Wat heb je gevonden Burningflight?' Vroeg ze zacht en voelde haar maag bijna letterlijk omkeren in haar buik. Wat een vreselijke stank. Ze siste tussen haar tanden door en keek naar de ziekmakende groene kleur. Het leek erg op een boomstronk maar was niet zo natuurlijk. Duidelijk van tweebenen. 'Wacht het is in de buurd van een klein beekje. Strak zit het daar ook nog in! Ik ga kijken en mijn stuk ook nog even uitzoeken omdat ik daar ook een spoor van de geur vond. Houd het hier in de gaten en blijf op afstand van dat stinkende spul!' De gevlekte poes sprintte weer weg op zoek naar het beekje en ondertussen hield ze het gebied dat ze had uitgeplozen in de gaten. Ze kwam een hele poos later weer hijgend teruggestormd. 'Het water stinkt er ook na... en ik vond nog zo'n rare boomstronk...'

'Wat heb je gevonden Burningflight?' vroeg Petalstream toen ze naar hem toe was gelopen. "Ik weet niet precies wat het is. Het lijkt op een soort boomstronk en er komt iets groens uit" miauwde Burningflight tegen de gevlekte poes. Hij keek weer naar het vreemde voorwerp. Het groene spul zag er echt smerig uit en het stonk verschrikkelijk. 'Wacht het is in de buurt van een klein beekje. Straks zit het daar ook nog in! Ik ga kijken en mijn stuk ook nog even uitzoeken omdat ik daar ook een spoor van de geur vond. Houd het hier in de gaten en blijf op afstand van dat stinkende spul!' miauwde Petalstream. "Oke" miauwde Burningflight. De kater bleef even wachten en al snel kwam Petalstream hijgend terug. 'Het water stinkt er ook na... en ik vond nog zo'n rare boomstronk...' zei de poes. "Ugh, die stomme tweebenen dumpen ook altijd hun rommel hier." miauwde Burningflight gefrustreerd. "Wat moeten we nu doen? We moeten zorgen dat dat groene spul niet in de beek terecht komt want anders gaan er nog katten van drinken." miauwde Burningflight bezorgd.

'Ugh, die stomme tweebenen dumpen ook altijd hun rommel hier.' Miauwde de kater. Petalstream keek bezorgd. Ze had nu nog meer een hekel aan die tweebenen.'Wat moeten we nu doen? We moeten zorgen dat dat groene spul niet in de beek terecht komt want anders gaan er nog katten van drinken.' Miauwde Burningflight. Petalstream kon zijn bezorgdheid zien. Zelf was ze ook harstikke bezorgd. 'Dat is nou net het probleem! Het zit al in het beekje. We moeten zorgen dat de anderen er niet van drinken! En misschien de medicijnkat en Firestar halen. Hun weten veel en komen vast wel goed van pas.. Daarbij is hij ook onze leider en misschien kan de medicijnkat voor de zekerheid extra planten verzamelen voor als het mis gaat.' Petalstream keek nijdig. Stomme tweebenen. Ze keek bezorgd en half boos naar de andere krijger. 'Kunnen die tweebenen nou nooit eens stoppen met gek doen?' Vroeg ze zich hardop af. Ze liep naar de andere krijger toe. Ze hijgde nog steeds een beetje.

Ook Petalstream zag er erg bezorgd uit. 'Dat is nou net het probleem! Het zit al in het beekje. We moeten zorgen dat de anderen er niet van drinken! En misschien de medicijnkat en Firestar halen. Hun weten veel en komen vast wel goed van pas.. Daarbij is hij ook onze leider en misschien kan de medicijnkat voor de zekerheid extra planten verzamelen voor als het mis gaat.' miauwde de gevlekte kattin. Dit was niet goed! Burningflight had niet gezien dat het groene spul al in het water zat. Het was inderdaad wel een goed idee om Firestar en de medicinecat te gaan halen. Maar wat als er nu eens een apprentice of een kitten in het bos aan het ronddwalen waren? Ze zouden ook vergiftigd kunnen raken. Misschien moesten ze opsplitsen. Burningflight zat vol twijfels, maar ze moesten snel handelen. "Moet er niet iemand hier blijven zodat er niemand van het water probeert te drinken?" vroeg Burningflight uiteindelijk.

-Sorry voor de laatheid:s Maar nu zijn mijn examens gedaan dus kan ik sneller reageren^^ Ik zie nu pas dat de titel van het topic niet echt meer kloptXD

''Ehm ik blijf hier wel en patrouilleer het beekje. Ga jij Firestar en de Medicijnkat maar halen. Ik kan dan wat rustiger aan doen. Ik denk dat jij sneller bij Firestar en de Medicijnkat bent dan ik dat zou zijn gezien ik net al stukken heb gerent. Ik zorg dat niemand in de buurd van het beekje komt..'' Zei de gevlekte kattin snel. Ze keek bezorgd en wachtte heel even op Burningflight zijn antwoord. Hopend dat alles goed zou komen. Ze wist dat het gevaarlijk was maar gelukkig mochten kittens het kamp nog niet uit maar Apprentices konden best wel in de problemen hiermee komen. Ze keek naar Burningflight. ''Als je in de buurd bent dan roep je me. Ik zorg dat niemand in de buurd van het water komt.'' Ze stond al klaar om weg te sprinten zodat ze bij het water zou kunnen staan. Ze zou rond dat punt rondlopen en haar ogen en oren goed openhouden.

''Ehm ik blijf hier wel en patrouilleer het beekje. Ga jij Firestar en de Medicijnkat maar halen. Ik kan dan wat rustiger aan doen. Ik denk dat jij sneller bij Firestar en de Medicijnkat bent dan ik dat zou zijn gezien ik net al stukken heb gerent. Ik zorg dat niemand in de buurt van het beekje komt..'' miauwde Petalstream. "Oke dat is goed" miauwde Burningflight. Het was inderdaad wel beter dat hij naar het kamp zou lopen. Hij hoopte maar dat Firestar en Maskheart in het kamp waren. Hij wou net vertrekken maar Petalstream zei nog iets. ''Als je in de buurt bent dan roep je me. Ik zorg dat niemand in de buurt van het water komt.'' miauwde de gevlekte kat. "Oke" miauwde Burningflight en hij sprintte naar het kamp. Hij besloot om eerst naar de medicine cat's den te gaan. Burningflight ging naar binnen. "Maskheart, ben je daar?" vroeg de warrior.

Maskheart had net de laatste kruiden teruggelegd en was van plan geweest om de voorraad weer wat aan te gaan vullen toen hij plots iemand de den binnen hoorde komen. "Maskheart, ben je daar?" Hij draaide zich om om een kater te zien staan. Burningflight als hij zijn naam goed herinnerde. "Wat is er aan de hand?" Vroeg hij de warrior kalm. Het leek er niet op dat de kater gewond was, dus er was waarschijnlijk iets anders aan de hand waar zijn hulp bij nodig was. Alleen daar zou hij pas achter komen als de kater het uitlegde.

Burningflight zag Maskheart staan bij de kruiden. Hij draaide zich om toen hij Burningflight hoorde. "Wat is er aan de hand?" vroeg Maskheart. "Ik en Petalstream hebben een soort van boomstronken gevonden waar iets groens uit komt. De tweebenen hebben het vast gedumpt." miauwde Burningflight. Hij pauzeerde even want hij was nog buiten adem van het rennen. "We hebben al een dode vos gevonden die ervan heeft gedronken en nu is het groene spul ook in een beekje belandt. Moeten we Firestar misschien waarschuwen?" vroeg hij bezorgd.

Petalstream bleef het beekje rond patrouilleren. De stank was echt verschrikkelijk. Haar oren bewogen kalm heen en weer terwijl ze met haar ogen de beek in de gaten hield. Ze zag een muis lopen en moest de nijging onderdrukken om te gaan jagen. Nee ze moest bij de beek blijven zoals beloofd. Ze kon het groene spul het water in zien druppen. Ze werd bezorgder met de tijd. Hopelijk zou Burningflight snel terugkomen. Ze wist niet hoe lang het zou duren maar dit kon niet goed zijn. Ze probeerde niet met haar poten in het groene spul te stappen. Ze wist dat ze het dan in water af moest wassen maar aangezien het giftig was kon ze dan het water vergiftigen. Haar ogen scanden het gebied. Tot nu toe was ze nog niemand tegengekomen.

"Ik en Petalstream hebben een soort van boomstronken gevonden waar iets groens uit komt. De tweebenen hebben het vast gedumpt." Begon de kater uit te leggen. Maskheart wist niet goed wat hij erbij moest voorstellen, maar dat zou anders zijn als hij het zelf kon zien. "We hebben al een dode vos gevonden die ervan heeft gedronken en nu is het groene spul ook in een beekje belandt. Moeten we Firestar misschien waarschuwen?" Het kon dus dodelijk zijn als ervan gedronken werd. Dat was dus iets dat voorkomen moest worden. "Laat me eerst maar de plek zien, dan kunnen we daarna kijken wat we doen." Hij wilde het liever eerst met eigen ogen zien voor er iets groots van gemaakt zou worden.

"Laat me eerst maar de plek zien, dan kunnen we daarna kijken wat we doen." miauwde Maskheart nadat hij aandachtig geluisterd had naar wat Burningflight te vertellen had. "Oke" miauwde Burningflight uiteindelijk. Hij trippelde uit de medicine cat's den en rende snel naar de plaats waar Petalstream op wacht stond. Soms keek hij even achterom om te kijken of Maskheart hem volgde. Toen hij er bijna was riep Burningflight Petalstream zoals belooft. Hij vertraagde zijn pas en zag de gevlekte poes bij het beekje. "Hier is het." miauwde Burningflight tegen Maskheart.