Zijn vacht waaide op door de wind die zachtjes om hem heen waaide. Hij sloot zijn ogen en gaf zichzelf even toestemming om te genieten van het weer. Hij lag in het mos naast een riviertje en de zon verwarmde zijn witte vacht. Hij snoof de geuren op en rook het gras dat nog een beetje nat was van de regen. Zijn oren vingen het zachte getrippel van muizenpootjes op en hij beschouwde deze dag als perfect. Maar niks bleef voor eeuwig perfect, zijn rust werd verstoord door het gemiauw van een onbekende kat. Hij snoof opnieuw de lucht op en rook nu de kat die naar Bloodclan rook. Gelukkig geen vijandelijke kat, nu kon hij gewoon rustig aan doen. Hij rekte zich uit en gaapte, toen plaatste hij zijn poten onder zijn lijf en kwam soepel overeind. Hij schudde zich even uit en ging toen in de richting van het geluid. Hij hoorde hoe iets neerplofte en toen een verontwaardigt "Nou ja zeg!" Hij grinnikte blijkbaar was er iemand niet handig bezig. Hij liep naar de kat en zag dat het poes was, hij grijnsde en dacht aan Dot. Hij had haar maar een keer gezien sinds hun gesprek, best jammer, ze was erg aardig. Hij richte zijn gedachtes weer op de poes en zag hoe de zwarte Bloodclanner uit een boom sprong en weer viel. Hij kon met heel veel moeite op het nippertje zijn lach in houden. Toen de poes op het hek klom en er voor de vierde keer af viel kon hij het niet meer tegenhouden en barstte in lachen uit. Zelfs hij kon nog op het hek klimmen maar hij gebruikte dan ook zijn hersenen. Via een twoleg ding werkte hij zich omhoog en even later zat hij op het hek. Hij zwiepte verwaand met zijn staart en miauwde "moeilijk he?"