Amy had nog niet erg lang haar vorige leven de rug toegekeerd, ze vond het gewoon niks. Eigenlijk werd haar leven toen bepaald door haar huismensen maar nu niet meer, nu is ze vrij. Wat Amy nog steeds deed bij de tweebeen plaats wist ze niet, al wist ze wel dat ze hier weg wou gaan en snel ook. Ze was wel mager geworden en gelukkig voor haar had ze als ze ging jagen soms geluk gehad. Door pootstappen schrok ze uit haar gedachten, eerst ging ze die negeren maar toen de pootstappen gevolgd werden door een stem werd ze gedwongen om te antwoorden "Wie ben jij?" ze merkte dat de kat voor haar stond, hoe kon ze hem nou niet gezien hebben? "My name is Amy, and what is your name dear?" ze zwaaide even met haar staart en liet haar kijkers rond de omgeving afgaan, kijken of er andere katten in de buurt waren. Ze rook voorzichtig, de kater had een stinkende, sinistere geur om hem heen, een geur die haar liet bibberen. Haar blik gleed omhoog, kijkend naar wolken die misschien een storm zouden aankondigen.