Het ding kwam dichterbij, en dichterbij, ze had er nog nooit zo een gezien. Het raasde op haar af, harde knallende geluiden en vieze stank en rook was overal. Kittypaw zag amper iets en ze wist niet waar ze heen moest vluchten. Toen kwam er van de andere kant ook zo'n ding aan. Het ging recht op Kittypaw af en ze zat nu ingesloten tussen de monsters op het donderpad.
''Nee!'' miauwde Kittypaw en schrok wakker. De monsters en de rook waren weg en ze lag tussen de andere slapende apprentices. Oef, het was maar een droom dacht ze. Ze kon nu moeilijk weer in slaap komen, aangezien ze de monsters nog voor zich zag. Langzaam liep ze de den uit en zag een koude laag sneeuw op de grond. Gaat Leafbare ooit nog eens over? dacht Kittypaw terwijl ze naar een plas water liep om te drinken. Leafbare was niet goed, maar gelukkig was het water niet bevroren. Ze zag een zwart-witte kitten, waarschijnlijk Whisperkit. Goedemorgen,'' miauwde hij. ''Ook goedemorgen, Whisperkit,'' mauwde Kittypaw en liep naar de plas. Ze boog haar hoofd om met haar roze tong het ijskoude water op te drinken heerlijk.