Wing staarde verveeld om haar heen. Binnenkort zou ze haar warriornaam ontvangen! Maar haar mentor had inmiddels besloten niet meer te trainen, en stiekem was ze bang dat ze niet goed genoeg zou zij. Waarom kon die stomme kat haar nou niet gewoon verder trainen? Na een tijdje greep ze een muis van de prooistapel, en wandelde het kamp uit. Toen ze een mooi plekje had gevonden, liet ze zich kalm in het mos zakken en at ze haar ontbijt op. Ineens hoorde ze een stem vragen wie er was. Er verscheen een lichte frons op haar kopje. Kenden appendices tegenwoordig niemand meer? "Wingpaw, en wie mag jij wel niet wezen?" zei ze met een halve neppe glimlach.