Met een soepele beweging sprong hij op een rots. Zijn spieren spanden en ontspanden zich, om vervolgens de klap op te vangen. Het natte mos maakt de zachte dons tussen zijn voetkussentjes vochtig. Hij sloot zijn ogen, ontspande zich en sloeg zijn staart om zich heen. Zijn poten had hij onder zich gevouwen en op zijn vacht zaten kleine waterdruppeltjes. Normaal had hij het vervelend gevonden, maar vandaag was niks vervelender, kon niks vervelender zijn dan het afschuwelijke nieuws dat hij had gehoord. Enkele dagen geleden had hij het nieuws al gehoord, maar hij had zichzelf afgeschermd tegen de woorden. Hij had gedaan alsof het hem niets deed, maar het deed hem ontzettend veel zelfs. Meer dan menig kat zou kunnen verwachten. Toch gingen de dagen verder en moest de clan prooi hebben. De schaduwen waar langgerekt en de zon had zich al zichtbaar gemaakt. De ochtend begon zijn intrede te doen. Stukje bij beetje begonnen de dagen weer te zijn zoals ze waren, zonder alle gedachten en zorgen die zich hadden losgemaakt bij het nieuws.
Hij legde zijn kop op de grond, waarbij een kleine zucht vrijkwam. Het mos boog even door, waardoor het mee leek te zuchten. Was de clan nog wel zoals het was geweest? Het voelde anders, minder trouw... nee, dat waren de verkeerde woorden. Minder als een familie. Solidtail was niet de enige geweest die in een waas had gezeten. Veel meer clankatten hadden zich terug getrokken naar de achtergrond, slechts enkele waren nog echt aanwezig, aanwezig in het nu. Solidtails oren hingen iets langs zijn kop naar beneden.
Solidtail bracht zijn kop omhoog en keek naar de sterren die langzaam, bij elke zucht, een stukje minder zichtbaar werden. De dag kwam steeds dichterbij. Hij zuchtte opnieuw, maar luider dan daarvoor. Hij had behoefte om te praten met een clangenoot. Misschien dat praten zou helpen, afleiding kon bieden.
(Sorry voor kleine post, heerlijk om even snel een reactie te typen in de pauze.... volgende zullen allemaal echt véle malen groter zijn!)