We're part of a story, part of a tale. We're all on this journey, no one is to stay. Where ever it's going. What is the way?
Welcome
Warrior Cats is een rollenspel gebaseerd op de serie 'Warriors' van Erin Hunter. Je verkent hier al schrijvend de geliefde wereld van de Clankatten, rogues en kittypets. Dit doe je door je eigen karakter aan te maken, waarbij je bijna alles zelf mag bepalen over uiterlijk en karakter. Wild of tam, goed of slecht, sociaal of eenling? Help jij oorlogen te voorkomen? Of ben je een van de katten die hongerig opzoek is naar een groter territorium en meer macht? Het kan allemaal op Warrior Cats.
KIND OF WEATHER
NEWLEAF
Season
Newleaf, 10°C - 20°C
Langzaam maar zeker komen de eerste bloemen weer op. De zon breekt weer door wat zorgt voor een aantal warme dagen. Newleaf zet alles in volle bloei.
Nou, hier is ie dan. Mijn Final Fantasy XIII Fanfiction. Ik heb er zelf heel veel plezier in deze te schrijven, maar ik wil toch even zeggen dat dit absoluut veel fouten zal bevatten. Als je er niet tegen kan, of niet tegen kan dat de karakters wat OOC zijn, dan kun je beter niet doorgaan hier. In ieder geval, ik doe dit voor mijn eigen plezier en ik hoop dat er mensen zijn die het leuk vinden om te lezen.
Nog even ter waarschuwing. Dit speelt zich af NA Final Fantasy XIII. Ben je niet bekend met het verhaal en of de woorden? Verzoek ik je om even bij de Glossary te kijken en eventueel op de wiki van FF. Final Fantasy verhalen zijn meestal zeer ingewikkeld, vooral als je er zomaar in komt vallen en niets is uitgelegd. Vandaar ook dat ik hier even een klein dingetje neerzet om in te komen. Dan nog het laatste. Ja ik ben HopexLight fan en dit gaat dus ook een HopexLight fanfiction worden. Maar om Lightning in character te houden duurt dat nog wel even hoor. Oh, and don't worry about the 7 years age gap. Took care of that, you'll see.
"Cocoon—a utopia in the sky.
Its inhabitants believed their world a paradise. Under the Sanctum's rule, Cocoon had long known peace and prosperity. Mankind was blessed by its protectors, the benevolent fal'Cie, and believed that tranquil days would continue forever.
Their tranquility was shattered with the discovery of one hostile fal'Cie. The moment that fal'Cie from Pulse—the feared and detested lowerworld—awoke from its slumber, peace on Cocoon came to an end.
Fal'Cie curse humans, turning them into magic-wielding servants. They become l'Cie—chosen of the fal'Cie. Those branded with the mark of a l'Cie carry the burden of either fulfilling their Focus or facing a fate harsher than death itself.
A prayer for redemption. A wish to protect the world. A promise to challenge destiny. After thirteen days of fates intertwined, the battle begins."
GLOSSARY Maker ::"The Maker created fal'Cie. And fal'Cie, in desperation to become reunited with the Maker, created l'Cie." 'Maker' kan omschreven worden als de 'God' in de wereld van Gran Pulse en Cocoon. The Maker is verantwoordelijk voor de creatie van Gran Pulse en de Fal'Cie. Hoewel de informatie erg vaag is, is wel bekend dat hij uiteindelijk de wereld verliet. Zijn naam is Hallowed Pulse en Gran Pulse is dus ook vernoemd naar hem.
Cocoon & Pulse :: Laten we beginnen met Pulse, ook wel Gran Pulse genoemd. Dit is een grote planeet waarop oorspronkelijk al het leven is ontstaan. Ooit een thuis voor vele beschavingen en steden. Dezer dag wordt Pulse gekenmerkt door de ongetemde natuur en gevaarlijke wilde beesten. Van de mensen die er ooit leefden is niets meer te bekennen. Cocoon is een soort kleine maan, opgebouwd door de Fal'Cie van Cocoon. Deze 'maan' zweeft boven Pulse. Op Cocoon beschikt met over zeer geavanceerde technologie en het is ook de plek waar alle mensen wonen. Na de 'War of Transgression' is de mensen een angst voor Pulse aangeleerd. Om de controle over de mensen te behouden, houdt de Sanctum deze angst in stand en voed hem regelmatig. Cocoon wordt in de lucht gehouden door de Sanctum Fal'Cie. "People from Gran Pulse were lured to Cocoon with sweet promises, giving those who remain on Gran Pulse the false idea that Cocoon was the source of all evil that must be destroyed. Similarly, the inhabitants of Cocoon were made to believe that Gran Pulse was a primal, hellish world filled with unknown terrors and monsters."
The Sanctum :: De Sanctum is de overheid van Cocoon. Zij houden de angst van de mensen in stand en voeren het beleid: Alles wat misschien in contact is gekomen met iets van Pulse, moet geëxecuteerd of verbannen worden van Cocoon. Binnen het leger, wat geleid wordt door de Sanctum, bestaan twee grote takken. PSICOM en de Guardian Corps. PSICOM is er voornamelijk om aanvallen van Pulse af te slaan, de Guardian Corps werkt eigenlijk meer als een soort politie, met nog wat extra taken. Vandaar dat PSICOM hoger in rang staat dan de Guardian Corps.
Fal'Cie :: De Fal'Cie zijn een bestaan buiten het menselijke begrip, ze bezitten ongelofelijk sterke magische krachten. Daarbij zijn Fal'Cie in staat om l'Cie van mensen te maken die bij hen in de buurt komen. Sanctum Fal'Cie hebben Cocoon ooit opgebouwd en zijn verantwoordelijk voor het in stand houden van de zwevende wereld, ze beschermen de mens. Elke Sanctum Fal'Cie heeft een speciale taak, bijvoorbeeld het leveren van Energie of het produceren van voedsel. Er is echter ook een andere soort Fal'Cie, die van Gran Pulse. Deze Pulse Fal'Cie zijn erop gebrand Cocoon te vernietigen en noemen zichzelf de vijand van Cocoon. Ook de Pulse Fal'Cie hebben hun eigen taak op Gran Pulse, alleen zijn deze (meestal) niet op de mens gericht.
l'Cie ::"l'Cie. Those marked by the fal'Cie for a greater destiny." Gezien je Pulse en Sanctum Fal'Cie hebt, zijn er ook twee verschillende soorten l'Cie. l'Cie zijn mensen die in aanraking zijn gekomen met een Fal'Cie en vervloekt zijn door deze Fal'Cie. Ze moeten een opdracht vervullen, of ze dit willen of niet. Deze opdracht wordt 'Focus' genoemd. l'Cie worden ook magische krachten geschonken en zij zullen een soort teken op hun lichaam krijgen. Wanneer een l'Cie zijn Focus vervuld zal deze veranderen in kristal. Wanneer dit niet lukt, zal een l'Cie veranderen in een Cie'th. Pulse l'Cie zijn vervloekt door een Pulse Fal'Cie en worden daarom als een gevaarlijke vijand van Cocoon beschouwd. Er is geen manier om van de gegeven Focus te ontkomen en Pulse l'Cie worden daarom zeer gevreesd en opgejaagd op Cocoon. Sanctum l'Cie zijn vervloekt door een Sanctum l'Cie, hoewel er in zo'n geval op Cocoon eerder zal worden gesproken van een gift. In de 'War of Transgression' werden er Sanctum l'Cie gemaakt om aan de zijde van de Sanctum Fal'Cie te vechten tegen de indringers van Pulse. Hierna zijn er geen Sanctum l'Cie meer geweest, hoewel dat niet zeker te zeggen is. Het 'teken', 'brandmerk' of 'brand' die een l'Cie draagt zal gedurende de tijd langzaam veranderen. Wanneer het oog in het midden van het teken zich opent, zal de l'Cie in een Cie'th veranderen. Hoe lang dit duurt heeft deels te maken met de moeilijkheidsgraad van een Focus. Ook is er een sterke connectie tussen je mentale staat en je 'Brand'. Wanneer iemand onder zeer veel stres verkeerd, kan zijn teken sneller groeien. De l'Cie brand kan overal op het lichaam verschijnen eens je een l'Cie wordt.
Crystal Stasis :: De legende zegt dat l'Cie die hun Focus succesvol voltooien het eeuwige leven wordt geschonken in een vredige slaap, Crystal Stasis. Toch is het vooruitzicht op een eeuwigheid slapen in een kristallen vorm niet veel verschillend van de dood. De mensen op Cocoon zijn daarom ook zeer bang om l'Cie te worden, gezien een l'Cie in de ogen van vele niets anders kan doen dan dood gaan, of het nu Cie'th is of Crystal stasis. Het is echter mogelijk om uit Crystal Stasis te worden gehaald, maar dit is meestal wanneer de Fal'Cie in kwestie een nieuwe Focus heeft voor zijn l'Cie.
Cie'th :: Wanneer een l'Cie faalt en niet in staat is om zijn focus te voltooien binnen de gegeven tijd, dan zal zijn brand het laatste stadium bereiken en zal de l'Cie veranderen in een Cie'th. Gehuld in eeuwig leed en spijt en zonder eigen wil, zullen Cie'th eeuwig rondzwerven over de wereld. Tenminste, tot hun lichaam niet meer in staat is verder te gaan. Voor Cie'th is er geen verlossing mogelijk, ze zijn voor eeuwig verdoemt.
Characters :: Zoals jullie zien zijn er een aantal karakters die een grote rol spelen in dit verhaal en dus ook in de game. Lightning is mijn hoofdpersonage. Ze is de oudere zus van Serah . Serah was in het verhaal de eerste die l'Cie werd, waarna haar verloofde Snow haar probeerde te helpen met haar focus. Uiteindelijk ging zij voor de ogen van de groep in crystal stasis. Naast Lightning en Snow, die door Serah bij de Pulse Fal'Cie waren gekomen, heb je ook nog Sazh, Hope en Vanille. Sazh kwam daar door Lightning en door het feit dat zijn zoontje Dajh door de Sanctum Fal'Cie tot Sanctum l'Cie is gemaakt. Hij probeert hem te helpen. Hope was in Bodhum op vakantie met zijn moeder, toen de stad ontruimd werd vanwege de aanwezige Pulse Fal'Cie. Hij werd samen met de rest op de purge trein gezet, die hem naar Pulse zou brengen. De mensen kwamen echter in opstand, waarin zijn moeder stierf. Hierdoor kwam hij terecht bij Vanille. Samen zijn zij achter Snow aan gegaan. Fang en Vanille komen beide van Pulse, zijn goede vrienden (bijna zussen). Lightning en Serah hebben tevens een hele hechte band. Snow en Light gaan niet zo goed samen. Tijdens de reis is de groep in het begin opgedeeld geweest in kleine groepjes. Hope kwam terecht bij Lightning. Eerst wilde ze hem nog achterlaten, maar uiteindelijk krijgen de twee een hechte band. Hope is eigenlijk de enige van de groep wie Light echt wat van zichzelf laat zien. Afgezien van Serah dan.
Een dikke mist verhulde de straten van Bodhum. De lucht was warm en klam, waardoor het leek alsof er een deken van vocht over de stad heen werd geworpen. De kleine druppeltjes die zich in de witte waas schuilhielden, plakte vast aan alles wat ze tegenkwamen. Kleding, voorwerpen, ramen. Alles werd nat zonder dat er ook maar een echte druppel viel. Ondanks de onheilspellende donkere lucht en de mist die boven het strand en de stad hingen waren er toch veel mensen buiten. Enkelen keken geschrokken op bij het zien van de dichte mist die door de straten rolde, anderen gingen door met wat ze deden, alsof dit volkomen normaal was. Een stad aan de zee, met het warme weer dat zij kenden, had wel vaker last van dit benauwde weer. Een zekere rozeharige soldier was echter wel gealarmeerd. Lightning had genoeg stormen meegemaakt in Bodhum om te weten dat dit niet een gewone mistbank was. Vanaf een afstandje keek ze zwijgend toe. Haar armen over elkaar gevouwen terwijl ze ietwat nerveus met haar laars op de grond tikte. Een deel van de zee was ook verdwenen in het witte gordijn. Mist, dat kwam wel eens voor in Bodhum, maar niet zo dicht en dik als deze nu was.
Sinds haar avontuur als l'Cie was er eigenlijk niets levensbedreigend of vreemds meer gebeurd. Het leven had een zeer aangename wending genomen, voor hen allemaal. Nadat ze uit haar crystal stasis was gekomen, hoe dat precies was gebeurd leek uit haar herinneringen verdwenen te zijn, had ze Serah teruggevonden. Haar zus had verdwaasd over de Archylte Steppe gelopen toen ze haar zoektocht was begonnen naar de anderen. Ze waren elkaar daar tegen het lijf gelopen. Gelukkig voor Serah, dat ze in de korte tijd geen wilde beesten van Pulse tegen was gekomen. De groep was binnen enkele uren weer compleet, zelfs Fang en Vanille werden terug gevonden. Lightning had de geschokte expressie niet binnen kunnen houden toen ze haar ogen voor het eerst op de blauwe lucht richtte. Cocoon had het wonder boven wonder gered en hing, zoals het hoorde, in volle glorie in de hemel. Het duurde niet lang voor ze een manier hadden gevonden om terug boven te komen, waarna de zussen met Snow terug keerde naar Bodhum. Thuis op Cocoon werden ze opnieuw verrast. Vreemd genoeg leek de gehele bevolking, inclusief the Sanctum en PSICOM, te zijn vergeten wat er was voorgevallen, waardoor ze zonder al te veel moeite terug konden keren naar hun vroegere levens. Geen lastige vragen of angstige blikken meer. In de ogen van de inwoners van Cocoon waren zij nooit l'Cie geweest. Light liet de kans om haar positie in de Guardian Corps terug te krijgen niet voorbij gaan en werd binnen een maand gepromoveerd tot Lieutenant. Serah en Snow trouwde een jaar later en gingen samen wonen, tot grote opluchting van Lightning. Ze had er genoeg van Snow bij haar over de vloer te krijgen. Sazh en Dajh gingen wonen in Nautilus en kwamen vaak langs om de rest op te zoeken, terwijl Vanille en Fang zich aanpaste aan de gebruiken op Cocoon en zich settelde in Bodhum. Hope ging terug naar school in Palumpolum, maar verhuisde enkele maanden later met zijn vader naar Bodhum. Een mooier bestaan had Lightning zich eigenlijk niet kunnen wensen. Toch bleef er ergens een gevoel van onrust hangen. Het feit dat ze zich niets meer kon herinneren van het ontwaken uit haar crystal stasis, the Sanctum die hen niet meer achterna zat, Cocoon die nog in de lucht hing en dan misschien wel het vreemdste van alles: dat ze zich niet meer precies kon herinneren hoe lang het nu geleden was dat alles was gebeurd. Alsof er een soort waas om de tijdlijn heen hing. Ze niet kon zien wat er precies was voorgevallen en iets haar tegenhield als ze ernaar zocht. Na een tijdje had ze geleerd zich er niet meer mee bezig te houden, voornamelijk om de hoofdpijn tegen te gaan die telkens weer kwam opzetten als haar gedachten ernaar afdwaalde. Waarom zou ze ook? Het was prima hier. Ze had Serah terug en haar zus was gelukkig. Zij was gelukkig.
Nu bekroop haar een onheilspellend gevoel dat ze in geen tijden had gevoeld. Sinds haar terugkeer naar Bodhum had alles, werkelijk alles, op rolletjes gelopen. En ondanks de onverklaarbare manier waarop iedereen was vergeten wat er was gebeurd, was er verder nooit reden geweest tot paniek of onrust. Het klonk vreemd, maar het was alsof ze was vergeten hoe dit voelde, oog in oog te staan met iets waarvan ze wist dat het niet klopte. De jaren in deze nieuwe realiteit hadden haar zachter gemaakt, ondanks haar positie in de Guardian Corps. Lightning bleef voor enkele seconden staan, haar hemelsblauwe ogen vernauwend om de mist in haar geheugen te printen. De dichte wolk sloop als een langzaam stromende rivier langs en over de gebouwen heen. Ze draaide zich in een ruk om en deed het eerste wat in haar op kwam, Light rende op volle snelheid richting het huis van Serah en Snow. Ze mocht dan wat minder oplettend zijn geworden, dit instinct was haar nooit verleerd en zou er ook altijd in blijven zitten. Enkele mensen keken haar vreemd aan terwijl ze langs hen stormde. Het tikken van haar schoenen op de straatstenen versnelde nog iets. Haar conditie was geheel op pijl, de adrenaline maakte haar nog sneller dan ze al was. In de verte, ergens aan het eind van de straat, kon ze het huis van haar zuster al zien staan. Het was nu nog een klein stipje in de verte. 'Als ik mijn pas nog wat versnel dan..' Haar gedachten werden abrupt onderbroken door het gillen van mensen. De soldier kon het niet laten even om te kijken. Tot haar grote schrik was de mist nog dichterbij gekomen. De toppen van de gebouwen die eerst nog aan de hemel stonden, begonnen langzaam neer te zakken in de witte massa. Ze hoorde de ijzige kreten van mensen die langzaam wegstierven in de verte. Alsof alles door de grond naar beneden zakte. Lightning draaide haar hoofd weg van het tafereel achter haar en richtte zich weer op de weg. Ondertussen verschenen er overal toeschouwers uit hun huizen, mensen die het gegil van verderop hoorde en nu als verstijfd toekeken naar wat er achter haar gebeurde. Ook de deur van Serah's huis ging open, waarna zij en de gehele groep naar buiten liepen om te zien wat er gaande was. Light was vergeten dat iedereen op bezoek was vandaag en vloekte zacht binnensmonds. Sazh en Dajh hadden veilig thuis in Nautilus kunnen zijn. Ze zwaaide met haar armen om hun aandacht te trekken, om vervolgens te signaleren dat ze daar weg moesten. Ondanks haar pogingen zag ze haar vrienden echter niet bewegen. Ze leken al even vastgenageld aan de grond als de rest van de omstanders. 'Kom op! REN!' Gefrustreerd duwde ze haar lichaam tot het uiterste. Hoe sneller ze bij de rest was, hoe meer kans ze hadden om weg te komen.
Het was precies op dat moment, dat de mist ook aan de andere kant van de stad verscheen. Alsof het in een boog om Bodhum heen was getrokken en hen nu insloot in een cirkel van helderheid. Nu pas echt begon de paniek door te slaan. Lightning was gekend om haar gecontroleerde handelingen en uitstraling, maar ook zij moest langzamerhand toegeven aan de angst die al enkele minuten op haar neer drukte. Haar ademhaling begon te versnellen, haar hart sneller te kloppen, haar ogen nu wijder open van schrik. De mist begon zich steeds sneller te verspreiden en had haar vrienden bijna bereikt. Bij het horen van een krakend, scheurend geluid, schoten haar ogen naar beneden. De weg onder haar was langzaam kapot aan het gaan. Overal verschenen barsten en ook de mist begon op haar in te lopen. 'Nog een klein stukje!' Verderop hoorde ze een schreeuw. Haar blik schoot in een flits omhoog, terug naar het groepje mensen waar ze zich al die tijd op had gefocust. Het duurde even voor ze besefte wat er precies aan de hand was, maar eens de link in haar hoofd gemaakt was, voelde ze een steek door haar lichaam heen schieten. De grond begon weg te zakken voor haar ogen, ook waar zij op stonden. Fang en Vanille waren al verdwenen in de onheilspellende duisternis, van Sazh was enkel nog zijn bovenlichaam te zien, waarmee hij zich krampachtig vastklampte aan wat er nog over was van het asfalt. Iets verder weg hoorde ze een kreet die ongetwijfeld afkomstig was van Dajh, gezien Sazh het volgende moment zijn greep losliet en al schreeuwend naar zijn zoon verdween in het gat. Nog enkele meters, het was nu enkel nog Serah, Snow en Hope. 'Een paar stappen en dan..' Lightning hoorde de grond rommelen. Ze sloeg een vluchtige blik naar beneden, om vervolgens naar Serah te kijken. Haar zus, haast verborgen in de armen van Snow, keek haar met een gekwelde blik aan. Hun ogen haakte zich voor een moment in elkaar vast. Light zag tranen opwellen, waarna ze over Serah's wangen gleden. Er gleed een wanhopige uitdrukking over haar gezicht. Het was heel duidelijk wat ze daarmee wilde zeggen. Lightning besefte maar al te goed dat dit een vaarwel was. Desondanks stak ze haar hand uit, op het moment dat zowel Serah als Snow naar beneden wegzakte. “SERAAH!” Haar ijzige kreet galmde door de stilte die nu over heel Bodhum hing. De pijn die opwelde op dat moment was genoeg om haar op haar knieën te krijgen. De schok van het verlies verscheurde haar van binnen uit. Hoewel haar hoofd het nog niet helemaal wilde geloven, begon haar lichaam al tekenen van verslagenheid te vertonen. De vermoeidheid van het rennen was nu te voelen, haar spieren deden er pijn van. Het leek alsof al het gewicht van de wereld, plotseling op haar schouders werd gezet, met de pure intentie haar te vermorzelen. Ze vocht in alle macht tegen de tranen die in haar ogen begonnen te verschijnen. Ze had werkelijk alles gedaan om haar zus terug te krijgen in haar tijd als l'Cie, en nu werd ze alsnog van haar afgenomen. 'Serah, nee, Serah. Ik was niet op tijd, ik was niet snel genoeg.' Het zien vallen van haar zus had haar zozeer van haar stuk gebracht dat ze zich totaal had afgesloten van wat er nog meer om haar heen gebeurde. Het was pas toen ze iemand om hulp hoorde roepen dat ze zich besefte dat Hope nog altijd daar was. Eenmaal uit haar eigen wanhoop gerukt, wist ze nog net op tijd zijn hand te grijpen, voor ook hij verdween in het zwarte gat. Uit haar ooghoeken drupte tranen, terwijl ze haar lichaam tegen de grond voelde klappen door het gewicht dat plots van haar afhankelijk was. De schok die door haar arm schoot en de hoek waarin haar arm gebogen werd, waren genoeg om deze uit de kom te laten schieten. Alsof het verlies van Serah en de rest nog niet genoeg was, onderging haar lichaam nu ook een fysieke marteling. De pijn uit haar schouder schoot door haar gehele lichaam heen, maar ze kon Hope niet loslaten. Lightning keek over de rand, naar zijn gekwelde gezicht en voelde haar greep losser worden. Haar arm begon langzaam slap te worden, niet in staat nog te doen wat ze ervan vroeg. 'Nee, kom op, niet nu!' Ze voelde zijn hand uit de hare glippen, haar vingertoppen nog een laatste keer contact makend met die van hem, voor hij buiten bereik was. 'HOPE!' riep ze, haar stem brak halverwege de korte naam. Het laatste wat ze hoorde, voor ze haar bewustzijn verloor en werd opgeslokt door de duisternis onder haar, was zijn gepijnigde schreeuw die langzaam wegstierf.
“Lightning?” De stem die haar toesprak klonk heel bekend. Ze kon haar ogen net op tijd openen om te zien hoe Vanille haar armen om haar heen gooide in een vrolijke omhelzing. Haar hemelsblauwe ogen gleden vervolgens naar Fang, die iets meer afstand hield, maar haar aankeek met een vrolijke grijns. 'Hoe..?' De vraag had zich nog niet eens kunnen vormen in haar hoofd, of ze hoorde de vrolijke, hoge stem van Vanille, die ondertussen naast Fang was gaan staan. “Sorry, Lightning, maar we mogen je niets vertellen,” zei Vanille met een klein glimlachje, hoewel haar ogen verraadde dat het haar oprecht speet niets te kunnen vertellen. Haar vrolijke houding verdween toen ze de gekwelde blik van Lightning zag. “Één ding,” zei Fang, voor Vanille misschien perrongeluk toch haar mond open zou doen over wat er aan de hand was, “Zeg de anderen gedag namens ons. It's been way too long.” vervolgde ze met een knipoog. Nog voor ze iets kon maken van wat de twee haar hadden verteld, verdween haar omgeving opnieuw in het donker. Haar lichaam begon te tintelen en hoewel al het licht opnieuw uitgedoofd was, behield ze haar bewustzijn dit keer. Het was een angstaanjagende belevenis vast te zitten in het pikdonker. Het voelde alsof ze doelloos door het niets zweefde, terwijl die tinteling langzaam over ging tot iets dat veel sterker aanwezig was. Pijn! Haar lichaam stond in brand, althans, zo voelde het. Er waren geen vlammen zichtbaar, maar vanbinnen voelde ze alles branden. Het besef van tijd en ruimte gleed langzaam weg, maar ze bleef wakker. Hoe kapot ze ook was, door de pijn, door het verlies van haar zus en de anderen, haar bewustzijn wilde maar niet wegvagen. Ze kon niet ontsnappen van het gevoel dat haar langzaam in stukken brak. Zelfs doodgaan leek haar niet gegund te zijn. Eens de hitte weg begon te sterven, konden er uren, maar net zo goed seconden voorbij zijn gegaan. Lightning had de kracht niet eens meer te zuchten van opluchting. In plaats van de immense warmte die ze net had moeten doorstaan, leek het nu alsof iemand ijsblokjes over haar huid heen streelde. De schok van de kou was al even groot als die van de hitte. Ze werd zich er pijnlijk van bewust dat ze nog leefde.
De kristallen 'gevangenis' waar haar lichaam zich in had bevonden begon te verdwijnen. Het prachtige, blauwe kristal dat zich om haar heen had bevonden loste op in een zachte blauwe gloed. Lightning landde netjes met haar voeten op de grond en rekte zich uit, om te voelen of alles het deed. De pijn was weg, haar arm lag niet meer uit de kom, afgezien van wat stijve gewrichten en de opkomende vermoeidheid was ze in prima conditie. Haar handen gingen naar de rits van haar outfit. Langzaam trok ze het metalen hangertje naar beneden en keek naar de plek op haar borst waar haar l'Cie teken had gezeten. Er was niets van over, geen enkel teken dat het er ooit had gezeten. Opgelucht trok ze de rits weer omhoog, waarna ze dacht aan het laatste moment dat ze zich nog kon herinneren van hun reis als l'Cie. Fang en Vanille veranderde in Ragnarok en Cocoon begon naar beneden te storten, terwijl zij met Hope, Snow en Sazh naar beneden vielen. Daarna werd alles zwart. 'Alles, alles wat er is gebeurd de afgelopen jaren, was enkel mijn droom. De droom die ik had in crystal stasis.' Een nieuwe angst bekroop haar. Hoe lang was ze in crystal stasis gebleven? 'Een dag? Een jaar? Een paar honderd...' Fang en Vanille hadden 500 jaar 'geslapen' voor ze ontwaakten. Als dat in haar geval zo was, zou de rest al lang.. Maar waren zij al wakker? Misschien was zij wel de enige? 'First things first.' Haar training als soldier was niet vergeten en nu ze de eerste schok had gehad begon ze haar omgeving in zich op te nemen. Natuurlijk kon ze niet weten waar haar kristal uiteindelijk terecht was gekomen en of de andere op dezelfde plaats hadden gestaan, maar de ruimte waarin ze zich bevond was onbekend. Het kwam haar echter wel lichtelijk bekend voor. Een redelijk grote, slecht verlichte ruimte, met een stel grote metalen deuren recht voor haar. Het had iets weg van een opslag ruimte van een militaire basis. De technologie die was gebruikt in het maken van haar 'kamer' was duidelijk van Cocoon. Het leek niets op de ruimtes die ze op Pulse had gezien. Er schoot een honderdtal aan vragen door haar hoofd heen, terwijl ze op één van de muren af stapte en haar vingertoppen langs het koude metaal liet glijden. 'Waarom ben ik hier? Belangrijker nog, wie heeft me hier gebracht?' De ruimte waarin ze zich bevond bood geen antwoorden. Afgezien van haarzelf bevond er zich verder niets in de opslag. Om toch een idee te krijgen van waar ze was, stapte ze richting de deur en tuurde door het kleine raampje dat erin zat. Wat ze zag waren gangen, een deur schuin tegenover die van haar en een afkorting die op de muur stond om aan te geven welk blok dit was. 'Dus toch militair, je bent nog steeds scherp, Farron.' Toen ze echter las wát er precies op die muur geschreven stond, deed ze een stapje naar achter en balde haar vuisten. In witte letters stak het fel tegen de rest van de omgeving af. “Sanctum – Blok 5,” siste ze zacht, de woorden bijna uitspugend van afschuw. Er was maar een manier om uit te vinden of de Sanctum ook maar iets was veranderd tijdens haar stasis, hoe lang dat ook geweest mocht zijn. Haar hand schoot instinctief naar de hendel van de deur en duwde deze naar beneden. Trekken noch duwen scheen effect te hebben. 'Op slot, hoe kon het ook anders.'
Firedance
Warrior Goddess Lightning
WazBeer 12040 Actief Burning like embers, falling, tender, Longing for the days of no surrender, years ago.
Lightning stapte iets bij de deur vandaan en leunde met haar rug tegen de muur. Ze legde haar armen over elkaar, iets wat ze wel vaker deed, en staarde voor zich uit naar de metalen wand aan de andere kant van de ruimte. 'Aan de slechte verlichting kan ik concluderen dat dit niet meer dan een opslag is. Er is meer plaats, wat kan betekenen dat de rest hier ook is geweest. Het feit dat de deur op slot zit hoeft niet perse opsluiting te betekenen. Een optie zou zijn dat de deuren dicht zitten om mij hier te beschermen, al gok ik op het eerste, gezien mijn geschiedenis met the Sanctum.' somde ze op in haar gedachten. Er zat niets anders op dan een uitweg te zoeken. Opnieuw gleden haar hemelsblauwe ogen langs de donkere, sombere muren, zoekend naar een zwakke plek of iets anders waar ze haar voordeel uit zou kunnen halen. De jonge ex-soldier was intussen van haar plaats af gekomen en stapte de ruimte door. Tijdens haar training had ze wel vaker moeten zoeken naar 'onzichtbare' voorwerpen in kamers die op het eerste gezicht leeg leken. Daarnaast gebruikte de divisie waar ze bij had gezeten ook het nodige aan technologie. Na een kwartier van zoeken leek haar opleiding zijn vruchten af te werpen. In één van de hoeken met een uitstekende rand was een klein verschil in kleur te zien. Bij nader onderzoek zaten er ook wat krassen in het metaal rond deze verkleuring. Alles wees erop dat er aan gesleuteld was en de andere kleur gaf aan dat het niet het originele materiaal kon zijn. Lightning bracht haar gezicht dichtbij het gedeelte van de muur en kon een kleine stip ontdekken. 'De technologie is dus op peil' noteerde ze in haar gedachten. Het was een kleine camera, die enigszins leek op camera's die PSICOM hadden gebruikt in hun gebouwen. The Sanctum, PSICOM, natuurlijk viel alles zoals gebruikelijk samen. Wat ze nu wel wist, was dat er op de ruimte gelet werd, men kon haar in de gaten houden. Hoe snel ze door zouden hebben dat ze was ontwaakt zou dus afhangen van hoe hoog ze op hun lijst van prioriteiten stond. Maar als er nu 500 jaar voorbij waren gegaan? Was deze ruimte inclusief haar dan niet al lang in vergetelheid geraakt? Ze kon er niet vanuit gaan dat er mensen zouden komen die de deur voor haar zouden openen. Light draaide zich met een ruk op en stapte op de deur af. Ze ademde een keer diep in, om vervolgens een aanloopje te nemen en zich met haar schouder tegen de deur aan te gooien. Hoewel ze al haar gewicht achter haar poging had gezet, gaf de metalen deur niet mee. Hij was dus niet zo oud dat het metaal enigszins broos was geworden. De scharnieren zaten nog altijd stevig vast. Lightning zuchtte even en liet zich langs de muur op de grond zakken. Ze begon zich nu toch echt moe te voelen. Het 'slapen' wat ze voor onbekende tijd had gedaan in haar kristallen gevangenis, was dus verre weg van echt slapen. Hoewel ze haar oogleden dicht voelde zakken, wist ze dat het geen goed idee was om nu weg te dommelen. 'Ik heb genoeg geslapen en gedroomd voor een tijdje' dacht ze grimmig, herinneringen aan haar perfecte wereld terug halend. Om enige afleiding te vinden trok ze haar Gunblade uit zijn houder. Ze bekeek het wapen, liet het vanuit zijn gun vorm naar het zwaard veranderen en weer terug. Alles liep nog even soepel als het had gedaan toen ze haar cyrstal stasis in was gegaan. Onaangetast door de tijd die was verstreken. Het voelde goed haar wapen in haar handen te houden. Het koele metaal te voelen waar haar vingers elke vorm en oneffenheid van kende. Weer sloeg ze het zwaard uit en keek naar de letters die ze er tijden geleden in had laten graveren. 'White flash call upon my name' Ze liet haar Blazefire saber op haar schoot rusten, terwijl ze haar hoofd tegen de muur achter haar liet leunen.
Bij het horen van voetstappen die door de gangen galmde, schoot Lightning direct overeind, haar wapen stevig in haar rechterhand geklemd. Het was duidelijk hoorbaar dat het meerdere personen waren, waarschijnlijk soldiers, misschien zelfs PSICOM. De gangen moesten leeg zijn, anders zou het getik van hun laarzen op het metaal niet zo luid zijn. Light luisterde in stilte, terwijl ze zich tegen de muur naast de deur stationeerde. Als deze open zou gaan zou ze de eerste gemakkelijk kunnen raken, zonder dat deze er op voorbereid was. Waarschijnlijk verwachtte niemand dat een persoon die net uit stasis was gekomen een perfect werkende Gunblade bij zich droeg. Dat was haar voordeel voor nu en daar zou ze ook gebruik van maken. De voetstappen klonken harder en harder, tot het geluid voor de deur wegstierf. Tijdens het moment van stilte hield ze haar adem in, terwijl ze al haar spieren aanspande. De loop van haar Blazefire Saber op de opening van de deur gericht, haar wijsvinger op de trekker. Een klein, piepend geluid verbrak de stilte, afkomstig van het mechanisme om de deur te ontgrendelen. Wat erop volgde was het geluid van de hendel die omlaag werd gedrukt. Ze keek toe hoe de deur open werd geduwd en hoe er allereerst de loop van een wapen door de opening verscheen. 'Ik ben hier dus niet om veilig gehouden te worden.' Lightning hield haar arm met haar wapen beheerst voor zich uit. De eerste man kwam naar binnen. Helaas voor hem, checkte hij de verkeerde kant eerst. Eens zijn hoofd verscheen en zich naar de andere kant draaide, loste ze haar eerste schot. De man, die ze in een oogopslag had geïdentificeerd als soldier, viel dood neer op de grond. Nu was het een kwestie van snelheid, voor de anderen bij haar waren of alarm sloegen. De kreten van de twee die nog buiten stonden waren haar niet ontgaan. Ze sprong zo snel mogelijk richting de deuropening, hopend gebruik te kunnen maken van hun tijdelijke shock. Het was misschien een risico om zich in direct zicht te begeven, maar iets anders dan risico's nemen kon ze op het moment niet. Die soldiers wisten nu donders goed aan welke kant van de deur ze zich bevond. Ze hoefde enkel om het hoekje te gluren en hun wapens te richten. Op het moment dat Light in het zicht kwam, begonnen beide partijen met schieten. De tweede zakte ineen na een paar schoten op zijn borst. Ze miste de derde op een haar na, waarna ze zelf onder schot lag. De laatste soldier twijfelde geen moment en schoot, waarna ze een scherpe pijn door haar linker bovenarm voelde gaan. Light zakte met een snelle beweging neer op haar hurken en vuurde opnieuw. Ditmaal was het wel raak. Met ook de derde man op de grond, kwam ze overeind en keek naar haar arm. Het was enkel een schampschot, maar voor haar was dat al te veel. Als ze hadden geweten waar ze hun mannen op af hadden gestuurd was ze waarschijnlijk meer geraakt dan alleen dat. Hoewel het leek alsof er geen dag voorbij was gegaan sinds haar laatste dag als l'Cie, merkte ze nu dat de vermoeidheid wel degelijk zijn tol begon te eisen. 'Stay sharp, Farron!' Ze pakte haar Gunblade wat steviger vast, waarna ze de drie zorgvuldig inspecteerde. Ze leken haar geen hoge rangs soldiers, meer de mannen waar het grootste deel van een leger uit bestond. Wel hadden ze alle drie een communicator en pasjes om de verschillende secties van de basis te betreden. Ze nam deze alle drie mee, voor het geval dat. Na nog een vluchtige blik op de drie te hebben geworpen, draaide ze zich van hen weg en keek naar de gangen voor haar. Als the Sanctum even goed georganiseerd was als vroeger, zou het niet lang duren voor ze doorhadden dat er iets mis was. Tegen die tijd zou het hier stikken van de soldiers. Light koos één van de gangen uit, puur willekeurig, en begon te rennen. Ze lette erop dat ze niet al te veel geluid maakte, stel dat ze iemand tegen het lijf mocht lopen. De muren schoten langs haar voorbij. De deuren die ze tegen kwam leidde allemaal naar ruimtes vol met goederen. Ze begon zich af te vragen hoe groot deze plaats wel niet was. Dan sloeg ze links af, dan weer rechts. Soms leidde er een trap omhoog, maar nooit kwam ze in een andere zone, of bij een raam. Voor haar gevoel was ze nu al zo'n honderd gangen doorgerend.
De indeling van deze plaats was heel anders dan een normale Guardian Corps of PSICOM basis. Ze had die dingen genoeg bezocht in haar tijd als GC Sergeant. Er had altijd een bepaalde structuur in gezeten. Een structuur die ze nu niet kon vinden. Daarbij kon ze uit de opslag ruimtes, het gebrek aan ramen en het feit dat de trappen enkel omhoog liepen opmaken, dat ze zich ondergronds bevond. Waarschijnlijk kwamen hier niet al te vaak bezoekers, waardoor het niet nodig was om een plattegrond op elke kruising te plaatsen. Bij een schel geluid dat door de gangen sneed, stopte ze abrupt met rennen. Aan het plafond begonnen paarse lichten te flikkeren. Het geluid hield aan. Lightning hoefde niet de raden om te weten dat dit het alarm systeem was dat af ging. Aan de kleur te zien hielden ze van oude gebruiken. De Palamecia had ooit een kleurcode systeem gehad waar paars in voor kwam, een redelijk ongebruikelijke kleur. Ook dat had ze zelf mee mogen maken. 'Great..' Nu iedereen wist dat ze er was zou het een stuk moeilijker worden om hier weg te komen. Tevens bood het wel een oplossing. De soldiers die ongetwijfeld naar haar kwamen zoeken moesten misschien ook van een andere sector komen, wat haar naar de uitweg in dit doolhof van gangen zou kunnen leiden. Ze bleef nog een moment staan, voor ze de energie weer had gevonden om door te gaan. Enkele meters verder sloeg ze links af, versnelde haar pas en hield opnieuw stil aan het eind van de gang. Voor haar liep opnieuw een trap naar boven, precies zoals de vorige keren dat ze een trap was tegen gekomen. Wat deze afschilderde van de rest was het feit dat de trap in kwestie veel langer was dan alle kleintjes van eerder. Met nieuw gevonden hoop begon ze aan de klim. Het vergde meer dan het gewoon rennen door rechte gangen, maar het bood haar meer vooruitzicht, waardoor ze het tempo nog een tandje hoger legde.
Lightning had nog maar een paar treden te gaan, toen ze een ander geluid door die van het alarm heen hoorde. Het was het tikken van laarzen op de harde ondergrond. Meteen schoof ze dichter naar de muur, haar Gunblade stevig in haar handen. Ze draaide zich om, om te zien of er iemand achter haar was, maar de trap was verder leeg. De voetstappen kwamen dichterbij en ze besefte zich dat de soldier zich boven haar bevond. Ze stapte heel voorzichtig de laatste treden omhoog, waarna ze om het hoekje gluurde. Er kwam inderdaad een man aan gerend. Light stond al klaar om zichzelf te beschermen, toen de soldier langs inham rende waar zij verscholen stond. Vanuit deze hoek kon hij haar niet zien en het leek er niet op dat hij de trap zou gaan afdalen. Ze liet haar wapen stilletjes zakken en keek na enkele seconden de gang weer in. De soldier was ondertussen al een flink stuk verder, en sloeg rechts af. 'Dit is mijn kans!' Als ze hem nu volgde, kon hij haar naar een plek leiden die overzichtelijker was als deze opslagplaats. Zo stil mogelijk begon ze dezelfde kant op te rennen, erop lettend dat haar eigen passen niet al te veel lawaai maakten. Ze was snel bij de afslag die hij had genomen en tot haar genoegen was hij nog steeds in zicht. Ongeveer vijf deuren verder, voor hij links afsloeg. Toen zijn lichaam de gang in verdween kwam zij van haar plaats. Opnieuw rende ze de weg die hij had afgelegd, langs vijf deuren, om vervolgens voorzichtig te kijken of ze hem nog steeds kon zien. Weer geluk, maar dit keer sloeg hij sneller af. Ze deed haar best om niet te veel op hem in te lopen en toch in de buurt te blijven. Als ze te dichtbij kwam zou hij ongetwijfeld haar voetstappen horen. Het nog altijd loeiende alarm werkte haar daarbij in de hand, gezien ze zo een kleinere afstand kon behouden zonder bang te hoeven zijn dat hij haar hoorde. Dit ging een tijdje zo door. Af en toe keek de man even achterom, zoals mensen wel vaker doen als ze het gevoel hebben dat iemand naar ze kijkt. Light hield zich echter op de goede afstand en had dus altijd wel een plaats om zichzelf te verschuilen zodra hij dat deed. Telkens kwamen ze door nieuwe gangen en langs andere deuren, hoewel alles nog wel altijd veel op elkaar leek. De omgeving begon langzaam te veranderen. De verlichting feller, de lucht frisser en de gangen beter onderhouden. Het sprankje hoop dat ze eerder bij de lange trap had gevoeld, kwam weer terug. Het was op dat moment, dat ze de man uit het oog verloor.
Light kwam aan bij de hoek waar hij was afgeslagen en toen ze de gang in tuurde zag ze, tot haar grote schrik, dat hij nergens te bekennen was. Vanaf nu stond ze er weer alleen voor. Ze zuchtte even, om vervolgens rechtdoor te lopen. Het eind van de gang leek het nog beter verlicht te zijn dan de plaats waar ze zich nu bevond. Hoe meer er aan de omgeving gedaan werd, hoe dichter ze bij het centrum van de basis zou komen. Meer mensen betekende ook een betere routebeschrijving of structuur, niet iedereen kon een goed richtingsgevoel hebben. Toen ze aankwam bij de volgende ruimte, leek haar gevoel juist te zijn. Het was een grote hal, met vele meters boven haar een groot glazen dak waar zonlicht doorheen viel. Haar eerste zonlicht sinds ze uit stasis was gekomen. Lightning's aandacht werd echter meer getrokken door de vreemde indeling van de ruimte. Ze stond naast een reling, onder haar liep de zaal nog wat verder door naar beneden. Het opvallendste waren nog wel de vele gangen en deuren die zich in de muren van de hal bevonden. Alles was licht van kleur, niet meer zo donker en grof als de plaats waar ze vandaan was gekomen. De netheid van haar omgeving kwam overeen met die van een ziekenhuis, alle apparatuur die te zien was leek met grote zorgvuldigheid bewaard te worden. Alle gangen en deuren waren genummerd, hadden een codesysteem of een gleuf om een pas door heen te halen. Wat er hier ook gebeurde, het was tot in de puntjes verzorgd en uitgedacht. De sfeer deed haar denken aan een lab, maar toch had het ook iets anders, iets waar ze haar vinger niet op kon plaatsen. Een grote ruimte als deze moest echter wel een plattegrond bevatten, dus besloot ze het vreemde voorgevoel voor nu opzij te zetten en zich te focussen op het vinden van een uitweg. Ze stapte verder langs de reling, haar ogen nu gericht op de deuren waar ze voorbij liep. Zoals de andere openingen in de ruimte waren ook deze genummerd. 3-C, 3-D, en zo maar door. De metalen bordjes hingen steeds boven het raampje dat zich in elke stevige deur bevond. Af en toe tuurde ze kort naar binnen, wetende dat ze geen tijd had om haar nieuwsgierigheid de overhand te geven. Wat ze wel mee kreeg van de inhoud van de kamers was op zijn zachtst gezegd, schokkend. Soms stonden er kooien in, andere keer tafels die veel weg hadden van operatietafels. Eromheen kasten, apparatuur en allerlei monsters. Ze herkende slechts een klein deel van de spullen die haar blikveld betraden als middelen die op Cocoon in ziekenhuizen en laboratoria gebruikt werden, maar wie wist hoe veel the Sanctum toen al verborgen hield. Hoewel ze het allemaal niet precies kon plaatsen, gaf het wel een bepaalde indruk. De kettingen en boeien die in sommige kamers aanwezig waren, voorspelden ook niet veel goeds. De ex-soldier voelde een rilling over haar rug glijden. Lightning was veel gewend, maar deze sector van de basis maakte de indruk dat er dingen gebeurde waar ze liever geen weet van had.
Haar hemelsblauwe ogen vielen op een kastje dat aan de muur hing. Eentje met een rood kruisje, die je zo open kon trekken zonder dat je er een sleutel voor nodig had. Ze wierp een vluchtige blik op haar linkerarm en de kleine wond die ze had opgelopen. 'Het kan geen kwaad om er even voor te zorgen dat er geen vuil meer bij komt.' Lightning trok het deurtje open en keek naar de inhoud. Alles was netjes bijgevuld en bijgehouden, wat betekende dat het wel vaker gebruikt werd. Ze had het verband waar ze naar opzoek was in één oogopslag gevonden en trok het uit het kastje. De wond in haar linkerarm was niet groot en niet diep, maar als het ging ontsteken zou ze haar arm misschien niet meer goed kunnen gebruiken. Het verband was zo aangebracht, waarna ze het uiteinde netjes vastplakte. Het was niet hetzelfde als een manadrive waarmee ze haarzelf kon genezen, maar meestal lagen deze beter weggeborgen dan de standaard spullen. Waarschijnlijk had je een speciaal pasje nodig om daar bij te komen. Light sloot het deurtje weer. Ze mocht geen spoor achterlaten voor het geval ze al wisten waar ze precies uithing. Het zou haar niets verbazen als hier veel van die camera's hingen en verborgen zaten, dus ze kon het risico niet lopen haar positie nog duidelijker weg te geven.
Lightning stapte verder langs een trap naar beneden, om op een volgend platform aan te komen. Ergens moest toch wel een plattegrond van de plek te vinden zijn, of iemand die iets bij zich droeg waarmee ze zich wegwijs kon maken. Nog voor ze iets kon vinden, viel haar blik echter op iets anders wat haar interesse wekte. Ze stapte op een nieuwe deur af, eentje die het nummerplaatje 2-A droeg. Naast deze deur stond een bordje met daarop wat er in de kamer werd gedaan en een waarschuwing daarvoor. In eerste instantie kon het haar niets schelen wat er in die waarschuwing stond, want haar ogen werden getrokken naar één woord op de metalen plaat, alsof deze met felle stift onderlijnd stond. “l'Cie.” Opnieuw kon ze de rilling die door haar lichaam gleed niet onderdrukken en nu begon zich ook kippenvel op haar huid te vormen. 'Waarom.. Wat bedoelde ze met l'Cie?' De vragen schoten als wervelstorm door haar hoofd. Een storm die enkel heftiger werd toen ze door het raampje in de deur gluurde. Operatietafel, boeien, foto's en tekeningen van l'Cie tekens aan de muur, aantekeningen, buisjes met vloeistoffen.. Ze deed onvrijwillig een stapje achteruit, te verbijsterd om alles met elkaar te verbinden. Dit kwam echter snel genoeg. Ze deden hier tests, dat kon niet anders. Tests doen, daar was een lab voor, tests met l'Cie. Wat dus ook de reden moest zijn waarom zij hier vastgehouden werd. Nog zo veel was haar een raadsel, zoals waarom ze dit deden. Wat ze wel wist was dat dit nooit een vriendelijke bedoeling kon zijn. Mensen werden hier tegen hun wil gehouden! 'Serah.. Hope, Fang, Vanille, Sazh, Snow en Dajh..' Ze liepen allemaal gevaar. Een nieuwe golf van angst overspoelde haar. 'Wat als ze hier al zijn?' Lightning haalde een keer diep adem en rende vervolgens verder de zaal door. 'Hou jezelf in het gareel, Farron.' Het ging nu niet meer om haar alleen. Als de anderen hier waren, in crystal stasis of niet, dan moesten ze hier weg. Ze probeerde zich zo goed mogelijk te oriënteren in de ruimte, terwijl ze ondertussen dacht aan de meest logische plek om 'testpersonen' vast te houden. Toen ze de tweede trap af was gehold en de onderste verdieping had bereikt, keek ze snel rond naar alle deuren en gangen die hier vandaan liepen. Dit was een laboratorium, het was niet bedoeld voor indringers en moest duidelijk zijn. 'Het moet ergens staan, zoals die platen bij de deuren.' Haar blik ging elke deur en gang af, opzoek naar codes of namen die haar konden vertellen wat er te vinden was. Ze bleven hangen op precies zo'n metalen plaat. “Sector 6 – Test subjects,” mompelde ze zacht.
Ze greep in haar zakken, waar de drie pasjes nog in zaten, pakte deze eruit en rende op de deuren af. Natuurlijk was het een gok om deze nu en hier te gebruiken, maar ze moest iets proberen. Lightning hield stil naast de deur, voor het paneel om deze open te maken en haalde het eerste pasje door de daarvoor bestemde gleuf. Er klonk datzelfde piepende geluid als toen de twee soldiers de deur naar de opslag hadden geopend, gevolgd door een klik en het lampje dat op groen sprong. Ze stopte de pasjes weg en opende de deur. Voor haar lag een lange gang met een hele reeks aan cellen en ruimtes die meer leken op kooien. Ze vernauwde haar ogen iets en stapte de gang in. Naast haar gromde er een beest en toen ze haar hoofd naar de kooi draaide, zag ze dat het een Gorgonopsid was. 'Dus ze houden hier niet alleen l'Cie vast.. Wat zijn ze van plan met al hun onderzoek?' De vraag had waarschijnlijk een verontrustend antwoord, maar ze kon niet langer blijven hangen bij de wilde beesten die hier vast zaten. De rechterkant van de gang had meer van deze kooien, waar verschillende soorten geluiden uit kwamen. In de linkerkant echter, zaten deuren die overeen kwamen met die ze eerder had gezien, alleen deze keer leek het meer op een gevangenis dan een lab. Ze haastte zich naar de eerste in de reeks en keek door het raampje naar binnen. Leeg. Hetzelfde deed ze bij de volgende, ook leeg. Elk raam dat ze afging liet haar iets geruster voelen, want hoe verder ze liep, hoe minder deuren er over bleven. Achter haar gromde de wilde beesten van Pulse nijdig, alsof ze dachten dat ze wat met hen kwam doen. Een logische reactie als je er zo over na dacht, gezien de dingen die er waarschijnlijk met hen gebeurde, hier en boven in een van de laboratoria. Het kon haar echter niet zo veel schelen wat er met de beesten gebeurde. Er was maar één reden waarom ze deze plek überhaupt onderzocht. Snel, doch zorgvuldig, werkte ze de rij deuren af. Eenmaal bij de laatste aangekomen, hield ze even stil. Deze lange gang, vol met dieren en ze had nog geen enkele persoon gezien. Hoe groot was de kans dat er in de laatste cel wel iemand zou zitten. Lightning keek met die gedachte door het raampje naar binnen en verstijfde direct bij het zien van wat er zich in de ruimte bevond.
Het was een redelijk lege kamer, net als alle anderen. Witgrijze muren, geen decoraties. Een kleine wastafel aan de zijkant, met een gebarsten spiegel in de muur. Alles duidde erop dat men niet zo veel gaf om wat er in deze cellen werd gegooid. Wat anders was aan deze ruimte, was de aanwezigheid van iemand. Op het kleine, harde bed dat aan de muur vast zat, iets dat ze ook had gezien in de andere kamers, zat een persoon. Er lagen een kussen en wat dekens, en er zat iemand op. Een slanke jongen, van een jaar of 20, gekleed in witte kleding die hem ongetwijfeld was gegeven door degenen die hem hier vasthielden. Hij zag er niet al te best uit en zijn gezicht lag verborgen achter zijn armen die hij over zijn opgetrokken knieën had gelegd. Een bos platinablonde haren viel warrig langs zijn hoofd en ontrok zijn ogen aan haar zicht. Ze kende hem niet, maar ze kon niet stoppen met staren. Alsof iets haar zei dat ze hem wel kende. Hoe langer ze bleef kijken, hoe meer ze overtuigd was van het feit dat hij haar toch echt bekend voor moest komen. Light tilde haar armen iets op en legde haar handen tegen de deur aan. Ze wilde net met haar vuist tegen het metaal kloppen toen hij leek te merken dat er iemand naar hem staarde. Zijn hoofd kwam omhoog, zijn zilveren haren verborgen niet langer een deel van zijn gezicht. Zijn zeegroene ogen haakte zich vast in haar hemelsblauwe, waarna er een uitdrukking van complete shock over zijn gezicht trok. Het was alsof hij een spook zag, maar ook zij voelde de kleur uit haar gezicht lopen. Ze kende dat gezicht, hoewel het nu volwassener was. Ze kende die groene ogen, dat zilveren haar. 'Hope?' “Hope!”
Firedance
Warrior Goddess Lightning
WazBeer 12040 Actief Burning like embers, falling, tender, Longing for the days of no surrender, years ago.
Lightning zag zijn lippen bewegen terwijl hij opstond en zichzelf los maakte van het kale bed in zijn cel. De ruimte was geluiddicht dus ze kon hem niet horen, maar het was makkelijk te raden wat er over zijn lippen rolde. Haar naam, net als ze daarnet de zijne had uitgeroepen toen ze hem had herkend. Ze kon de opluchting in zijn ogen zien, hij had haar natuurlijk niet verwacht. Ze had immers net nog in crystal stasis gezeten. Niemand wist dat ze haar kristallen gevangenis had verlaten. Bij het zien van zijn magere lichaam stokte haar ademhaling heel even. Als soldier had ze veel meegemaakt en gezien, maar dit was iemand die ze kende, iemand om wie ze gaf. Dat sloeg harder in als het zien van een vreemdeling. Daarnaast bekroop dat onheilspellende gevoel haar weer dat ze ook had gevoeld toen ze door de raampjes van de laboratoria had gekeken. Terugdenkend aan de plekken waar ze in haar vlucht voorbij was gekomen, vulde haar hoofd zich enkel meer met vragen. Hope stond inmiddels aan de andere kant van de deur, zijn expressie nu makkelijker te lezen, omdat hij vlak achter het glas stond. Naast de opluchting die haar in eerste instantie was opgevallen, was de vermoeidheid in zijn gezicht nu ook duidelijk te zien. Zijn blik was dof, leeg. De ex-soldier in haar schreeuwde dat ze actie moest ondernemen, maar haar lichaam bleef staan. Ogen gefocust op zijn, voor haar, onbekende verschijning. Na enkele seconden wist ze zichzelf toch los te rukken en greep in haar zak, waar de drie pasjes nog altijd in zaten. Drie kansen om die deur open te krijgen.
Met de drie pasjes in haar handen, stapte ze naar de zijkant van de deur, waar het openingsmechanisme zat. Hope keek vanachter het raampje mee naar wat ze aan het doen was. Light haalde het eerste pasje door het slot. Geen geluid, maar een rood lichtje dat drie maal knipperde en daarna weer uitdoofde. Gebrand op het zien van resultaat, haalde ze het tweede pasje er snel door. Weer geen geluk. Ze volgde snel met de derde, maar ook deze was niet instaat dat groene lampje te laten branden. Blijkbaar waren de soldiers waarmee ze eerder had afgerekend niet bevoegd om zich met de gevangenen te bemoeien. Althans, niet zonder iemand die wél de juiste sleutel bezat. Ze propte de drie pasjes terug in haar zak en stapte weg bij het slot. Als ze nog een l'Cie was geweest had ze de deur met geweld kunnen openen, maar de onmenselijke krachten die ze ooit had kunnen hanteren waren er niet meer en ook Odin kon haar niet meer te hulp schieten. Hope probeerde haar tevergeefs te helpen, maar zijn woorden waren niet meer dan het snel bewegen van zijn lippen en hij zou onmogelijk die deur open kunnen krijgen met zijn uitgeputte lichaam. Als dat mogelijk was geweest dan had hij zichzelf natuurlijk eerder weten te bevrijden.
Bij het horen van gehaaste voetstappen uit de richting van de grote hal, dook Lightning direct achter een van de kasten die er in de gang stonden. Met haar loslopend in het gebouw, vreesden ze zeker dat hun 'geliefde' testpersoon straks ook de benen zou nemen. Enkele seconden nadat ze zich achter de kast had geworpen, hoorde ze de deuren open gaan, waarna de voetstappen luider en luider werden en ze vlakbij haar stopte, voor Hope's cel, waardoor de stilte terugkeerde. De ex-soldier gluurde voorzichtig langs de rand van de kast. Drie soldiers die eruit zagen als de mannen die ze net had uitgeschakeld en een man in een witte labjas. De man in kwestie tuurde door het raampje, waarna hij zich omdraaide naar de mannen die bij hem stonden. “Alles in orde, hij zit op zijn gebruikelijke plaats,” sprak hij met een schorre stem, waarna hij zich weer omdraaide en hard op het raampje bonsde met zijn vuist. “Wakker worden jij!” Lightning vernauwde haar ogen tot spleetjes, de neiging om de onderzoeker meteen naar de keel te vliegen onderdrukkend. Als ze Hope hier uit wilde krijgen, dan moest ze voorzichtig te werk gaan. Stilletjes haalde ze haar gunblade weer tevoorschijn en richtte deze op een van de soldiers. Ze hadden nog niet door dat zij hier was, dus ze zou er makkelijk twee kunnen raken zonder zelf risico te lopen. Druk bezig met het opstoken van Hope, merkte de mannen niet dat ze achter de kast vandaan stapte en haar eerste schoten loste. Een paar opeenvolgende harde knallen galmde door de gang en overstemde het alarm dat nog altijd loeide. Ze wist dat het geluid van schoten aandacht zouden trekken en dat er weldra nog een boel andere leden van de Sanctum binnen zouden stormen, maar ook dat ze een kans had om Hope voor die tijd uit zijn cel te krijgen.
Twee van de soldiers zakte direct neer op de grond, de laatste stond nog, maar was wel geraakt. Light sloot de afstand tussen hen en haalde haar blazefire saber met een snelle haal langs zijn nek, waardoor ook hij ineen zakte. De onderzoeker bleek echter niet ongewapend te zijn. Lightning draaide zich met een ruk om, om nog net op tijd te zien dat hij een mes had getrokken en op haar af sprong. Ze wist zijn uithaal maar net te ontwijken en twijfelde geen seconde voor ze een laatste schot loste en een kogel door zijn borst dreef. Hij viel levenloos neer op de met bloed besmeurde vloer, zijn witte jas langzaam rood kleurend. Ze bukte zich om in zijn zakken te voelen. Eerst die van de labjas, maar daar zat niets in. 'Damn, als hij die sleutel niet heeft heb ik mijn kans verspeeld.' Ze voelde echter een vlaag van opluchting toen ze onder de labjas de vorm van een pasje voelde. Snel rukte ze de knoopjes van zijn jas los en viste zijn pas uit zijn borstzak. Lightning wachtte geen moment en kwam direct overeind om dit nieuwe pasje uit te testen. Zonder dat ze het zelf doorhad hield ze haar adem in terwijl ze opnieuw probeerde de deur te openen. Een piepend geluidje, een klik en een groen lichtje dat aan knipperde. Het open springen van het slot was te horen met een luide klik. Ze bracht haar hand naar de deurklink en duwde deze naar beneden, waarna ze de zware deur open duwde.
Het was haar totaal ontgaan dat tijdens het uitschakelen van de soldiers, Hope zijn bed weer had verlaten en zich opnieuw voor de deur was gaan staan. Ze was al zeker niet voorbereid op de armen die zich nu om haar heen sloten in een knuffel die, ondanks zijn magere postuur, toch veel krachtiger was dan ze zou hebben verwacht. Nadat de korte schok voorbij was, sloeg ze haar eigen armen om hem heen, zoals ze dat tijdens hun reis als l'Cie ook had gedaan. Er waren echter twee dingen anders dan toen en beide maakte haar toch wat ongemakkelijk. Één, hij was nu langer dan haar, een stuk langer en twee, hij was fel over been. Toen ze haar handen op zijn rug legde en pas echt goed voelde hoe uitgemergeld zijn lichaam was, verstijfde ze iets. 'Wat hebben ze met je gedaan, Hope?' Ondanks het feit dat het alarm nog altijd door de gangen galmde, bleef hij haar vasthouden, alsof ze, als hij haar weer losliet, zou oplossen in het niets. Lightning had haar armen ondertussen terug getrokken en keek hem strak aan. “Hope, we moeten nu gaan!” De dringende toon in haar stem deed hem als het ware wakker schrikken. Eenmaal bewust van de manier waarop hij zich aan haar had vastgeklampt, verscheen er een lichte blos op zijn bleke gezicht. Iets dat Lightning geheel ontging door het feit dat ze vluchtig naar de deuren keek om een uitweg te zoeken.
De paarse lichten die in de gangen flikkerden sprongen plots over op wit. Als dit systeem ook maar iets leek op wat zij gewend was, betekende dit dat ze zojuist de hoogste staat van alarm hadden bereikt. De reden hiervoor stond naast haar, het witte licht van het alarm weerspiegeld in zijn groene ogen. Zonder er verder over na te denken greep ze Hope's pols vast en begon hem mee te trekken richting de deuren waar ze deze gang door had bereikt. Haar instinct zei haar dat ze hem in veiligheid moest brengen, net zoals ze dat ooit had gedaan in Palumpolum. Dat hij nu meer weg had van een volwassene en dat dit conflicterend was met hoe ze hem behandelde deed er op het moment niet toe. Ze schonk er geen enkele gedachte aan en ook hij leek meteen terug te vallen in zijn oude rol. Hij stribbelde niet tegen, hij rende mee, op het tempo dat zij aangaf.
Lightning ramde het pasje door het mechanisme heen, waardoor de deur open sprong. Gelukkig had die onderzoeker de bevoegdheid om deuren te openen tijdens deze alarmfase. Het geluid van zware laarzen die in een snel ritme op de grond neer tikte beloofde niet veel goeds. Ze had al kunnen verwachten dat het niet lang meer zou duren voor de Sanctum door zou hebben waar ze uithing, vooral nu ze hun 'testobject' uit zijn cel had weten te krijgen. Het daglicht kwam hen vanaf boven tegemoet, door het glazen dak van de grote ruimte waarin ze ook de verscheidene laboratoria had gevonden. Light wilde absoluut niet terug naar de opslagplaats waar ze had vastgezeten en waarschijnlijk stond de weg terug nu al vol met soldiers. Het was echter zinloos om gewoon in het rond te gaan rennen, zonder te weten of de gangen die ze uit zouden kiezen leidde naar een uitweg of doodliepen. Hoewel ze het nooit zou willen toegeven, begon haar lichaam langzaam aan te protesteren. Na zo lang in crystal stasis te hebben gezeten en het zo snel verbruiken van het beetje energie dat haar cadeau was gedaan, was het een kwestie van tijd voor ze het rennen op moest geven. Het begon langzaam tot haar door te dringen dat ze hier vast zaten. De gedachte alleen al deed haar binnensmonds vloeken. 'Niet na al die moeite. Ik krijg ons hieruit!' Op het moment dat de eerste bevelende stemmen weergalmde door de gangen, pakte Hope haar arm vast en wenkte haar terug richting de hal waar hij vast had gezeten. “Ze hebben hier een Zirnitra vast zitten!”
Haar blik schoot onmiddellijk omhoog naar het glazen dak boven haar, waarna ze haar arm los trok uit zijn greep en met hem mee terug rende, om wat gehaaste passen later opnieuw die vervloekte deur te openen. Voor ze de gang in sprintte draaide ze zich echter nog even om en duwde een van de kasten, die tegen de wand stonden, tussen de schuifdeuren, zodat deze niet opnieuw dicht zouden vallen. Het hing er nu allemaal vanaf hoe snel ze waren. Gehaast rende ze achter Hope aan, wetende dat ze elk moment het geluid van voetstappen kon horen, gevolgd door het kabaal van de schoten die zonder twijfel gelost zouden worden. Toen Hope abrupt stopte voor één van de kooien kwam ze slippend tot stilstand en keek met een vluchtige blik naar binnen. Achter de stevige tralies van de kooi zat een beest dat ze wel vaker had gezien. Het was overduidelijk een Zirnitra. Zijn stevige vleugels waren ingeklapt naast zijn lichaam, de kop naar hen toegekeerd om hen in de gaten te houden. 'Dat ik ooit blij zou zijn een Zirnitra te vinden.' Toch deed ze de kooi snel open, zonder nog een verdere gedachte te schenken aan de gevechten die ze hadden moeten doorstaan met deze beesten. Lightning betrad voorzichtig de kooi, waardoor duidelijk werd wat de ware aard was van de tests die ze hier uitvoerden met hun gevangenen. Elke pas die ze naar het krachtige dier toe zette, liet hem achteruit wijken. Zijn reptielachtige ogen volgde elke beweging die ze maakte. Op een gegeven moment was hij zo ver in de hoek gedreven dat zijn kettingen niet lang genoeg meer waren om verder te kruipen. Het beest dat in haar ogen nooit meer was geweest dan een monster, probeerde zich paniekerig uit de voeten te maken en begon met zijn vleugels om zich heen te slaan. Light richtte haar gunblade op de plaats waar zijn kettingen vast zaten aan de muur en haalde de trekker over. De combinatie van haar schoten en het trekken van de Zirnitra zorgde ervoor dat de stalen sluiting los begon te komen van de muur. Een paar schoten later en het panische getrek van het beest wist de kettingen volledig uit de muur te rukken. Met één soepele beweging schoof Lightning haar gunblade terug in haar houder, om vervolgens op de Zirnitra af te springen. Het beest had intussen ook al gemerkt dat hij niet meer vast zat en wilde natuurlijk maar één ding: daar weg komen. Ze kon nog net één van de kettingen vastgrijpen en deze met moeite één maal om zijn nek gooien, zodat ze zich ergens aan vast konden houden. Wild om zich heen zwaaiend drong het dier zich door de opening van zijn kooi, Hope bijna omver gooiend in het proces. Light had haar grip op de ketting ondertussen verstevigd en haar lichaam op de rug van de Zirnitra geworpen. Haar ogen schoten dringend naar Hope, terwijl het beest ondertussen richting de nog open deur begon te stormen. “Hope, pak m'n hand, nu!” Hij wachtte geen moment en nadat ze haar vingers om zijn hand sloot trok ze hem met alle kracht die ze nog had omhoog. De Zirnitra leek intussen het daglicht te hebben gezien dat door de open deur de gang in straalde. Wild van verlangen begon het zich een weg richting zijn vrijheid te banen. Lightning greep de ketting die om de nek van het dier lag stevig vast, om te voorkomen eraf te worden gegooid in zijn wilde race richting het zonlicht. Haar blauwe ogen flitste kort opzij om te zien dat ook Hope zijn handen stevig om de stalen ketting had gesloten.
Op het moment dat er in de deuropening een stuk of vijf soldiers verschenen, liet het beest een oorverdovende kreet horen, gevolgd door een een stroom van giftige vloeistof die uit zijn geopende bek spoot. De mannen waren hier niet op voorbereid en werden vol geraakt, waarna ze al schreeuwend probeerde weg te rennen, het gif door hun kleding heen bijtend en op hun huid lekkend. De ongecontroleerde bewegingen die het dier maakte zorgde ervoor dat zijn 'bereiders' beide flink door elkaar geschud werden en meerdere malen tegen elkaar aan knalde in het proces. Desondanks wisten zowel Lightning als Hope de ketting stevig genoeg vast te houden. Loslaten was geen optie, dit was hun enige kans. De Zirnitra hield geen moment stil, alsof hij wist dat er ook voor hem niets anders op zat dan zo snel mogelijk wegkomen. Zijn weg naar de open staande deuren produceerde zo'n kabaal, dat het alarm nauwelijks nog te horen was. Met zijn wild zwaaiende vleugels gooide hij met gemak de stalen kasten om die tegen de muren stonden. Bladen met verschillende spullen kletterde neer op de harde vloer, de laatste voorwerpen nog zacht na rinkelend voor de volgende lading op de grond werd gesmeten. Het geschreeuw van de soldiers was intussen weggestorven en er verschenen ook geen nieuwe mannen aan het eind van de gang. 'Die staan zeker klaar in de grote hal om ons overhoop te schieten zodra we die deur door komen,' dacht Lightning grimmig. Ze hadden echter niets om zich nog te kunnen beschermen, zelfs geen zwakke protect spell.
Met enkele krachtige sprongen wierp de Zirnitra zich door de deuropening, waarbij het dier de beide mensen die zich aan hem vastklampten bijna tegen het plafond aan ramde. De ex-soldier maakte zich onmiddellijk zo klein mogelijk toen ze besefte dat ze gelijk had. Haar blauwe ogen scande de grote ruimte snel af, waaruit ze de conclusie trok dat er zich op zo'n beetje elke etage bewaking bevond. De gewapende mannen stonden overal, waar ze ook keek. Als mieren leken ze uit de open gangen te stromen, hun wapens op hen gericht. 'Code wit, ugh de Sanctum is ook in dat opzicht niets veranderd.' Heel even leek iedereen te wachten op een bevel, maar toen het schieten begon, vulde de gehele hal zich met het oorverdovende geluid van opeenvolgende knallen. 'Dit is het dan..' Voor een moment schoot die gedachte door haar hoofd, de kogels intussen langs hen heen vliegend. Lightning sloot haar ogen en wachtte op de onvermijdelijke pijn die binnen enkele seconden haar lichaam binnen zou dringen. Met de hoeveelheid schoten die er gelost werden was het onmogelijk om er levend uit te komen, zelfs op de rug van een op hol geslagen Zirnitra die blijkbaar de meeste schade wist te ontlopen. Light had geen tijd om zich nog erg veel voor de geest te halen, om al te veel na te denken. Toen de pijn echter uit bleef en ze merkte dat ook de Zirnitra en Hope geen kick gaven, opende ze haar ogen weer. Één blik op haar omgeving en het was duidelijk wat er aan de hand was. Rondom hen was een blauwachtige gloed te zien die alles tegen leek te houden. Meteen vloog haar blik richting Hope, die met uitgestrekte hand en een geconcentreerde blik naast haar hing. Op de bovenkant van zijn linker pols iets dat haar maar al te bekend voorkwam. Een wit l'Cie teken, zoals die van Fang er ooit had uitgezien. Hope had hen gered met een protect spell. 'Maar hoe.. waarom is hij weer een l'Cie?' Ondanks de situatie wist de vraag zich toch in haar hoofd te wurmen, al snel onderdrukt door het besef dat ze nog niet buiten gevaar waren en dat ze geen tijd had om zich met iets anders dan ontsnappen bezig te houden.
Het constante geluid van schoten en de aanwezigheid van de soldiers deden de Zirnitra wild door de hal stormen. De bescherming die Hope het dier had geschonken deed zijn werk wel, maar juist het feit dat de kogels bleven terugkaatsen tegen de onzichtbare wand, lieten het beest compleet doordraaien. Opnieuw begonnen zijn vleugels wild om zich heen te slaan, zijn kop omhoog gericht, terwijl hij plots door de waan van zijn paniek heen leek te kijken en hij doorkreeg dat er daarboven een uitweg was. Met grote halen van zijn vleugels wist de Zirnitra zijn lichaam van de grond te krijgen, zijn bewegingen onstabiel, maar vastberaden. Lightning voelde haar lichaam van het dier afglijden, waardoor ze haar vuisten nog steviger om de ketting sloot. Haar knokkels wit aanlopend van de kracht die ze moest zetten om te blijven hangen. De Zirnitra leek nieuwe moed gevonden te hebben, gezien hij steeds sneller richting de glazen overkapping begon te vliegen. De soldiers onder hen schreeuwden allerlei onverstaanbare bevelen naar elkaar, duidelijk onvoorbereid op de plotselinge wending. Het beest maakte nog meer snelheid en ook toen het glas gevaarlijk dichtbij kwam maakte hij geen aanstalten te stoppen. Light keek kort opzij om te zien dat Hope het staal weer met beide handen vastgreep, waarna de blauwe gloed die hen had beschermd verdween. De ex-soldier dook ineen, gooide haar armen, zo goed als dat ging, over haar hoofd en wachtte op de klap. Heel even leek het stil te zijn, voor een het oorverdovende geluid van het breken van glas de hal vulde. De kracht waarmee de Zirnitra tegen het glazen dak was gevlogen had het in scherven uiteen doen spatten. Het dier brulde van de pijn terwijl grote glasscherven op hem neer regende en enkele zich een weg door zijn stevige huid boorden. Lightning voelde hoe de stukken langs haar naar beneden vielen, soms zo dichtbij dat de rand van een scherf door haar huid heen sneed.
Zonder enige waarschuwing voelde ze plots een stekende pijn in haar zij. Door samengeknepen ogen wierp ze een blik naar beneden en zag dat er zich een stuk glas in haar rechterzij had geboord. De ex-soldier klemde haar kaken opeen, wetende dat ze haar handen niet los kon maken van de ketting om het stuk eruit te trekken. Haar blik schoot naar de Zirnitra die een pijnkreet liet horen. Het glas viel onder hen weg, de soldiers beneden nog steeds schietend, maar niet meer in staat om hen met precisie te raken. Ze waren vrij. 'We zijn vrij.' De opluchting die op dat moment bij haar op welde, bleef echter niet lang hangen. Haar ijzig blauwe ogen bleven hangen op een groot stuk glas, dat door het lichaam van de Zirnitra stak. Bloed in een snelle stroom over zijn lichaam glijdend. Alsof ze een extra bevestiging nodig had, begon het dier wild te schommelen. Lightning blikte snel opzij om te zien dat Hope nog altijd naast haar hing. Voor zover ze kon zien was hij ongedeerd. De Zirnitra week plots opzij en begon richting de bergen te vliegen. Het klappen van zijn vleugels onregelmatig en zijn positie wankel. Achter hen de toren waaruit ze waren ontsnapt, onder hen de hypermoderne gebouwen van de Sanctum. Ondanks dat waarschijnlijk meer dan de helft onder de grond lag, bleef er toch een imposant aantal over aan het oppervlak.
Nu was echter niet het moment om bezig te zijn met het uitzicht. Het dier dat hun enige uitweg was geweest, kon nog altijd hun dood worden. Als de Zirnitra nu ter aarde stortte, zouden ze zelfs met Hope's magie de klap niet overleven. Lightning dacht koortsachtig na over hun kansen en mogelijkheden, terwijl het draakachtige wezen steeds meer begon te trillen en hoogte begon te verliezen. Zolang hij hen maar ver genoeg weg kon krijgen en zo dicht mogelijk bij de grond. De adrenaline die nog altijd door zijn lichaam moest stromen, zorgde ervoor dat ze op volle snelheid door de lucht schoten. De paniek was nog niet verdwenen en was de oorzaak van de snel groeiende afstand tussen hen en de Sanctum gebouwen. 'Nog een klein stukje.' Het landschap begon al plaats te maken voor ruige wildernis, de wildernis die ze gewend was van Gran Pulse. Net voor de Zirnitra de toppen van de bergen kon bereiken, hielden zijn vleugels op met slaan.
Het was alsof de grond onder haar wegzakte. Lightning voelde geen weerstand meer toen zij, Hope en het dier een vrije val omlaag maakte. Onder hen een kloof die tussen de bergen door liep. De grond leek een eeuw van hen vandaan, maar kwam tegelijkertijd beangstigend snel dichterbij. Ondanks de felle wind die langs haar lichaam sneed, wist ze haar ogen te openen en opzij te kijken, naar Hope. Ze moest iets doen. Ze had hem niet uit die gevangenis gehaald om hem even later dood te laten vallen. Plotseling besefte ze zich dat ze haar uniform nog aan had en dat haar blazefire saber intact was geweest. Dat zou kunnen betekenen dat de rest ook nog werkte, dat haar gravity device nog werkte. Er was maar één manier om daar achter te komen. Zonder nog een seconde langer te twijfelen, pakte ze één van Hope's handen vast. “Laat de Zirnitra los, maar hou mijn hand vast,” commandeerde ze hem. Haar stem verheffend om boven het geruis van de wind uit te komen. Hij twijfelde geen moment en pakte haar hand stevig vast, om vervolgens de ketting los te laten. Lightning deed hetzelfde.
Dit was het dan. Als alles nog werkte kwam het nu allemaal aan op haar timing. Geen moment verslapte haar greep op zijn hand. Het zou alleen lukken als hij dicht bij haar bleef. Het leek eeuwen te duren voor het eindelijk zover was. De Zirnitra was iets van hen afgedwaald door de luchtstromen en zou de grond snel raken. Net voordat het te laat was, knipte Light in haar vingers. Er verspreidde zich een blauwachtige, elektrische gloed vanuit haar vingertoppen, naar de grond onder hen. Vlak voor ze beide de aarde onder hen zouden raken, hield een krachtveld hun tegen. De zwaartekracht in een klein gebied om hen heen was verdwenen en weerhield hen ervan tegen de grond te klappen. Verderop echter was een harde dreun te horen, wat betekende dat de Zirnitra zichzelf niet meer had weten te redden. Verstijfd door shock en opluchting, duurde het even voor Lightning en Hope hun lichamen zo ver kregen om weer te bewegen. Nog voor dat ze zich uit het krachtveld wisten te werken, verdween de blauwe gloed en plofte ze beide neer in het gras. Light voelde de kleur uit haar gezicht trekken toen Hope half op haar landde en het stuk glas in haar zij dieper haar wond in drukte. Ze beet op haar onderlip, maar wist haar uitdrukking weer in het gareel te krijgen voor hij geschrokken van haar af schoot en haar met rood getinte wangen aankeek. De ex-soldier wist snel de jas van haar uniform over de wond te gooien, zodat hij het niet zag. Ze kwam moeizaam overeind, zijn uitgestrekte hand negerende. “We moeten hier weg zien te komen. Ze zijn vast al naar ons op zoek,” zei ze, terwijl ze haar blik langs de omgeving liet gaan. Als het goed was zouden ze de kloof dieper in moeten om meer afstand tussen hun en de Sanctum te creëren. Eerst zo ver mogelijk weg zien te komen, dan zoeken naar water en voedsel. 'It's our journey as l'Cie all over again..'