Chrissy ღ 300 Actief
| |
| Onderwerp: {{ Keegan }} wo 17 sep 2014 - 19:30 | |
| Keegan {{ Full name; Keegan P. Russ. {{ Name; Keegan {{ Former names; x {{ Meaning; x
{{ Prefix; Keegan was de naam die zijn vader hem gegeven had. Gebaseerd op Keegan van Ghosts. {{ Affix; Zodra je een volledig lid van de Ghosts werd, kreeg je een achternaam. Keegan dus ook. {{ Age; 25 moons {{ Gender; Male {{ Birthplace; x {{ Breed; Mixed {{ Conviction; Neutral / Bad {{ Sexuality; Hetrosexual {{ Clan; None, Ghosts was my group.
{{ Thoughts of the ThunderClan; x {{ Thoughts of the RiverClan; x {{ Thoughts of the WindClan; x {{ Thoughts of the ShadowClan; x {{ Thoughts of the BloodClan; Jullie gaan allemaal dood. Ik zorg daarvoor. {{ Thoughts of Kittypets; Saai hoor. {{ Thoughts of Rogues; Lastig. Jullie zijn allemaal anders. {{ Pm to; Ghostpaw' {{ Killcount; Buiten de rpg; 12 katten
{{ Based upon; Keegan P. Russ {{ Song; Ghosts {{ Voice; [url=https://youtu.be/z5_SLRxFS-k?t=53s[/url]{{ Keywords; Kil - Loyaal - Vechter - Hard
Een psychopaat kan je hem noemen. Spijt van de meeste moorden heeft hij niet, maar dit kwam vooral omdat hij echt een grote haat heeft ontwikkeld naar de katten die hij vermoord heeft. Haat kan je het noemen, maar hij wilde ze gewoon niet meer in de wereld hebben. Ze moesten weg, ze hadden alles van hem afgepakt wat hij had. De kater is mentaal niet bepaald stabiel. Hij wordt gewoon gek van zijn eigen gedachten en herinneringen, en in de tijd dat hij daar weer over nadenkt, kan hij woedeaanvallen krijgen. Als hij met andere katten is, is hij meestal kil en alleen hatelijke en sarcastische opmerkingen zijn te horen. En de waarheid, als hij zegt dat je te zwak bent om in deze harde wereld te overleven, meent hij dit. De kater zal vechten om wat van hem is. Echter zal hij niet meer zo snel anderen toevoegen aan zijn leven, om alles wat er gebeurd is. Met de dag dat hij langer alleen is, zal hij killer worden en koelbloediger. Hij heeft echt een stenen hart gekregen, tenminste, zo lijkt dat voor anderen.{{ Vacht; Keegan heeft een gitzwarte vacht, die vol littekens zit. Zijn vacht is kort tot halflang. {{ Bouw; De kater is erg breed gebouwd. Hij heeft brede schouders en een massieve kop. Hij is zeer gespierd. {{ Nagels - Tanden; De kater heeft goede en sterke tanden, maar zijn nagels zijn zijn moordwapens. Zijn techniek is bekend. Hij drukt zijn nagels tegen jou keel en vermoord je zo. Zijn tnaden zijn weinig in gebruik. {{ Ogen; De ijsblauwe ogen van de kater kijken altijd kil. Ze werken prima. {{ Neus; De neus van de kater werkt prima. Er loopt een klein litteken over zijn neus, maar die heeft geen invloed op zijn reukzin.
“Mijn moeder was een jonge poes, te jong voor een nestje vonden ik en mijn vader, maar ze was een prima moeder. Haar mooie, groene ogen hadden mijn vader verleidt, hij werd stapel verliefd op haar, maar het was eerst niet wederzijds. Mijn moeder kon je een lastig persoon noemen, ze was vals. Onschuldige katers verleiden, om vervolgens te dumpen en te vermoorden. Dit wilde ze ook bij mijn vader doen. Katten kenden haar, net zoals mijn vader, die wist wel gevaar er was, maar gaf niet op. En door een foutje, kwam mijn nestje. Mijn moeder was toen 15 manen oud. Mijn vader had er spijt van, maar besloot dat hij een goede vader voor de kittens zou worden. Mijn moeder had een hekel aan mijn vader gekregen, zei dat als ze van de bolle buik af was ons allemaal zou vermoorden, net als hem, maar toen wij geboren werden, kreeg mijn vader een hele andere kant te zien, een die dankbaar was voor het geschenk, wat uiteindelijk toch wel gewenst was. Het verbaasde mijn vader, maar hij was er erg blij mee, dat mijn moeder het accepteerde, al vertrouwde hij haar niet geheel bij ons. Het was een goed begin, voor zowel mijn vader als mijn moeder. Ik was als enige een kater, wat mijn vader geweldig vond. Hij wilde een vechtmachine van me maken, een die zich prima bij zijn groep kon voegen. Mijn pa had een groep, met allemaal rogues, die allemaal alle macht wilde hebben. Ik wist niet wat het allemaal was, maar ik vond het prima. Ik had een goed leventje als kitten, ik was duidelijk de dominantere van alle kittens. Mijn twee zusjes waren eerder angstig, zaten altijd bij mijn moeder, die hun beschermde met haar leven. Ze zag in mij al een sterke kater, die alleen nog goede training nodig had. Mijn pa gaf mij de naam Keegan, een die ik met trots droeg. Mijn pa speelde vaak met mij, maar was dit hele gedoe na 3 maanden zat, waarna hij heel het gezin verliet, met het bericht dat hij verder moest met zijn taak. Ik was nooit de favoriet van mijn moeder, de agressie die in mij zat vond ze gevaarlijk. Spelen met mijn zusjes mocht ik nooit, ik moest afgezonderd slapen. Op een dag, toen ik 5 maanden was, verliet ze mij. Ze gaf me een lik, keek me even met haar groene ogen aan en zei dit; ‘liefste Keegan, je lijkt zo veel op je vader, de kater die mijn hart brak en mij achterliet. Het doet pijn bij jou te zijn, ik wil je gewoon niet meer zien, je moet je eigen weg maar vinden, die waarschijnlijk eindigt in de dood. Ik zal jou dit plezier niet aan doen. Keegan, de wereld is beter af zonder jou. Jij bent een beginnend monster, je zal moorden, het pad van mij volgen. Een psychopaat, ik zie het in je. Slecht ben je.’ De kater keek verslagen naar zijn moeder, mijn ijsblauwe ogen straalden al kilheid uit. Had mijn moeder gelijk? Was ik zo slecht? Ikzelf had het nog niet door, ik wist niet wat ze bedoelde, maar ze was weg, met mijn zusjes. Het was laat toen ze vertrok, ik moest deze nacht zelf doorbrengen. Ik bleef waar ik nu lag, mijn thuis. Zou iemand me hier redden? Plotseling verschenen er twee amberkleurige ogen bij de ingang, die kil stonden, maar ergens voelde het vertrouwt. “Kitten,” sprak de kater op een ruwe toon, die vriendelijk klonk naast de hardheid ervan. Ik keek hem aan, zonder angst. “Ik ben geen kitten,” sprak ik toen vol zelfvertrouwen, waarna ik voorzichtig naar hem toe liep. “Ik ben Elias, ik heb het gesprek gehoord, het is rot voor je,” zei hij toen peinzend. “Ik ken je vader, die zei dat ik eens op bezoek moest komen,” sprak hij, met zijn oudere, ruwe stem. “Ik ben Keegan,” stelde ik mezelf glimlachend voor, waarna ik hem aankeek. “Je bent sterk, zei je pa,” sprak hij toen met een glimlach, achter zijn kille blik lag een vriendelijke kater, die ik gauw zou leren kennen. Ik kwam mee naar zijn ‘thuis’. Hij was een zwerfkater, met ideeën om de BloodClan uit te schakelen. Hij had hele slechte ervaringen met de BloodClan. Er zaten enkele katten bij hem, die hem met plezier wilden helpen. De ene stelde zich voor als Kick, de andere als Merrick, al was die nog niet heel oud, misschien 11 manen, dan had je Elias en nog Rorke, katers die allemaal de BloodClan wilde vernietigen. Er zaten nog wat katten in de groep, ook een jongere kat, maar die waren eropuit. Elias had een kitten, de moeder had de anderen meegenomen. Deze kitten was jong, 2 manen. Ik keek hen verbaast aan. Wow, dit was echt heel gaaf! “Jij mag ons helpen, met het vernietigen van de BloodClan,” sprak Elias. De andere katten om hem heen knikten. Merrick keek hem onderzoekend aan. “Baas, weet u zeker dat deze kitten sterk genoeg is?” vroeg hij, met een verachtende ondertoon. Ik keek hem eventjes twijfelend aan, maar algauw veranderde mijn blik in een dominante blik. Ik wist dat ik het moest verbazen. “Ik kan het je anders wel laten zien,” siste ik hem woedend toe. Elias lachte luid, met Rorke, zijn goede vriend. “Je hebt moed kitten,” snoof Merrick enkel. Ik keek hem grijnzend aan. Ik was goed. Manen gingen voorbij. Ik was nog te jong om de intense training aan te gaan, maar op een leeftijd van 7 manen mochten ik en Merrick er met Elias op uit. Merrick had al meer ervaring, maar ik wist vreemd genoeg veel van alles, door de spelende trainingen van mijn pa. Elias was verbaast, Merrick reageerde nukkig. Hij was ook goed in alles, maar ik was beter, als hij nu ook 7 manen zou zijn. Ik leerde heel veel, de trainingen zouden doorgaan tot ik 15 manen oud was. Dan was ik zoals mijn vader zei een vechtmachine, maar door Elias opgeleid. Vechttrainingen, ik leerde jagen, ik mocht er vaak zelf op uit en kende toen ik bijna een jaar was bijna heel het twoleg gebied uit mijn hoofd. Toen ik 15 en een halve maan was, Merrick was allang een volledig lid, Walker en Hesh waren in training, zou ik ook een volledig lid worden, maar er was een gruwelijke ontdekking gedaan. Rorke rook naar BloodClan, maar niet naar het verse bloed van een BloodClanner. Ik keek toe, hoe Elias hem tegen de grond drukte, zijn nagels waren tegen zijn keel gedrukt. “Zeg op!” riep hij woedend, zijn ogen waren extreem kil. Walker en Hesh keken angstig naar de twee katers, de gruwelijke grijns van Rorke maakte mij woedend. “Elias, beste Elias..” grijnsde hij. “Ik help jou toch niet met je plan? Ik wist, dat je er ooit achter zou komen, maar ik help alleen omdat ik zelf een BloodClanner ben, en ik de Ghosts ga uitschakelen,” siste hij, waarna hij Elias van zich af duwde. Hij ging er luid lachend, vals lachend, vandoor. Ik keek naar Elias, die woedend was. “Wat een verrader!” siste hij. “Ooit, ooit gaat Rorke dood…” snoof hij, waarna hij mij aankeek. “Keegan, jij gaat Hesh opvoeden, hij moet net zo een krachtige krijger als jij worden, Merrick, jij krijgt Walker onder je hoeden. Zorg ervoor dat ze een BloodClanner aankunnen, hen kunnen vermoorden,” snoof hij, zo woedend als hij was. Ik knikte. Hesh keek mij aan, een plechtige glans lag in zijn ogen. Ik was er al achter gekomen, dat ik de BloodClan haatte. Ik ging er vaker zelf op uit, ik kwam in geheel onbekende gebieden. De roguegebieden. Mijn vader zou hier ergens rondzwerven, net als mijn zusjes en mijn moeder. Ik was uitgegroeid tot een grote kater, hoe ik zo groot en breed kwam was een raadsel, aangezien mijn vader niet heel erg breed was en mijn moeder juist slank. Elias zei altijd dat mijn opa breed was, dat ik het daarvan geërfd had. Ik zocht naar mijn pa, ik wilde hem laten zien wat ik geworden was. Op een dag, een dag die ik nooit vergeten zal, kwam ik hem tegen. Mijn moeder hing boven hem, haar blik stond woedend en vals. Ik keek haar woedend aan, zag dat mijn vader helemaal onder het bloed zat. “Pap!” riep ik sissend, mijn moeder keek op. Mijn pa bleek al dood te zijn. “Vuile moordenaar,” siste ik woedend, waarna ik haar met alle gemak tegen de grond drukte. Mijn klauwen drukten tegen haar keel aan, ze stikte bijna in haar woorden. “Keegan, ik wist het,” zei ze enkel, met een valse gloed in haar groene ogen. Maar ik drukte mijn nagels iets te stevig tegen haar nek. De poes begon te gorgelen en spuugde bloed uit. Ik keek haar woedend aan, mijn nagels voelde bloed. Ik snoof eventjes, keek haar kil aan. Algauw lag er een levenloze lichaam onder me. Ik keek het lichaam eventjes aan, maar keek algauw op, toen een vleug van een roguegeur mijn neus binnen drong. Ik keek in twee amberkleurige kijkers, die angstig toekeken. Ze leek op mijn zus, maar ik twijfelde. De poes rende er angstig vandoor, ik volgde haar. “Laat me met rust, moordenaar!” gilde ze angstig, waarna ze in een boom kroop. Dit was duidelijk niet mijn zus. Haar mooie, gevlekte vacht liet me meteen nieuwsgierig de poes aankijken. Ze keek angstig weg. Ze was wel schattig. “Ik doe je niets,” sprak ik, met een kleine glimlach. Ze keek me aan, maar weigerde de boom uit te komen. “Zeg je naam nu!” beval ze hem, maar het klonk angstig. Vast iets om dapper te lijken. “Keegan, Keegan P. Russ,” zei ik glimlachend. Ze keek me angstig aan, maar sprak. “I-ik ben Raya..” Algauw kwam ik er achter dat ik haar Ray mocht noemen, maar vertrouwen deed ze me totaal niet. Ze vond me eng. Ik had een vertrouwt gevoel bij haar, elke keer dat ik naar haar gevlekte vacht keek voelde ik me warm worden. Ik vertrok die middag terug naar mijn thuis. Merrick keek me meteen grijnzend aan. “Bloed, ik ruik vers bloed jongens!” riep hij grijnzend. Ik duwde hem vriendschappelijk aan met mijn schouder, waarna de meeste katten van de Ghosts tevoorschijn kwamen. “Alleen geen BloodClan..” snoof Elias, maar ik hoorde een vriendelijke en trotse toon in zijn brommerige, rokerige stem. Ik keek de katten trots aan. “Ex-BloodClanner,” grijnsde ik. “Maar ik heb geen BloodClan in mijn bloed,” sprak ik toen. Elias keek me ongelovig aan, Merrick en Hesh vragend. “Bedoel je dat..?” vroeg Elias, ongelovig, maar trots. Ik knikte, grijnzend. “Ja, Elias. Ik heb een heks uitgeschakeld.” Ik ging snel verder met de trainingen van Hesh, die alles erg snel opving. Het was een hele aardige kater, leerde goed en kon tevens ook geweldig goed vechten. Ik kwam Ray ook vaker tegen. We bleken een klik te hebben. Ik mocht haar graag, meer dan vriendschap, zij moest er enkel nog achter komen. Van Rorke hoorden we een lange tijd niets meer, Elias kwam langzaam tot rust. Weken gingen voorbij, Ray vertelde me dat ze me – nou ja, zo kwam het over en het kwam goed over – leuk vond. Ik keek haar blij aan, maar ze had nog meer te vertellen. Ze was drachtig, van hun eerste nestje. Hij keek haar ietwat angstig aan. Nee. Dat kon hij vast niet. Hij was pas 18 manen oud. Maar hij leerde er algauw mee te leven. In de Ghosts werd het steeds onrustiger. Rorke liet meer van zich horen, hij en zijn handlangers gijzelden Kick, om hem vervolgens bruut te vermoorden, voor de ogen van Elias en Merrick. Merrick stortte zich op een van zijn handlangers, Elias stortte zich op Rorke. Merrick had algauw een levenloos lichaam in zijn bek, maar kon geen pauze nemen of de volgende kat sprong op hem. Ik kwam op het juiste moment. Elias zat in grote problemen, Rorke drukte zijn klauw in zijn nek. Ik sprong naar hem toe, maar Rorke had mijn klauw al doorgedrukt. Elias stierf een langzame en pijnlijke dood, vermoord door zijn voormalige, beste vriend. Ik drukte Rorke tegen de grond, kon hem bijna vermoorden, maar Merrick trok me terug, met het lichaam van Elias in zijn bek. Iedereen was geschockeerd, Hesh wist niet wat hij moest zeggen. Walker keek ons kil aan, Hesh moest hem tegen houden. Walker dacht dat het onze schuld was, dat zijn vader overleden was. Ik keek hem aan. “Logan, dit heeft Rorke gedaan, hij heft handlangers, veel..” legde ik uit. Logan keek mij sissend aan, zijn blik stond kil. “Dat betekend dus dat we Rorke moeten vermoorden.” De relatie tussen mij en Ray verliet niet als rozengeur en zonneschijn. Ze kon het nog steeds amper geloven dat ik al enkele katten in mijn leven vermoord had en confronteerde me er steeds mee. Ik probeerde haar het verhaal uit te leggen, maar ze zei dat ik een monster was, als ik mijn moeder kon verlopen. Meestal kwam het wel goed, maar ze vertrouwde me niet volledig. Het was stormachtig en lastig. Toen ik 20 manen oud was, kwam ik Rorke tegen, naast het levenloze lichaam van Ray. Mijn ziel vulde zich met verdriet, maar mijn houding was woedend. “Het spijt me..” siste Rorke vals, zijn handlangers kwamen algauw aangelopen, evenals Alex, Merrick, Walker en Hesh. Ze zouden allemaal meevechten, tot Rorke dood was. Het was een heftig gevecht, tussen de BloodClan en de Ghosts. Ik lag boven Rorke, zijn klauw drukte in mijn buik, maar mijn klauw lag op zijn keel. Ik siste waarschuwend. Plotseling klonk de harde, ruwe stem van Merrick boven het gesis en geblaas uit. “Alex is dood!” riep hij, woedend. De kater had al meerdere katten vermoord in zijn leven, meer als mij, al had ik er ook al aardig wat vermoord. Ik keek Rorke sissend aan. “Verrader,” blies ik, waarna ik mijn klauw doordrukte, totdat hij stikte in zijn eigen bloed. Zijn handlangers verlieten het slagveld, de groep was flink uitgedund. Walker was verdwenen, Hesh lag er zwaar gewond bij. Ik had ook aardig wat diepe wonden, maar mijn woede en verdriet maskeerde de pijn. Merrick was eigenlijk de enige, die er aardig ongedeerd uit kwam. Hierna vertrok ik. Ik was veranderd, had Merrick gezegd. Hij zou ook zijn eigen weg gaan, Hesh zou zijn broer zoeken. Even later hoorde ik dat Hesh gestorven was. BloodClanner. Van Walker mist nog elk spoor, evenals van Merrick, de kater die ik eerst zo erg haatte, die later mijn beste vriend geworden was. Ik leefde nu als Rogue, maar dat betekende totaal niet dat ik klaar was, dat mijn missie geslaagd was. Nee, alle BloodClanners moesten weg, dood. En ik zou daar persoonlijk voor zorgen. Rorke had bij de moord van Ray niet één kat vermoord – wat al teveel was, maar twee. Mijn zoon of dochter en Ray. Ik doe wat ik kan, om hen uit te schakelen, met mijn eigen klauwen, stuk voor stuk. Persoonlijk."
W.I.P |
|