Een gaap verliet zijn mond en hij strekte zich uit. Het was een koude ochtend en Draco wou het liefst terug naar het kamp, toch bleef hij buiten in de kou. Hij wou namelijk een goede jager worden en had besloten vandaag te beginnen met trainen. Hij snoof de geuren om zich heen op en dacht een eekhoorn te ruiken. De witte kat knikte, uitstekende prooi. Al moest hij oppassen. Eekhoorns waren erg schrikachtig, een krakend takje en het dier was gevlucht. Hij moest zich dus heel goed concentreren. Hij snoof nog een keer en rook de eekhoorn nu wat duidelijker. Hij glimlachte dat kleine beestje ging eraan. 'Goed zo, dat is de juiste instelling' zei Dree. Draco knikte en liet zich door zijn poten zakken. Langzaam sloop hij naar de eekhoorn. Een paar meters sluipen verder zag hij het oranje rode beestje zitten. Hij sloop nog ietsje dichterbij. De eekhoorn keek om zich heen en bewoog zijn kleine neusje. Nu moest hij toeslaan, anders was het te laat. Hij liet zich nog ietsje door zijn achterpoten zakken, zwiepte even met zijn staart en ontblootte zijn tanden. 'Go!' riep Dree en de witte kater schoot vooruit. Hij zag hoe de eekhoorn wegrende en draaide zich zo dat zijn poten op de staart van het beestje terechtkwamen. Hij grijnsde 'ik heb je.' Hij voelde de eekhoorn onder zijn poten worstelen. Plotseling ging er een scherpe pijn door zijn rechtervoorpoot. Hij trok hem snel op en zag dat de eekhoorn eraan hing. Dat verdomde beest had hem gebeten. Toen liet het diertje Draco's poot los en rende de struiken in. 'De jacht is geopend' toen stormde hij achter het dier aan de struiken in. Hij hoorde de pootjes van het kleine dier rennen en volgde het geluid. Plotseling was hij de eekhoorn kwijt hij snoof de lucht op maar rook niks. Hij vloekte, hij was het dier kwijt. Plotseling hoorde hij geluid achter zich, en het klonk niet als een eekhoorn.