Met langzame, gestage passen liep Demondance door de duisternis. Opzoek naar een zwakke, onzekere kat in de levende wereld. Hij keek rond, maar zag echter niets. Hij zou de kat zo om zijn poot winden. Ze overtuigen. Ze mee sleuren naar de duistere kant.
Hij snoof diep, zijn zintuigen stonden op scherp. Toch voelde hij de aanwezigheid vaan een andere kat. Een grijns speelde over zijn lippen. "Welkom,"
-Voor Dark apprentice's