Shadowclan territorium Met een te grote frustratie stampte Ratbite met haar poot op het muizenholletje, zodat het instortte. Mooi, dat zal die kreng leren. Ze had echt geen succes met jagen vandaag, vier pogingen en alle waren ze mislukt. Ze had bijna een vogel te pakken gekregen, maar die was voor haar neus opgevlogen en er achterna gaan had ook geen zin meer gehad. Hetzelfde gelde voor twee muisjes en een kikker, hoewel ze nooit goed was geweest in die laatste. Ze springen zo rond en zo ver, maar het beestje had zo stil gezeten dat Ratbite niet verwacht had dat hij haar door had. Op zijn bijzondere ogen had ze even niet gerekend. Wel ze kon aan poging vijf beginnen of terugkeren en zichzelf nuttig maken in het Camp. Fadingpaw een training geven leek haar geen goed idee, aangezien blijkbaar alles mis ging. Ze had in haar nest moeten blijven vandaag, dat had de Starclan waarschijnlijk duidelijk maken met die tak waar ze vanmorgen over struikelde. De grijze poes besloot dat ze hier in elk geval geen jacht meer moest beginnen, aangezien de prooien nu in elk geval voorlopig wel bleven waar ze waren. Ratbite draaide zich woedend om met een zwiep van haar staart en begaf zich ten einde raad naar de Carrionplace. De Carrionplace was zo'n beetje de plaats waar ze de meeste dingen beleefde. Hopelijk kon ze wat vinden en had ze daar meer geluk. Ratbite besloot, om de andere katten niet te hoeven laten mee te genieten van haar frustratie, om wat langs de grenslijn te lopen. Ook die van de Windclan, hoewel ze daar natuurlijk wel gepaste afstand nam, want ook zij vertrouwde de Windclan niet zo heel erg mee. Een tijdje geleden had ze het opgenomen voor hun, maar er was nu zo veel gebeurd, natuurlijk wel van beide kanten. Ratbite bemoeide zich er overigens ook niet meer mee, nu ze haar eigen problemen leek te hebben. Het grootste heette Ashdrizzle, de kater op wie ze misschien een crush had, maar daar was ze nog niet zeker over. Daarna kwam Fadingpaw, haar Apprentice dus, ze was bang dat ze zijn trainingen zou verslonzen, zoals Ashdrizzle bij haar gedaan had. Inderdaad, alles draaide om A-S-H-D-R-I-Z-Z-L-E. Dat waren eigenlijk haar grootste problemen wel. Ratbite keek opzij en zag opeens dat ze erg ver was gelopen. Naast haar kwam nu Rogue-land in zicht en Ratbite zag dat ze in gedachten verzonken ook het einde van het territorium had gehaald.Verderop lag wel de Carrionplace, maar opeens trok die plaats haar wat minder. Eigenlijk was ze opeens nieuwsgierig naar iets buiten het territorium en dat was niet het Rogueterritorium. Ratbite was nog nooit in Kittypet gebied geweest. Kittypets waren misschien nog minder geliefd dan Rogues, vanwege hun trouw aan tweebeners en Ratbite had verhalen gehoord over het eten was ze daar kregen. Ook had ze gehoord dat Firestar geboren was als Kittypet, wel die was dan gelukkig nog goed terecht gekomen. Ratbite wist dat Kittypets geen moordlustige strijders waren en had dan ook niks op ze tegen en ook niets mee. Maar een kijkje nemen bij hun moest toch wel kunnen? Ratbite merkte dat ze half over de grens stond en moest korte lachen om zichzelf. Ze nam een besluit, het werd kijken. De grijze poes stapte haar vertrouwde territorium uit en begaf zich in Rogueterritorium of niemandsland.
Zomaar ergens
De poes was op haar hoede hier en ze wist dat haar aanwezigheid hier niet al te op prijs werd gesteld. Ze had totaal geen zin in een gevecht nu of vermoord te worden. Ratbite wenste dat ze een kortere en veiliger weg wist te vinden naar Twoleg Place, maar eigenlijk was dit al een gok. Ze had wel af en toe gehoord waar het lag en rechtdoor gaan leek haar het best. Ze wist wel dat ze niet naar de andere territoriums ging nu, dus dat moest goed zijn. Toch? Of lag dat verdraaide gebied nou bij de Windclan. Dan moest ze nog een heel eind... Ratbite schudde haar kop en ging zitten. Waar moest ze nou toch naar toe? De grijze poes keek rond en probeerde het te herkennen. Intussen rook ze ook, de geuren waren misschien het enige wat haar nu konden helpen. Plots ze een brandlucht, maar ver weg en zwak. Als van een zwakke, kleine brand. Vreemd genoeg rook het ook zoet en ergens naar...vlees? Ratbite herinnerde zich dat er verteld werd dat Twolegs hun eten altijd moesten verwarmen voordat ze het konden eten. Misschien? Hoewel Ratbite normaal gesproken juist weg zou zij gegaan voor een brandlucht, ging ze er nu juist op af. Blij met haar vondst rende ze zelfs het laatste stukje.
Twoleg Place
Ratbite schrok van de grote enorme dingen. Ook hier had ze verhalen over gehoord. Dat moesten dus de nesten zijn van twolegs, enorme dingen met gaten erin die open en dicht konden. Ratbite stond aan het begin van iets wat leek op een Thunderpath, maar dan breder en had aan beide kanten een verhoging. Katten zag ze nog niet, wel rook. Dat moest de rook zijn die ze had geroken. Ratbite proefde opeens een heerlijke geur en het water liep in haar mond. Het was zo lekker en zo zoet. Maar ze kende het niet en ze kon geen dingen vertrouwde die ze niet kende. Zeker hier niet. Ratbite kon het echter niet weerstaan en ze liep op de geur af. In een van de kleine territoriums van de Twolegs die ze met hekken hadden afgezet en soms zelfs met grote houten dingen waarvan Ratbite de naam niet wist, zaten drie Twolegs. Ratbite voelde haar vacht wat omhoog gaan, dit was de eerste keer dat ze Twolegs zag. Wat zagen ze er raar uit. Kaal, hoewel twee wel haar op hun kop hadden, de derde was helemaal kaal. En dan die raar felle dingen die ze droegen...Als een soort van vacht, maar dan in alle kleuren. Ratbite vond ze groot en raar, maar niet...eng. De grijze poes zag opeens een groot glanzend rood ding staan en zag dat daar die geur van afkwam. Weer overwon haar nieuwsgierigheid voor de lekkere geur en ze waagde zich in het hol van de leeuw. Ze ging met gemak tussen de spijlen en toen stond ze bij de Twolegs in hun territorium. De kleinste Twoleg wijste opeens naar haar en stond op. Ratbite blies naar haar en het vrouwtje, want dat was het duidelijk, deinsde achteruit. Het was duidelijk nog een jonge Twoleg, ze moest een jong zijn. Dan waren de andere twee hoog waarschijnlijk haar ouders. Het vrouwtje praatte met de andere twee, haar stem klonk opgewonden en hoog. Het mannetje sprak, hij had juist een zware stem en ergens ook kalmerend. De niet verstaanbare woorden dreunde in Ratbit's kop, ze wou dat ze het begreep. Plots stond het andere vrouwtje op, een volwassen exemplaar. Ze had iets in haar hand en wierp het voor Ratbite neer. Het rook heerlijk en naar vlees. Maar het had geen vacht en ze herkende ook geen dierengeur. Kon ze het vertrouwen of wouden ze haar vergiftigden? Ratbite besloot op voorzichtig een hapje te nemen en verbrandde haar bekje, maar voor de rest smaakte het prima. Ze vertrouwde het. Ze pakte het sukje warme vlees op en ging vlug weg. Op de stenen verhoging at ze het vlug op. Het was een van de lekkerste dingen die ze ooit had gegeten en er gebeurde nog steeds niks. Toen ze het op had wou ze naar katten zoeken, maar dat hoefde niet. Een andere kat naderde haar.
-Eerste post voor Grimalkin, als je geen zin hebt om de hele post te lezen, vanaf de derde alinea kan ook wel.
Ps, 1257 woorden.