Mrs.Fluffy keek nijdig uit het raam vanaf de vensterbank. Ze zwiepte haar zandkleurige staartje om haar heen. Waarom mocht ze niet naar buiten? Ze wou naar buiten toe. Ze begon klaagelijk te piepen. De tweebeen kwam naar beneden en schreeuwde iets naar haar. Ze sprong snel van de vensterbank af en rende naar de deur en bleef er ongeduldig voor staan. Laat me eruit! dacht ze verdrietig. Ze wou naar buiten. Het zachte gras op. En op zoek naar haar vader Jagger. Ze hadden haar meegenomen. Stomme tweebeen. Ze keek nijdig naar de tweebeen die haar op probeerde te pakken en sloeg haar kleine nageltjes in de tweebeen zijn hand. De tweebeen schreeuwde iets tegen haar en liet haar hard op de grond vallen. Ze landde op haar pootjes en keek nijdig. Ze bracht haar kleine zandkleurige oortjes in haar nek. De tweebeen liep weg om zijn hand schoon te maken en Mrs.Fluffy rende naar boven toe.
Ze wist dat ze haar tweebeen waarschijnlijk erg boos had gemaakt. Ze had de tweebeen al vaker gekrabt en meestal kreeg ze daardoor een tik op haar kop. Haar heldere oogjes keken verlangend uit het raam boven. Ze sprong via het bed op de vensterbank en zag tot haar vreugde dat het raam wijdopen stond. Daaronder was een schuurtje waardoor ze makkelijk op het dak kon springen. Ze landde op het dak en sloop verder naar de schutting. Ze klom erop en hield met moeite haar evenwicht. Ze wist dat de schutting steeds verder schuin omlaag liep en sprong toen het op zijn laagst was er van af. Ze landde in het natte zachtte gras. Ze piepte tevreden en triomfantelijk. Je kunt me niet gevangen houden. Dacht ze vrolijk terwijl ze rustig richting het bos liep.
Ze liep over een zandpaadje het bos verder in. Langs haar kon ze een Donderpad horen razen. Haar heldere blauwe oogjes hielden alles in de gaten. Dat was het Donderpad waarover het Monster had gereden toen ze meegenomen was. Ze was liever bij haar vader Jagger gebleven of haar moeder maar dat kon niet. Haar moeder was dood. Ze keek om zich heen. Een scherpe geur kwam in haar neusgaten. Verward bleef ze staan. Ze wist niets van grenzen en liep nieuwsgierig op de geur af. Verder van het donderpad vandaan het bos in. Een zwarte kat stond bij een boom. De jonge Fluffy bleef even staan. Haar oortjes bewogen heen en weer. Ze had een kat gevonden. De kat rook naar de geur die ze eerder bij het Donderpad had geroken. Ze piepte verbaasd waarmee ze zichzelf natuurlijk veraadde.
Eerste reactie Innerghost