Met een geeuw wandelde Sam door het gebied heen. Hij was iedereen om zich heen kwijt geraakt en er zat hem een vervelende verkoudheid dwars. Het drukkende gevoel op zijn borstkas was niet echt iets waar hij lang mee rond wilde lopen, maar er zat weinig anders op.
In gedachten verzonken was hij in een tuin gewandeld en daarbij ook nog es tegen een andere kant op. "Oh, sorry mate," miauwde hij wat afwezig, terwijl zijn grijze ogen om zich heen keken. "Ik ... ga maar weer," kwam er daarna achteraan, terwijl hij aanstalte maakte om weg te springen.