{DF Apprentice} Mazelock



 
IndexGebruikerslijstRegistrerenLaatste afbeeldingenInloggenZoeken
We're part of a story, part of a tale. We're all on this journey, no one is to stay. Where ever it's going. What is the way?
Welcome
Warrior Cats is een rollenspel gebaseerd op de serie 'Warriors' van Erin Hunter. Je verkent hier al schrijvend de geliefde wereld van de Clankatten, rogues en kittypets. Dit doe je door je eigen karakter aan te maken, waarbij je bijna alles zelf mag bepalen over uiterlijk en karakter. Wild of tam, goed of slecht, sociaal of eenling? Help jij oorlogen te voorkomen? Of ben je een van de katten die hongerig opzoek is naar een groter territorium en meer macht? Het kan allemaal op Warrior Cats.
KIND OF WEATHER
NEWLEAF
Season
Newleaf, 10°C - 20°C
Langzaam maar zeker komen de eerste bloemen weer op. De zon breekt weer door wat zorgt voor een aantal warme dagen. Newleaf zet alles in volle bloei.
WHAT'S HAPPENING
Current Event
BEWARE THE BEAST
THE ALLEGIANCES
Clans
THUNDERCLAN
RIVERCLAN
WINDCLAN
SHADOWCLAN
BLOODCLAN
THE MANAGEMENT TEAM
Staff
Admin
Admin
Admin
Mod
Mod
COME JOIN US
WC DISCORD

SWITCHERDIESWITCH
SWITCH ACCOUNT

Deel
 

 {DF Apprentice} Mazelock

Vorige onderwerp Volgende onderwerp Ga naar beneden 
Mazelock
Member
{DF Apprentice} Mazelock FiB5aEE
Bo II
333
Actief
You don't know now who you are, you don't know now what love is for. The mirror face you see is strange; there's no one here to share your pain.

CAT'S PROFILE
Age: 90 Moons
Gender: She-cat ♀
Rank:
Mazelock
BerichtOnderwerp: {DF Apprentice} Mazelock   {DF Apprentice} Mazelock Icon_minitimezo 4 mei 2014 - 20:19

Name:: Mazelock
Prefix:: Maze - Toen ze werd geboren opende ze haar ogen, ze waren zo diepblauw dat je verloren kon geraken in haar blik.
Suffix:: Lock - Ze is iemand met een gesloten hart en ze laat niet vaak haar 'zwakke' kant zien.
Former Names:: Mazekit - Mazepaw
Future Names:: Mazestar {?} - Labyrinth {Enkel als ze rogue/BC wordt, nog niet zeker}
Age:: 25 Moons
Gender:: She-cat

Clan:: Riverclan
Former Clans:: //
Future Clans:: The new Dark Forest group - Bloodclan {?} - Rogue {?} - Kittypet {?} - Dark Forest {?}
Rank:: Warrior
Former Ranks:: Kitten - Apprentice
Future Ranks:: Dark Forest Apprentice - Deputy {?} - Leader {?} - Elder {?}
Highranks:: Leader Dawnstar - you're not worth it!
Deputy Wolfgaze - You're okay, but don't get in my way!
Med. Cat Nightstream - Just do your job!
Med. Cat app Honeypaw - Stupid apprentice!

Family:: Brother Graverobber - You're okay.
Little Brother Willowpaw - Follow me and you will be powerful.
Little sister Rainpaw - I can train you, make you stronger.
Apprentices:: Ternpaw - I know you will be powerful if you follow in my pawsteps.
Flowpaw - You're just a part of my plan.

Inside:: Maze is een veradelijk katje. Ze zal altijd wat dommer of softer uit de hoek komen dan ze eigenlijk is. Ze kan makkelijk iemand naar haar mond praten en rond haar pootje binden. Ze kan je ook zo om de hoek leiden. Vandaar komt haar naam. Ze kon al van haar geboorte katten aan haar onderwerpen. Ze kreeg het achtervoegsel 'Lock' omdat ze een gesloten karakter heeft en niet makkelijk iemand zal laten ontsnappen. Ze probeert altijd goed voor te komen, maar in feite wil ze gewoon de leader van Riverclan worden en meer territorium krijgen. Maar wat men niet weet is dat Maze een zwak heeft voor haar familie. Ze is niet rap geraakt en niet zo meelevend, maar voor haar siblings doet ze alles. Er moet ook maar één iets met hen gebeuren of Maze wordt razend en scheurt de kat die pijn heeft veroorzaakt bij hun aan stukken. Dit is haar enige zwakke puntje, maar als het uiteindelijk uitkomt op een gevecht voor meer macht, zou ze zelfs hen uit de weg ruimen. Ze blijft een verrader. Iemand die in feite niks om andere geeft, enkel als ze iets in haar plan kunnen zijn.

Oustide:: Een lilac point poes {Wit kortharig/halflangharig in de winter, grijs gestreepte poten, zwarte staart en een bleek grijze vlek die zich verspreid over haar gezicht + zwarte oortjes. & diepblauwe ogen}

Theme:: Poltergeist

History:: Op een koude leafbare dag werd ze geboren. De jongste van een nest van vier. Eén van de kits overleefde de koude niet en stierf meteen bij de geboorte. De queen was gebroken en stond haar kits af aan een andere queen, maar niet voordat ze ze een naam gaf. Gravekit, de oudste, werd vernoemd naar de dood van haar ene kit. De tweede kit, een chocolate point, kreeg de naam Stonekit, vernoemd naar de kleur van zijn neusje. En dan kwam ze bij de laatste kit, een blauwgrijze point. Ze keek wantrouwend naar de kit en wel meteen opende ze haar ogen. In haar blik lag emotie... Een doolhof van woorden. Ze stond aan de grond genageld en kon de woorden amper uitspreken. Mazekit. En zo verliet ze hen... In de poten van een andere, vreemde kattin.
Haar naam was Brackenbreeze en ze had dezelfde bruine vacht als Gravekit en hetzelfde bruin als Stonekit. Mazekit viel weg met haar grijsblauwe kleur en werd hierdoor nogal schuin aangekeken. Ze leek helemaal niet bij het nestje te passen. Brackenbreeze verstoot haar hierdoor omdat ze helemaal niet op elkaar leken. Soms zei ze zelf dat ze de kit niet had gebaard, maar juist had gevonden. Brackenbreeze had zelf ook nog een kit, Bramblekit, een kit met dezelfde gestreepte vacht als Gravekit waardoor hij nog meer in het nestje paste. Mazekit was een kleine kat en werd hierdoor erg verstoten uit de groep. De katten lachten haar uit voor klein en weerloos en ze kon nooit een schijngevecht winnen. Mazekit leek het te aanvaarden. Ze was erg onderdanig, maar vond het niet fijn. Stonekit, haar oudere broer, maakte hier gebruik van om haar te gebruiken. Hij sloeg haar in elkaar en lachte haar uit als hij weer in de mood was. Meestal eindigde het op een trillende en huilende Maze in een hoekje van de nursery. Kleine sneetjes liepen over haar gezicht en flanken, net niet groot genoeg om bloed door te laten, maar diep genoeg om de pijn te voelen. Niemand keek naar haar om. Moons verstreken en niks veranderde. Iedere dag werd ze wakker met het bang gevoel dat haar broer haar weer zou slaan en pijn doen. De lilac point werd steeds banger. Iedere dag leek moordend. De lachende gedaantes branden diep in haar ziel. De klauwen die steeds sterker werden, deerden haar niks meer. En met de dag werd ze gevoellozer. Haar ogen hadden een leegte die ze nog nooit hadden gehad. Maar diep vanbinnen groeide woede. Ze kreeg ideeën die ze nog nooit eerder had gehad. Was het zijzelf die ze bedacht? Ja, wie kon het anders zijn. Zonder echt het gevaar van de gedachten in te zien, begon ze meer dingen te bedenken. Ze liep dan ook vaak weg uit de nursery en verstopte zich vaak in het riet van het kamp. In die tijd leerde Stonekit een andere kater kennen, Badgerkit. Toen Mazekit op een dag vrolijk terugkeerde naar de nursery, verscheen Badger voor haar ogen. Bang als ze was, kromp ze ineen. Maar de gevlekte kit deed haar niks, hij lachte haar vriendelijk toe en wilde haar leren kennen. Wantrouwig stemde ze in. De lilac point heeft de hele nacht door zitten vertellen over de pesterijen en de slagen van haar broer. Hij had medelijden en troostte haar, voor het eerst in haar leven, voelde ze liefde. Dagen verstreken en ze leerde Badger beter kennen. Hij was vriendelijk en leerde haar hoe ze moest vechten. Ze merkte niet hoe hij haar pijn deed, want ze voelde iets, diep vanbinnen, voor die kater. Toen na een moon ze wakker werd en Badger opzocht, vond ze hem nergens. Ze besloot om een vroege wandeling door het kamp te maken. Toen ze bij de plek was waar ze meestal haar plannen bedacht, zag ze een gevlekte vacht de apprentice den inglippen. Nieuwsgierig liep ze naar de den. Ze maakte zich zo klein mogelijk en keek met grote ogen naar wat er binnen gebeurde, het was nog redelijk vroeg. Haar ogen werden groot toen ze zag hoe Stonekit en Badgerkit elkaars poten schudden. Naast hen zat een roestkleurige apprentice met blauwe ogen. Ze grijnsde breed en knikte naar Stonekit. Bang als ze was, draaide ze zich om en rende ze weg. Maar de arme kit struikelde en viel met een luide klap neer. En dat had het groepje niet gemist. Toen Maze de vlekken wegknipperde, zag ze tot haar schok dat apprentice haar tegen de grond had gepind, haar broer stond grijnzend aan haar rechterzijde en Badgerkit aan de andere kant. Hij toonde geen emotie. “Ons zo afluisteren?” Zei de roestkleurige poes. “Dat moet gestraft worden,” zei Stonekit luid en duidelijk. Badger knikte en haalde zijn klauw op. “Inderdaad,” In de stilte van de ochtendgloren trokken ze hun klauwen over haar flanken. Bloed gutste over de open plek en hoe luid zo ook schreeuwde, er kwam geen einde aan de pijn. Maar het duurde niet lang, of de katten waren verdwenen. Ze was geschokt, kon niet bewegen en lag daar al trillend op de grond. Haar ogen groot van angst. Tranen vermengd met bloed gleden naar de grond. Tot er iemand haar vond en haar in volle paniek naar de Medicine Cat bracht.
Mazekit, die inmiddels 6 moons was, moest enkele dagen bij de Medicine Cat blijven. Hierdoor miste ze haar ceremonie. Ze was gebroken om dat feit. Stonekit en Gravekit, inmiddels al Stonepaw en Gravepaw, waren ijverige leerlingen en leerde snel. De arme Maze mocht daar blijven. Helemaal alleen. Maar tijdens het gevecht met de drie katten, was er iets gesnapt bij haar. Plannen kregen vorm, gedachten werden realiteit. Badgerkit, die een moond jonger was dan hen, bleef alleen achter. De dagen dat ze in de nursery was, leerde ze veel over kruiden en bessen. Toen ze eens vroeg wat die mooie, rode bes voor was, kreeg ze een sissend antwoord: Doodsbessen. Ze grijnsde breed, dit was het. Die nacht stal Mazekit een paar bessen van de Medicine Cat en hinkte ze, want ze had nog steeds pijn, naar de nursery. Daar zag ze al snel de gevlekte pels van Badgerkit. Ze wandelde rustig naar hem toe. De lilac point maakte hem wakker en keek hem met grote, lieve ogen aan, maaar ving toch een klauw in haar gezicht. Bang kromp ze ineen, waardoor de bessen over de grond van de nursery rolden. “Dus jij dacht dat jij deze kon hebben?” zei Badger en hij rook aan de kleine bolletjes. Maze schudde haar kop. De gevlekte kit grijnsde en pakte een paar bessen op. “Dus je moest iets doen? Ha, nu niet meer!” Hij nam de bessen in zijn bek. Haar ogen werden groot, maar toch kon ze niet bewegen. Toen ging alles snel. De ogen van de kit werden groot en hij viel neer. Hij kuchte en probeerde nog de bessen uit zijn keel te krijgen, maar het was al te laat. Hij had het gaf al in zijn bloed. En daar lag hij dan… Dood… Maze kon niet bewegen en ze was niet blij of verdrietig, ze voelde niks…. Na enkele minuten dwong ze zichzelf recht te staan. Ze raapte de rest van de bessen op en liep terug naar buiten. Daar pakte ze een prooi. Ze smeerde hem in met de giftige bessen en greep toen de vis bij de staart, waar geen vergif aanging. Ze trippelde naar de apprentice den en liet hem voor de ingang vallen. Toen deed ze hetzelfde als dat ze bij Badgerkit had gedaan, ze liep naar binnen en maakte Stonepaw wakker. Deze keer ving ze geen klauw, maar een boze blik. “Wat moet je?” Ze knikte naar de ingang. “Ik… Heb… Hem gevangen…” murmelde ze zachtjes. Stonepaw barste in lachen uit, toch was zijn stem stil en bijna geluidloos, net zoals de poot die ze niet zag aankomen. “Een nachtsnack? Yeah, die is voor mij!” Zonder de gevolgen ervan in te zien, liep hij naar de vis en at hij hem in één hap op. Deze keer was er teveel gif. Zonder om te kijken naar de kuchende, stuiptrekkende Stonepaw, liep ze terug naar de Medicine Cat’s den, waar ze in slaap viel, met een grote glimlach op haar gezicht…

Toen ze 8 moons was, kreeg ze haar apprentice naam. Niemand verdacht haar van de dood van de twee katten en men had nooit bewijzen gevonden voor hen dood. Ze kreeg een mentor toegewezen, een witte kater genaamd Icefall. Hij stond bekend voor zijn ijzerharde trainingen, maar volgens de leader, zou hij haar goed trainen. Ze was erg onderdanig, maar kon de kick van de dood van Badger en Stone niet uit haar kop krijgen. Dagen verstreken en de trainingen werden steeds intensiever. Hij was alles behalve vriendelijk tegen Maze. Hij sloeg haar, net als Stone, als ze iets niet goed deed. Icefall leerde haar van alles en ze had geen tijd om na te denken over de gevolgen van haar daden. Al snel had ze de verloren tijd ingehaald en kon ze zelfs beter jagen dan de meeste apprentices. Maar daar stopte het niet voor Icefall, hij wilde dat ze de beste werd. Toen kwamen de gevechtstrainingen. Ze waren pijnlijk en waren geen schijngevechten. Hij sloeg zijn nagels altijd in haar flanken en dan schreeuwde ze tevergeefs uit om te stoppen. Hij schreeuwde naar haar, dat ze nutteloos was en maakte haar steeds vroeger wakker, om steeds later te eindigen met de trainingen. Het putte haar uit, maar ze wist als ze iets zou zeggen tegen iemand, Ice haar zou afmaken. Angst voor de kater groeide in haar kop. Ze was iedere keer bang om op te staan, haar ogen open te doen, alsof er nooit een einde ging aan komen.
Intussen was Maze 11 moons oud, Icefall zei tegen de leader dat de trainingen waarschijnlijk zouden uitlopen tot aan haar 14 moons, maar daar wist Maze niks van. Zij dacht dat als ze gewoon verder bleef doen, dan zou ze er snel vanaf zijn en dan kon ze terug gelukkig gaan leven. Maar toen de dag aanbrak dat haar broer naar voren werd geroepen, wilde ze ook. De apprentice sprong recht, maar voelde hoe een klauw in haar schouder werd geplant en hoe ze terug tegen de grond werd gedrukt. De lilac point kon vanuit haar ooghoek zien hoe Icefall haar tegen de grond pinde, zijn ijsblauwe blik brandde in de hare, vanaf die dag wist Mazepaw dat de kater haar niet hard trainde om sneller klaar te zijn, maar omdat hij dacht dat ze een mislukking was, daarom. Tranen ontsprongen in haar ogen en wild begon de apprentice onder de klauw van de warrior te kronkelen. Niemand leek op te kijken, te druk met het roepen van de nieuwe namen. Tot een brede, net benoemde warrior, naar voren kwam. Daar de waas van tranen herkende Mazepaw de gestreepte pels van Bramblepaw, de kat die zij als broer aanzag. De forse tabby sprong tegen Icefall aan en duwde hem tegen de grond. Zijn nagels in zijn schouders gedrukt. Katten keken geschokt op. Nu pas zagen ze hoeveel wonden de pels van Maze sierden. Trillend kwam de jonge kattin overeind, haar ogen groot van ontzet, maar duister. Emoties overspoelde haar, ze voelde woede, angst en verdriet. Zonder iets te zeggen stond de kat op en verdween ze uit het kamp. Haar poten leken van steen, haar wonden sneden in haar huid en pijnigden haar bij elke beweging, maar dit ging ze doen, dit was wat ze ging doen. Langzaam veranderde de bebloede hemel in een pikzwarte nacht. Haar ogen droegen nog steeds de waas die ze eerder had. Tranen dropen van haar kin en bevuilde de grond onder haar, tot ze opeens over een steen struikelde. De uitgeputte kat kwam met een harde klap neer en schoof toen met haar gezicht tegen de grond over de oever van de rivier die naar beneden bolde. Uiteindelijk kwam de jonge kat tot stilstand in de kiezels die de grens met water en aarde vormde. Mazepaw keek op. Bloed stroomde uit haar neus en sneetjes sierde haar kop, een mengeling van gezouten tranen en scharlakenrood bloed kleurde de donkergrijze kiezels dieporanje. Mislukking, nietsnut, achterlijke kat, een gehaat persoon… Dat was ze. Even ontmoette haar ogen haar spiegelbeeld. De kat staarde ernaar alsof het het laatste was wat ze ooit zou zien. Stil boog zich voorover en raakte ze het water aan. Opeens schoot een zwarte schaduw uit de struiken aan de overkant. De kattin keek niet op van het geluid en sloot gewoon haar ogen, als het zou komen, laat het dan komen. Ze wilde niet langer zo leven. Ze hoorde hoe een kat het water in ging en naar de overkant begon te zwemmen, in haar richting. Nu overwon de nieuwsgierigheid van haar pijn en keek ze langzaam op. De ogen van de kattin werden groot. Het was de roestkleurige poes die haar al die moons terug had pijn gedaan, zij was nu een warrior. Een grijns sierde de lippen van de vuurrode kattin en nu schoot een naam te binnen bij haar: Firewhisker. Ze slikte even en kon een zacht gesnik niet onderdrukken toen de kattin naast haar uit het water kwam. Een eekhoorn bungelde uit haar bek en even keek Maze van de prooi naar de warrior en terug. Toen ze dit nogmaals deed, kreeg ze de kans niet om terug de ogen van de kattin te ontmoeten. Een klauw raakte haar slaap en alles werd zwart.

Snakkend naar adem schoot ze overeind. Daar lag ze opnieuw, in de Medicine Cat’s den. Wel meteen kregen haar ogen een duistere uitdrukking en kwam ze overeind. Ze zette een stap naar voren, als doel de den te verlaten, maar struikelde toen ze dit deed. Met een klap kwam ze neer en een bekende geur glipte haar neus binnen. De lilac point knipperde even met haar ogen en kreunde zachtjes. Ze hoorde een zacht gesniffel en zag hoe een gestreepte pels zich naast haar voegde. Zijn amberkleurige ogen waren vriendelijk op haar gericht. Even moest Mazepaw nog eens knipperen met haar ogen voordat ze kon zien wie het was. “Bramblepaw?” klonk haar stem schor. De kater grinnikte en boog zich over haar heen om haar een lik over haar voorhoofd te geven. Mazepaw begon spontaan te blozen en keek verlegen weg, haar diepblauwe ogen onzeker gericht op de rand van de den. “Bramblerise,” snorde hij. “Heb ik aan jouw te danken,” Vragend keek ze op en ontmoette ze zijn ogen. “Icefall, hij was een slechte kat voor je,” zei hij, haar ogen verdusterden bij het horen van zijn naam. “Ze hebben hem verbannen nadat hij samen met Firewhisker, zijn zus, een Thunderclan patrouille hierheen leidde nadat ze prooi stalen van hun territorium,” zijn stem brak af op het einde. “Brackenbreeze werd die nacht vermoord,” mompelde hij zwakjes. Nog steeds keek ze niet op. “Firewhisker en Icefall werden verbannen omdat ze ook haar van beide katten in haar pels vonden en omdat ze jouw hadden gevonden bij de rivier,” hij haalde even diep adem. “Maar goed, nu ben je in orde,” snorde hij. Mazepaw knikte even, alleen de naam Icefall weergalmde in haar kop. Even trilde ze, hij was er nog, hij ging komen, terugkomen. Hij ging hen terugpakken. Verwilderd keek de apprentice op. Bramblerise had ondertussen een zilvergekleurde vis bij haar gelegd. Zijn zachte amberkleurige ogen keken haar liefdevol aan. De apprentice bleef erin staren, haar mond te droog om iets te zeggen, haar hersenen te verlamd om te bewegen.
Na een moon van herstel stelde de leader voor aan Bramblerise om Mazepaw verder te trainen. Hij stemde ermee in, aangezien hij haar die hele moon had verzorgd. Maze had er geen bezwaar tegen. Zo verliep een moond vredig voor de inmiddels al 13 moons oude kattin. Ze was maar een moond jonger dan haar ‘broer’, maar het kon haar eigenlijk niks schelen wie haar opleidde. Vanbinnen leek ze toe te groeien en leek een ijslaag haar hart te bedekken, maar vanbuiten straalde ze warmte uit. Ze was gehard en op haar hoede en begon door te krijgen hoe ze te werk moest gaan. Geen kat vertrouwde ze, behalve Bramblerise. Tegen alles katten was ze vriendelijk, maar vanbinnen bouwde ze plannen, wraakacties voor als er iets ging gebeuren. Een moon verstreek en Mazepaw was helemaal niet gewend aan de zachte training van Bramblerise. Hierdoor werd ze onrustig en een beetje paranoïde. Wat als Icefall zou terugkomen en terug ging slaan. Ze had dit niet gedaan en dat niet. De ijzige woorden van Icefall weerklonken in haar dromen en ramden in haar gedachten. Ze moest groots zijn van hem, groots zijn, wees groot, wees sterk… Slap, slap, zwak, je kunt niks… Nee, ze zou blijven doorgaan. Iedere dag stond ze vroeg op en begon ze aan de training die ze samen met Icefall had gedaan, om daarna terug naar het kamp te gaan en de training van Bramblerise te doen. Ze moest groot worden, ze moest sterk worden, ze moest… Nog een moon vestreek en niks veranderde aan de levensstijl van Mazepaw. Bramblerise veranderde zijn trainingen niet omdat hij zag hoe vermoeid ze steeds was.
Inmiddels was Mazepaw al 14 moons oud en oud genoeg om een warrior te worden. Die dag voelde ze niks, ze was niet opgewonden. Ze verdiende het al lang genoeg. Die dag besloot ze om te gaan vissen, haar favoriete bezigheid. Toen ze onderweg was naar de plaats waar ze meestal viste, ving ze een zwakke, bekende geur op. Verast lichte ze haar kop op toen ze het herkende. Maar Brackenbreeze was toch dood? Opeens zag ze hoe de bekende gestreepte pels zich door de struiken werkte. Haar vacht was goed verzorgd en Mazepaw wou naar haar toe gaan en haar zeggen dat Bramblerise haar miste, maar ze bleef staan, aan de grond genageld. Aan de rand van de rivier zaten nog twee katten. Een sneeuwwitte pels tegen dat van een rode. Haar ogen werden groot en er leek iets te knappen toen ze zag hoe de tabby kattin de neus van beide raakte en een grijns over diens lippen liep. Nu pas zag ze hoe een dieprode kleur de kiezels opnieuw kleurde. Haar hele lichaam trilde van woede. Langzaam schoten haar nagels uit hun hulsels, haar ogen groot van angst… Maar al snel veranderde dat een krankzinnige uitdrukking. Een gekke lach vloog over haar fijne lippen heen en haar kop snokte even onnatuurlijk naar rechts, alsof ze het compleet aan het verliezen was. Toen schoot ze naar voren in een wild geschreeuw. Wel meteen lande ze op de rug van Brackenbreeze en boorde ze haar tanden in diens nek. Bloed stroomde haar bek binnen en zonder ze terug open te doen rukte ze haar kop naar achter. Een stuk vlees bleef in haar bek achter. Haar klauwen gleden langs diens schouder en scheurden haar pels aan stukken. De kattin zakte door haar poten, een wond zo groot als twee poten was in haar nek gemaakt en bloed stroomde er wild uit. Mazepaw liet het stuk vlees rond, bloed sierde haar bek toen ze haar kop draaide naar de witte gestalte die wild blazend op haar afsprong. De kattin rukte haar klauw uit het vlees van haar adoptiemoeder en sprong naar voren. Haar klauw gleed razendsnel over de zachte buik van de kater. Nog nooit had ze haar klauwen zo diep in een lichaam gedrukt. Elegant trok ze haar poot terug en lande ze soepel in het lage water. Waterdruppels vlogen door de lucht, vermengd met rode glinsters. De kattin staarde wezenloos voor haar uit. Haar ogen groot, haar grijns ziek. “Jij monster!” Gilde Firewhisker uit. Met een slag van haar kop keek Mazepaw om. “MONSTER?” Gilde ze uit. “Jullie zijn hier het monster!” Tierde ze uit. Haar pupillen waren klein en leken minuscuul in haar grote ogen. “Jij bent hier het monster!” Schreeuwde ze uit. Firewhisker kneep haar ogen tot spleetjes en deinsde naar achter, toch verscheen de grijns bij haar. “Ah, de clan zal jouw toch ook verbannen, je bent zwak weet je en…” Ze grijnsde breed toen ze zag hoe de grijns van de lippen verdween bij Mazepaw. De lilac point begon te terug te trillen en liet zich vallen in het ondiepe water. Haar poten drukte ze tegen haar kop aan. “Nee!” Krijste ze uit. “Ja,” siste de vuurrode kattin. “Jij bent zwak, je kan niks aan!” Gierde ze uit. “En wanneer de clan uitvind wat je met je mentor hebt gedaan, zullen ze niet langer verdragen dat je bij hem bent,” “Icefall is m’n mentor niet!” Gilde ze schor uit. Firewhisker gniffelde stilletjes. Waarom vermoorde ze haar nu niet gewoon. Als aan de grond genageld bleef Maze zitten toen ze klauw van Firewhisker op haar kop voelde drukken. “Ik wil niet dat je sterft,” fluisterde de kattin. “Ik wil dat jij net zoveel pijn voelt als ik,” siste ze . “Toen jij Stonepaw vermoorde, Badgerkit het leven ontnam en nu zelfs mijn moeder en broertje hebt vermoord,” siste de kattin. Moeder? Mazepaw duwde haar kop naar boven en hapte even snel naar adem, waarbij water haar bek instroomde. “Daarom hebben ze je ook weg gedaan he, omdat je zwak bent!” Vervolgde de kattin. “Je ouders, je familie, je vrienden, wacht, dat heb je niet,” de kattin staarde wezenloos naar de vuurrode kattin, haar ijsblauwe ogen nog steeds zo groot als eerst. Ze wilde huilen, maar ze kon niks uitbrengen. Het bleef stil en even leek ze wel verdoofd te zijn, dood te zijn. De kattin fronste even toen ze zag dat Mazepaw niet reageerde en boog zich voorover. “Wat? Te dom om me te verstaan?” Grijnsde ze. De lilac point keek op. Een grijns sierde haar lippen en opnieuw kwam de krankzinnige uitdrukking op haar gezicht. Zonder enige waarschuwing schoot de apprentice overeind en vloog haar klauw tegen het gezicht van de vuurrode kattin. Wel meteen viel deze achterover en het water van de rivier. Verast sprong ze overeind. “Hoe kon je dat doen?” Gromde ze. “Wat? Ik was toch zwak,” grijnsde de lilac point waarna ze naar voren sprong. Firewhisker sprong op. Haar ogen groot van angst. De kattin lande op het lichaam van de roestkleurige kat en deze viel meteen neer. Bloed stroomde langs haar al rode haren heen vanuit een snee bij haar kin. “Je bent gek!” Gilde Firewhisker uit. Mazepaw grijnsde breed. “Zeg tegen je broertje dat hij bedankt is voor de trainingen,” grijnsde ze breed. “En doe de groeten aan m’n broer,” Haar klauw rijkte omhoog. “En veel plezier in hell,” Haar nagels streken omlaag en reikten naar haar nek, maar net voordat ze diens nek raakte, sprong een gestalte tegen haar aan. Opnieuw trok een waas voor haar ogen toen ze neerkwam. Maar daardoor kon ze wel zien hoe de vuurrode kattin overeind kwam en wegrende.
In haar ooghoek zag ze hoe Bramblerise haar met grote ogen aanstaarde. Bloed sierde haar gezicht, dat had ze nu nog maar door. Langzaam kwam de kattin overeind. Maar haar mentor’s blik vertrok. Een duistere glans gleed over zijn ogen. Achter hem zag ze hoe het levenloze lichaam van Brackenbreeze tegen dat van Icefall lag. Ze hadden hun neuzen tegen elkaar gedrukt. Ze slikte even. Bramblerise stond langzaam op na een tijdje waarna hij rustig naar zijn moeder stapte. “Iedereen dacht dat ze haar hadden vermoord en in de rivier hadden gegooid,” murmelde hij. Mazepaw staarde wezenloos voor zich uit. “Maar dat was iets wat we nooit hadden mogen geloven,” fluisterde hij. Toen keek hij naar iets wat haar nog niet was opgevallen, nog een levenloos hoopje. Geschokt staarde ze ernaar toen ze het herkende als een mede-apprentice die de naam Goosepaw had gedragen. Bramblerise draaide zich terug naar het lijk van zijn moeder en pakte haar bij haar nekvel vast. Langzaam waadde hij door het ondiepe water tot zijn poten niet langer de grond raakten. Daarna liet hij haar los en verdween ze onder het wild kolkende water.

Mazelock… dat was haar nieuwe naam. Ze had hem gekregen omdat ze de laatste moons iedereen leek uit te sluiten en zichzelf leek op te sluiten. Maar daar had ze genoeg redens voor gehad. Alles leek goed te gaan na de ceremony. Alleen veranderde de manier waarop Bramblerise naar haar keek. Hij wilde niet meer met haar praten en ontweek haar na bijzijn. Langzaam werd Maze hard vanbinnen, maar vanbuiten liet ze opnieuw merken, bang voor wat de andere zouden denken van haar, maar sterk genoeg vanbinnen om alles aan te gaan als er iets fout zou gaan. Toch bleef er iets in haar gedachten draaien, zwak… Was ze echt dat zwak? Nee, dat zou ze nooit aanvaarden. Ze zou bewijzen dat ze sterk was, dat zij diegene was die alles zou doen om het te bereiken en tonen dat zij het was waarop iedereen wachtte. De kattin zag een nieuw doel voor ogen, macht, het laatste dat ze nog kon krijgen. Nu kon ze eindelijk horen wat Icefall er al die keer had ingeslaan, macht. Hij wilde macht en daarvoor wilde hij haar gebruiken… Maar wat hij niet wist was dat hij haar had geïnfecteerd met zijn gedachten, zijn zieke, getwiste gedachten. Mazelock was vriendelijk tegen iedereen, dat dachten ze maar. Vanbinnen bouwde ze plannen, meer bondgenoten zouden meer macht geven tot ze uiteindelijk haar plan zou kunnen uitvoeren om Stormstar en Mousefur uit te moorden en zelf de leiding over te nemen. Dan zou ze eindelijk groot en sterk zijn, niet zwak, niet langer een kleine, zwakke kattin… Nee, zij zou heerser worden. Zij ging groot worden. Dat was het enigste wat ze nog zag en het enigste waar ze nog om gaf…
Toen Mazelock rond 16 moons was besloot ze om zelf en patrouille te doen langs de rivier. Het duurde niet lang of het begon zachtjes te spetteren, bijna onzichtbare druppels vielen uit de lucht. Ze negeerde het en vervolgde haar werk. De motregen stopte niet, in tegendeel, ze werd harder tot het uiteindelijk een echte stortvlaag was. Maar zij zette door, zij zou verder gaan, daar was ze voor geprogrammeerd, om door te gaan. Dat was erin geslaan, steeds opnieuw. En dat bracht haar bij een dassenhol. Zijn geur was oud, maar vers van de kattengeur en bloed. Nieuwsgierig ging Mazelock de den in. Het was er donker en het rook er muf, maar toch bekend. Ze liep rustig door, tot ze uiteinlijk uitkwam bij een ruimte waar de wanden opeens uiteen weekten en een hol vormden. Een gat in het dak diende als lichtbron. Een rustig stroompje water stroomde de den binnen en maakten een kleine plas in een put. Wel meteen zag ze hoe een hoopje vacht tegen de wand was gedrukt. De blauwe ogen van de kattin ontmoette de hare en ze versteende. Ze herkende de ogen als de hare en de vlek op haar kop was identiek dezelfde als de hare, alleen was deze vuurrood. Geschokt staarde Mazelock naar haar. Twee kleine bolletjes lagen tegen elkaar, het lichaam van de moeder was zwak en er was een doffe glans in haar vacht, vergezeld door bloeddruppels. “Maze… Lock,” lachte ze zachtjes. “Wat ben je groot geworden,” kreunde ze. De lilac point staarde enkel naar de kattin, ze was een Riverclanner, maar niet één die zij herkende. “Ik ben je moeder,”
Het werd stil in de den, zelfs de regen leek even te stoppen en het hele woud leek naar adem te happen. Dreigend stapte de kattin op haar zogezegde moeder af. “Vuile verrader!” Gromde ze. “Hoe kon je ons achterlaten!” Gilde ze uit. “Het spijt me,” murmelde ze zwakjes. “Ik meende het echt niet…” Haar stem klonk zwak. Mazelock keek even woedend in haar ogen, die diezelfde uitdrukking als de hare droeg. Opeens hoestte ze wat bloed op en Mazelock deinsde verast achteruit. “Ik… Starclan…” Murmelde de kattin zwakjes waarna ze zich tot de twee pluisbollen wende en haar neus erin duwde. “Rainkit,” fluisterde ze. “Willowkit,” Toen legde ze haar kop naar achter en sloot ze haar ogen. Daar ging nog een familielid, fijn.

De twee kits, Willow en Rain, werden opgenomen door een adoptiemoeder die Maze zelf had uitgekozen. Ze zei ook dat de kits echt wel mochten weten wie ze was en wie hun ouders waren. Maar jammer genoeg wist niemand wie de vader was, buiten Brackenbreeze, maar die was al lang dood. Mazelock liet het voor wat het was en besloot om verder te gaan met haar plannen en zich niet langer te concentreren op wat er gebeurde. Ze zou zich gewoon concentreren op wat belangrijk was, macht krijgen. Bramblerise had intussen zijn liefde gevonden, ene Foxleap. Maar echt veel gaf Maze om hen, ze was haar oude mentor en ex-broertje al lang vergeten. Hij had toch nooit iets gedaan voor haar…
Intussen was Maze 18 moons oud, ze bezocht de kits veel en bracht steeds meer tijd door met haar clan, enkel en alleen om haar plannen dan eindelijk te laten werken. Toen ze op een warme Leaf-fall avond een kater op het oog kreeg, kwam deze naar haar toe. Het was een grijze tabby met grasgroene ogen. Zijn naam was Ashtree. De beide katten begonnen te praten en de hele avond door lachten ze, of hij lachte, zij deed alsof. Toch begon een zachte warmte te groeien in haar lichaam, iets dat ze nog nooit eerder had gevoeld, behalve dan… Bij Bramblerise. Die nacht sliepen de beide katten naast elkaar in de den. De volgende dag nodige Ashtree haar uit om te jagen en ze stemde in. Ze verliep een beetje de rest van de dag, rustig. Maar iets had het ijs weten weg te smelten en had een weg in haar hart gevonden. Ze was bang dat ze het nooit meer zou kunnen voelen nadat er was gebeurd, maar opnieuw was het er.
De twee gingen veel met elkaar om en een moon later hoorde Mazelock hoe Foxleap was bevallen van 4 kits. Goed, heel goed voor hen. Ashtree en zij hadden zelf een relatie opgebouwd. Maze voelde zich goed bij hem en langzaam vergat ze haar plannen om de clan over te nemen. Haar liefde was te groot voor hem. Hij was de ware en hij hield van haar. Eindelijk had Maze iemand gevonden die haar wel zag zoals ze verdiende gezien te worden zonder dat ze zich moest voordoen als iemand anders met kleffe gedachten. Haar nieuwe sibs groeiden als kool en waren heel erg nieuwsgierig naar Ashtree. Mazelock liet ze, ze hield ook van hen. Ook Graverobber kwam meer en praatte meer met haar. Het leek wel alsof ze nooit die zware tijd had doorstaan. Eindelijk had ze geluk gevonden in haar clan en was ze gaan leven samen met de grijze tabby… Ze wist dat dit het was.
Een moon later verklaarde Nightstream dat ze zwanger was. Ze was erg gelukkig en vertelde het meteen aan Ashtree, die ook erg door het dolle heen was. Hij verzorgde haar goed en samen maakten ze er een prachtige moon van. Ze gingen veel op jacht en gingen veel met elkaar om buiten het kamp. Toen Maze uiteindelijk in de Nursery moest gaan, deed ze dit met plezier. Maar dingen verliepen niet zoals ze moesten verlopen…
Iedere dag wachtte Maze af tot Ash zou komen, maar iedere dag kwam hij minder en minder. ZE werd ongerust over hem, dacht dat hij haar miste ofzo… De kattin luisterde er niet naar, nee, dat mocht ze niet denken. Plus hij zou komen als hij haar miste, dus dat was de reden zeker niet. Toen er nog een moon was verstreken, werden Rain en Willow apprentice waardoor ze bijna geen sociaal contact meer had met haar familie. Alles leek opnieuw uit te gaan, alles leek opnieuw te verduisteren, zoals het eigenlijk hoorde te zijn. Op de avond dat de twee apprentice waren geworden, had Ash geen slaapwel komen zeggen en dat vond ze verdacht. Maze ging kijken in de Warriors’ den, maar daar was hij niet. In paniek stormde ze het kamp uit, opzoek naar haar geliefde.
Ze zocht overal maar met die buik lukte het niet echt soepel. Het was koud en sneeuw had de grond wit geschilderd. De zilveren maan maakte het tafereel extra aantrekkelijk door een grijze tint toe te voegen. Uiteindelijk besloot Maze om naar de rivier te trekken. Waarom de rivier? Bij de rivier gebeurde alleen erge dingen… Maar haar gedachten waren vertroebeld door de liefde dat ze niet langer nadacht over wat er was gebeurd in het verleden en wat er zou kunnen gebeuren. In het zwakke maanlicht kon ze zijn asgrijze pels onderscheiden met dat van de grijze kiezels. Ze haalde opgelucht adem, maar stokte toen ze nog een bekende pels zag. De roestkleurige vacht van de kattin was maar al te bekend voor haar. Drie jonge katten waren bij haar, misschien iets over de 3 moons. Met schok zag ze hoe Ashtree zijn neus tegen de hare drukte en hoe één ervan het woord uitsprak. “Pap!” Ze slikte… Ze had Firewhisker moeten vermoorden toen ze de kans had gehad en nu opnieuw stond ze hier, bij de rivier… Opnieuw zou het gebeuren. Een kreun weerklonk uit haar bek en ze draaide zich om, om een paar passen te nemen en uiteindelijk door haar poten te zakken. En toen werd alles zwart.
Pijn… Het deed zo’n pijn. Ze kreunde zacht, maar alles bleef zwart voor de ogen. Het leek lang te duren, erg lang, te lang… Een eeuwigheid. Maar ze kon de stem horen van Ashtree, het klonk paniekerig. Langzaam opende ze haar ogen. De waas was er nog steeds. Maar ze kon zijn asgrijze pels zien. Langzaam trok de mistige waas weg en even moest ze knipperen. Ze lag in de sneeuw en voelde nu pas hoe koud het was. Ashtree was een kit aan het likken, een ander zat aan haar buik. Beiden waren ze grijze, met donkere strepen, de ene wat lichter dan de ander. Wel meteen schoot Mazelock overeind, haar ogen vlamden woedend. Ze voelde hoe zwak ze was, maar gaf niet op. Trillend tilde ze haar klauw op en sloeg ze de kit die Ash aan het wassen was weg. Het vloog door de lucht, raakte teder de ijzige grond en rolde toen de halfbevroren rivier in. “Ik moet jouw kits niet!” Siste ze woest. Geschokt keek Ashtree op toen ze haar klauw op hem liet neervallen en woest naar hem begon te slaan. Maar ze was te zwak, dat besefte ze zelf ook wel, maar vanbinnen was haar geest terug sterk geworden. Ze wist nu wat er was gebeurd en ze zou het nooit meer opnieuw laten gebeuren. De kater gromde even en sprong achteruit waarna hij de overgebleven kit van de grond plukte en het op een lopen zette. Maze, gedreven door woede, zette de achtervolging in. Haar poten waren zwaar, dit kwam haar zo bekend voor… Woest sprong ze op toen hij een bocht nam en uitgleed. Ze boorde haar nagels in zijn zacht huid en gleed samen met hem over de spiegelgladde grond heen. De kit was nog steeds in zijn bek. Maze reet zijn buik open, maar het was niet diep genoeg om dodelijk te zijn. Woest gebruikte ze haar laatste kracht om hem een duw te geven. Hij gleed verder weg, verzwakt en gevolgd door een scharlakenrood spoor. Tot hij uiteindelijk van de rots viel. Een ijzig geschreeuw werd hoorbaar, gevolgd door een doffe klap en het geluid van hoe ijs scheurde. Toen brak het en verdween zijn asgrijze pels onder water, om nooit meer boven te komen…
Tranen in haar ogen, woede in haar blik, zo zakte ze in elkaar. Alles wat ze wilde vertrouwen, wat ze had vertrouw en waar ze voor had gewenst was haar ontnomen... Een zachte ademhaling trok de aandacht van de warrior. De lilac point tilde haar kop op, haar krachten waren op... Ze kon niks doen. In haar ooghoek zag ze de vuurrode pels van haar vijand, Firewhisker. De drie kittens stonden achter haar, ontzag in hun ogen. Maar wat de kattin vooral verraste was het verdriet in de ogen van de rogue... Ze staarde naar de Riverclanner alsof ze naar een monster keek... En dat was ze ook... De poes sloot haar ogen en barstte in tranen uit. Woede, angst en verdriet voelde haar hoofd en maakte haar zo verward... Waarom moest dit gebeuren? Waarom moest zij dit meemaken? Langzaam opende de lilac point haar ogen, maar de rogues waren al lang verdwenen... Om enkel de lelijke gevoelens achter te laten...

Dagen gingen voorbij. De grijze kattin zei geen woord. Niemand kon iets uit haar krijgen... En niemand... Kon de pijn in haar ogen zien. Zelfs niet haar 'beste vriend' Bramblerise kon zien hoeveel pijn ze had... Alles leek gewoon weg te vallen en alles leek in te storten... Alles wat Firewhisker had voorspeld was uitgekomen. Ze zou nooit een ware familie hebben, ze zou nooit vrienden hebben... Ze had er nooit gehad... Al haar vrienden waren gestorven of hadden haar verraden. Iedere nacht moest ze de nachtmerries zien van hun zielen die haar stalkten en haar beledigden. Tot ze op een zekere nacht... gewoon geen enkele gevoelens meer had... Niks deerde haar, zelfs de nachtmerries waren haar niet teveel... Ze liet het gewoon gebeuren, ze liet het gewoon langs haar gaan... In haar gaan... Ze liet de haat in haar hart en liet het groeien... Sterker en groter, beter dan eerst... Tot er geen plaats meer was voor liefde, het gevoel dat haar keer op keer op haar knieën had gedwongen. ZE wist dat als ze dit steeds zou toelaten ze uiteindelijk eronder zou bezwijken... en dat wilde ze niet. Ze zou tonen hoe sterk ze was en ze zou... Ze zou krijgen wat ze wilde, voor die ene keer in haar leven zou ze het bereiken en niets en niemand zou haar stoppen...
Happend naar adem ontwaakte de kattin uit haar slaap... Toch was de uitdrukking op haar gezicht nog steeds neutraal. De eerste zonnestralen waren al te zien en sommige katten waren al wakker. De lilac point liet haar blik naar de grond glijden en zuchtte zachtjes. Een moon was al voorbij gegaan en nog steeds weigerde de kattin te spreken... Langzaam kwam ze overeind en trippelde ze de den uit. Wel meteen zag ze de bekende gestreepte pels van Bramblerise. Ze verstijfde toen ze elkaars blik ontmoette, hij stond ook aan de grond genageld. In zijn ogen lag liefde en hoop, vertrouwen en warmte... maar in haar ogen lag ijs en haat, wantrouw en leegte. Toch negeerde de warrior dat en stapte deze op haar af. Zijn geur zo bekend, bezorgde haar koppijn. Ze wilde het niet meer ruiken, ze wilde het niet meer zien. Hij was de enige die wist over Brackenbreeze en Icefall en was de enige die haar vertrouwen nog niet had geschonden. Toch had ze een vaag voorgevoel dat hij dit wel zou doen. Iedereen deed het, dus waarom zou hij een uitzondering zijn? Ze snoof zachtjes toen hij een lach liet zien. "Hoe gaat het?" De lilac point stapte zo opzij en liep hem voorbij waarbij haar staart recht omhoog stond en ze haar kin wat in de lucht tilde. Nee, ze zou niet klein worden, ze zou tonen dat hij het niet waardig was.
WIP~

Topics:: Word aan gewerkt ~
Terug naar boven Ga naar beneden
 
{DF Apprentice} Mazelock
Vorige onderwerp Volgende onderwerp Terug naar boven 
Pagina 1 van 1

Permissies van dit forum:Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum
Warrior Cats :: General :: Introduction :: Cat Register :: Dark Forest-
Ga naar: