Cold, cold ice {& Wolfpaw}

Icepaw liep langs de rivier, na een tijdje ziek te zijn geweest mocht ze nu weer officieel jagen en andere klusjes doen. Ze was al 8 moons en haar training schoot niet zó veel op, veel katten waren er overings niet om haar te steunen, behalve Ashdrizzle de mentor. Ice zuchte, ze was moe van dit alles, een koude windvlaag streek over haar korte vacht, ze rilde. De apprentice had een hekel aan de koude wind die alleen in het Shadow territorium scheen te waaien, niemand begreep haar hier. Treurig liep ze naar een bosje, ze voelde zich ellendig en alleen. Ze rook of er prooi was, jammer genoeg niet, en liep door. Ice rook wel een andere apprentice, het best was om andere katten te ontlopen. Maar toen ze zich omdraaide zag ze de kat al staan, te laat.

Wolfpaw zette haar haren op. Ze was slecht gehumeurd opgestaan, al was dat nu normaal. Ze liet haar tanden zien naar niemand speciaal. Een geur deed haar opkijken. Een andere kat. Zo te ruiken een poes en ongeveer even oud als zij. Wolfpaw had geen zin om te praten, maar de kat draaide zich al om. Ze gromde. "Dag.", miauwde ze bot.

"Dag," klonk het, Icepaw zag dat de poes die voor haar stond slecht gehumeurd was en waarschijnlijk geen zin had in een diepgaand gesprek. "Hoi," het klonk nors, maar net als de andere poes was Icepaw niet in een bui om gezellig een gesprek te voeren of iets in die richting. Ze ging zitten en wachtte op een volgende zet van de andere apprentice.