"All I wanna say is that they don't really care about us."

De forse kater stapte langs de ShadowClan grens terwijl hij dus een geurspoor achterliet van rogue. Iedereen mocht weten dat de Terror Claws bestonden. Hij had Soulpaw vermoord, oké, dan had dat ding maar niet tussen hem en Innerghost moeten komen. Hij had al een aardige groep bij elkaar gekregen, zelfs aanboden afgeslagen. Lullaby, Cailin, Sough, Teemo, Firestone, Ordinary en Sushi. Met hem erbij acht katten. Acht katten die het begin waren van een revolutie. Hij had de geruchten opgevangen dat Heartdestroyer, oud deputy van BloodClan, was vermoord door een ShadowClanner. Hij rook plots een geur en keek op. "Hallo daar," mauwde hij naar de kat voor hem.

Stilaan was de rust weer wedergekeerd in het ShadowClan camp. Wat vermoeid van een gevecht wat ze eerder gevoerd had duwde ze zichzelf overeind uit haar mosbed en zorgde er voor dat haar vacht weer netjes was zonder stukjes mos erin. Verveeld geeuwde ze en liep de Warrior Den uit. In het camp zelf was alles nog in diepe ruste merkte ze. Was het dan nog zo vroeg? Ze hield haar kop even scheef maar besloot dat ze best op jacht mocht gaan, immers had geen enkele kat bezwaar tegen een extra stuk prooi op de stapel. Ze glimlachte in zichzelf terwijl ze terugdacht aan de warmte van Crossroad tegen haar vacht. Hij was waarschijnlijk al wat eerder weggegaan want hij was er niet geweest toen zij was opgestaan. Met een zwiep van haar staart liep ze naar de uitgang van het camp om de borders weer te checken. De dageraadpatrouille zou dadelijk uitgezonden worden. Haar poten voerden haar zonder al te veel problemen naar de borders waar ze een geur oppikte die ze eerder had geroken. Rogue's? Zo dicht bij de grens? Wat verbaasd bleef ze staan en draaide zich snel om toen en stem sprak "Hallo daar". Daar stond een roodwitte kater die de geur had verspreid. Ze keek even met haar amberen ogen naar de kater op haar hoede dat er niets gebeuren kon. "Hello to you too Rogue" miauwde ze rustig.

Voor hem verscheen een lapjespoes, die er naar zijn mening wel goed uitzag. Maar ze was nu eenmaal een clankat en hij de leider van een rogue groep die fel tegen de clans was. "Hello to you too Rogue," mauwde de poes toen en de rode kater greens kort, zwiepte een keer met zijn staart en zette zijn lange klauwen in de aarde. "En met wie heb ik het genoegen op deze práchtige dag?" Zijn stem klonk een beetje overdreven vriendelijk, en de grijns op zijn gelaat vertelde dan ook wat heel anders dan een en al vriendelijkheid.

Rogue of niet ze besloot dat ze op haar staart zou letten. Wat schattend nam ze de kat voor haar op niet helemaal zeker wat ze van hem denken moest. Het ontging haar dan ook niet dat de kater zijn nagels in de grond zette waarna ze haar wenkbrauwen wat optrok. Waar was dat voor nodig? Immers, ze was hier alleen om de grenzen te markeren en verder niets. Ze schudde langzaam haar hoofd toen de kater weer sprak. En met wie heb ik het genoegen op deze práchtige dag?". Cynisch keek ze hem aan en voelde een prikkeling over haar vacht schieten. "Beautiful day. Hmm?" miauwde ze droog terug. Ja, vast en zeker dat het mooi weer was vandaag. Het weer kon haar gestolen worden. Waarom was deze kater hier, en wat moest hij van haar? "The pleasure is all mine. My name is Otterflight. What's yours?" zei ze en ging toen rustig zitten. Als hij zijn naam liet vallen kon ze het rapporteren aan Innerghost of aan Shrewstar. Haar blik bleef even in de gele van de kater voor haar hangen toen er langzamerhand alarmbellen af begonnen te gaan. Was er laatst niet een aankondiging geweest over een groep Rogue's? Zeker wist ze het niet maar ze had zo langzamerhand het vermoeden gekregen dat deze kat hier voor haar een van de onruststokers was.