Walking, just walking.

De kater had zojuist een paar prooidieren gevangen en deze veilig onder een struikje gelegd toen hij plots een geur had geroken. Er waren hier andere katten in de buurt, op z'n minst eentje. De laatste tijd kreeg de Terror Claws steeds meer bezoekers die zich bij hem wilde voegen, maar allen had hij weer weggejaagd. Nee, het groepje was voor nu goed zoals het was. Hem, Teemo, Firestone, Ordinary, Lullaby en Sushi. Hij wilde met al zijn katten een zo close mogelijke band opbouwen, en hij moest natuurlijk voor het accepteren van een kat in de groep een beetje weten hoe deze was. Of deze bereid was om geleid te worden. "En dan ben jij vast en zeker Gravepath," mauwde een stem plots en zijn goudkleurige ogen richtte zich op een zwartige kattin, al had ze zo hier en daar wat vlekjes. Bijzonder. "Ja, dat ben ik. Wie is deze ma'am?"

"Ik sta bekend als Cailin," mauwde de poes. "Om maar direct te zijn met waarom ik jou heb aangesproken," mauwde ze terwijl Gravepath haar aankeek, "jou Rogue groep staat mij wel aan." De poes maakte een paar bewegingen met haar staart. "De Terror Claws, is het niet? Een groep Rogues die meer gebied willen... die van het bestaan van de clans af willen, toch?" De poes keek hem afwachtend aan en hierna knikte hij kort, zijn blik nog altijd erg koeltjes. "Juist. We zijn al begonnen met onze plannen, want we hebben een groep van ShadowClan katten aangevallen en daarbij een apprentice vermoord. They won't forget us that soon." Hij greens nu naar de poes en bekeek haar kort. Niet slecht. En hij had nodig nieuwe leden nodig.

"Klinkt goed," mauwde de poes toen en hij greens kort. "Hoe gaat het in zijn werking, moet ik een test ondergaan..? Krijg ik een proeftijd..? Want mijn interesses heb je gewekt," mauwde de poes weer rustig. Nog altijd greens de kater, een grijns waarvan niet te zeggen was welke emotie dat bij hem opwekte, een ijzige grijns. "Het hele leven is een grote test, Cailin. Cats come and cats go, so the members of the Terror Claws do if I see they don't belong hire." Na deze woorden draaide de kater zich om, stapte in de richting van de struiken en bleef staan om om te kijken naar de poes. "Welcome to the Terror Claws." Hij maakte een gebaar met zijn staart dat ze moest volgen en verdween in de struiken.

De poes volgde hem snel en een kleine grijns speelde om zijn lippen. Het zag ernaar uit dat hij weer een nieuwe, trouwe volgeling zou hebben in zijn groep. Waarschijnlijk verwachtte ze een of andere proef om er officieel bij te horen. Nu, eigenlijk kregen de katten uit de Terror Claws wel een soort van proef, alleen wisten ze het zelf niet helemaal. Teemo, Lullaby en Sushi hadden zich bewezen in het gevecht met ShadowClan. Echter moesten Firestone, Ordinary en nu dus ook Cailin zich nog bewijzen. De volgende kans die deze drie zouden krijgen was de aanval op RiverClan die ze binnenkort zouden krijgen. Ondertussen waren ze al diep in het territorium van de Terror Claws en kwamen ze aan bij de wand van rozenstruiken. Er was enkel een enkele ingang die je niet kon vinden als je niet zou weten dat deze er was. Hij ging Cailin voor en kwam toen in het kleine kamp terecht. Hij keek even om of de poes volgde en verdween toen in het grote dassenhol. Er waren verschillende geuren te ruiken, die van Firestone, Teemo, Ordinary, Sushi, Lullaby en die van hem. Grave ging de poes voor door de lange gang heen, ze kwamen langs de prooikamer waar het stikte van de prooi en nam toen een muis ervan af. Hierna trippelde hij door naar de ruimte waar de lege nesten van de rest lagen. Hij liep naar een vers, ongebruikt nest en legde de muis ernaast. "Dit zal vanaf nu jouw nest zijn. Rust wat, maak kennis met de anderen en zorg dat je in conditie bent. ShadowClan hebben wij al aangevallen, RiverClan is de volgende die van ons bestaan gaat weten." Een grijns sierde zijn lippen en hij keek de poes aan, wachtend op misschien nog een vraag of bevestiging die eraan zat te komen.