We're part of a story, part of a tale. We're all on this journey, no one is to stay. Where ever it's going. What is the way?
Welcome
Warrior Cats is een rollenspel gebaseerd op de serie 'Warriors' van Erin Hunter. Je verkent hier al schrijvend de geliefde wereld van de Clankatten, rogues en kittypets. Dit doe je door je eigen karakter aan te maken, waarbij je bijna alles zelf mag bepalen over uiterlijk en karakter. Wild of tam, goed of slecht, sociaal of eenling? Help jij oorlogen te voorkomen? Of ben je een van de katten die hongerig opzoek is naar een groter territorium en meer macht? Het kan allemaal op Warrior Cats.
KIND OF WEATHER
NEWLEAF
Season
Newleaf, 10°C - 20°C
Langzaam maar zeker komen de eerste bloemen weer op. De zon breekt weer door wat zorgt voor een aantal warme dagen. Newleaf zet alles in volle bloei.
CAT'S PROFILE Age: 17 moons of bad luck Gender: Rank:
Onderwerp: Nightlife wo 9 jul 2014 - 17:19
Gø Tø Sleeρ
De nacht was jong, de maan was nog maar pas aan haar cyclus begonnen, maar verlichtte alles al lichtgrijs. De daken zagen er zilver uit, en de asvalt van de wegen glimde, doordat het grijze licht de plassen op de weg deden oplichten. Op haar gemak klom de maan omhoog, terwijl de wolken haar probeerde te bedekken, en weg te krijgen. Het gaf een magisch licht, het maanlicht door de wolken heen, ze leken licht te geven, de sterren gaven het een bovennatuurlijk effect, en ieder kind dat op dat moment uit zijn of haar raam gekeken zou hebben, zou gedacht hebben dat er een stel elfjes of feeën hen zou komen halen. De Poolster scheen feller als alle andere sterren, maar samen met alle andere leken ze prachtige diamanten, klaar om ontgind te worden. Helder werden de sterren gespiegeld in de ogen van een meisje dat nog eenzaam op een bankje zat naar de hemel te staren. Haar haar was doorweekt, en ze stond op om haar fiets te halen. Ze verdween in de dichte mist die op het einde van de straat hing, een vochtige mist, die dauwdruppen achter liet op alles wat erdoor kwam gelopen, gereden, gekropen, gesprongen, .. De regen maakte een hard, ongezellig hard geluid op de golfplaten van een schuurtje, maar het klonk nog steeds beter dan het geluid van de hagel die op het metaal van de auto's sloeg. Liters en liters regen verpestte het beed van die vredige, magische nacht, en toch gaf het ook een boost aan het enge van de nacht. Alsof dat nog niet genoeg was brak de spreekwoordelijke hel nog eens los, witte flitsen verlichtte de hemel, het oorverdovende geluid van de donder brak doorde stilte, en zou vast en zeker zielen wakker maken. Het klonk ver weg, en toch zo kortbij. Terwijl de hagel en de regen een dansend spel speelde met elkaar, en de bliksem en donder elkaar aavulde, verdikte de mist zich en omhelsde de huizen van de Twolegs, lieten een laag dauw achter op de bladeren van de bomen, de bladeren van de bloemen en op die van struiken, planten. Druppels gleden van de grassprieten naar de grond, om daar in de aarde te dringen. "Om de aardtrollen te voeden." Om een goedkoop ouder-kinder verhaaltje toe te passen. De losse grond verandere al snel in dichte modder, lichten gingen aan en vloeken werden uitgeroepen, omdat Twolegs middernacht op moesten om hen huizen leeg te pompen, waar de regen binnen gedrongen was. Autoalarmen gingen af, vooral van oude auto's, die niet goed waren aangepast aan de weersomstandigheiden. In de verte was het duidelijke geluid van een raam dat openging te horen, een schreeuw van een opgejaahde Twoleg, en het gekrijs van een kat die iets tegen zich om gegooid kreeg. Na nog een paar vloeken uit die richting, kwam een dichslaand geluid, en toen weerkeerde de stilte weer. Een paar honden blafte, lichten gingen aan en geschreeuw weerklonk opniéuw. Als je het zo hoorde, was een nacht bijna nooit stil. Overal waren wel mensen wakker, en zoniet, waren er wel dieren om de stilte te verpesten. Een eenzame auto reed lanzaam voorbij een huis, maar die gaf snel gas toen er iemand licht aandeed in de keuken en wantrouwig uit hetvenster staarde. Het gekrijs van vechtende katten klonk, een paar honderen meter verder. Het ging zo'n vijf minuten door, tot een harde kreet gegeven werd en er geen geluid meer kwam van die kant. Dood. Een van beide had de pijp aan Maarten gegeven, en zijn -of haar- ziel klom nu naar de lucht. Natuurlijk, tenzij het een slechte moordenaar was, dan werd de ziel de grond ingesleurd, naar de Duivel persoonlijk. Intussen was de hagel gestopt met eindeloos op metaal te slaan, maar de hardheid dat de regen uit de lucht viel, was toegenomen. De weergoden hadden het er niet echt op vanavond, en dat was duidelijk te merken. Een geschrokken kreet van een meisje dat niet verwachtte dat haar vader haar stond op te merken, en de bulderende stem van de man die haar vroeg waar ze geweest was. Een ovrbezorgde moeder die de vader wegduwde en het gezicht van het meisje tussen met beide handen vasnam, en de dochter omhelsde, huilend omdat ze dacht dat ze weggelopen was. Een schreeuw van het kind dat zich lostrok uit de omhelzing, en de trap op rende. De deur smakte dicht, en eindelijk was het even stil, zonder dat er nog Twoleg geluiden kwamen. Enkel natuur geluiden. De wind die rukte aan de golfplaten. De regen die erop tikte. De donker en de bliksem die een show opvoerde met hen tweetjes, de smeltende hagelbollen, het gehuil van een uil, ergens in een van de bomen van het aangrenzende bos. Pijn trok door diens lichaam toen hij van zijn tak vloog en werd gepakt door een dier, waarschijnlijk een vos. Of een van die stomme Warriors. Door de straat zwierf een donkere gestalte, die daar niet thuishoorde. Zacht plaatste die zijn voeten op de grond, maar het was geen kat of hond, oh nee, gewoon een mens, gehuld in zwarte kleding. De zwarte tas op de rug van de man (duidelijk zichtbaar aan het postuur van de persoon), zag er al verdacht uit. De man kroop over een hek van een van de tuinen, een van de grotere tuinen van het stadje, op daar rustig in de shaduwen te lopen. Inbreker. Een metalen instrument werd natgeregend toen het uit de tas genomen werd, maar dat deerde de man niet, die het tussen de deur en de deurstijl stak, o de deur open te breken. Een groot lawaai, mensen die gillend licht aandeden op de eerste verdieping, honden die wakker werden en op de inbreker afrenden. In de verte begon een blauw licht te schijnen en een erg luid geluid kwam erbij kijken. Politie. Dit was dus zowat het nachtleven, waarschijnlijk, of het was gebruikelijk. De mooie stilte werd dus weer verdrongen. De man werd al snel meegenomen, en in de witte auto gestopt die voor het huis was geparkeerd. Een van de twee personen die in de auto gezeten hadden, was bij het huis gebleven om de bewoners te ondervragen, en de ander reed weg met de inbeker. Een zucht klonk van op een dak, en de duistere ogen die dit alles gezien hadden keken met een zachte gloed uit over alle daken. De vacht van de kat was doorweekt, en zijn witte huid werd zichtbaar door de natte zwarte haren heen. Een geeuw verliet de bek van de Rogue. Hij wist niet hoe hij zich moest voelen. Hij haatte alle katten, buiten zijn beste vriend. En toch begon hij de BloodClan poes toch te mogen. Gewoon, op een vriendschappelijke manier. Hij wou het niet, maar het was wel zo. De kater stonk nog altijd een beetje naar bloed. Samen een hond vermoorden met een BloodClanner, het was wel geweldig. De hond was geen klein mormel geweest, best een grote hond. De kat schudde zijn hoofd, en met een lenige sprong sprong hij op de golflaten, die glibberig waren door de regen. De bliksen gaf een serieus harde knal, en even kromp Jeff ineen. Op een lantaarnpaal hing een blad, en al kon hij niet lezen wat er stond, hij zag wel duidelijk welke hond er op die foto stond. Ja, en die was dus nu dood. Zijn klauwen schoten even uit hen hulzen, maar hij trok ze snel terug. Zijn grijns sierde zijn gezicht weer, maar deze was gemeend. Hij had Twolegs ongelukkig gemaakt. Prachtig! Zijn eeuwige grijns werd groter, maar daarna besloot hij toch maar terug weg te gaan van die paal. Met een paar sprongen stond hij op het dak van een auto, en keek rond naar de huizen. De nacht is jong.