Voorzichtig sloop ze haar vertrouwde den weer in. Ze dacht even aan Sparrowpaw, aan hoe ze hem had aangetroffen. Het was verschrikkelijk om te zien, zelfs om er maar aan te denken. Ze besloot om hem op te zoeken, om te kijken hoe de jonge kater het nu maakte. Ze kroop de den weer uit en liet haar ogen vlug over het kamp vallen. Ze vond de kater niet ver van haar den vandaan, en glimlachte even. Ze trippelde op de jonge kater af en begroette hem vriendelijk. "En, hoe gaat het Sparrowpaw?" vroeg ze aan de kater en keek even bezorgd. Als hij nog veel last had, kon ze hem natuurlijk altijd wel helpen.
- Ik weet niet of Sparrow nog in de medicine den lag, dus als dat zo is verander ik mijn post wel (: