Met kleine pasjes trippelde de jonge apprentice het kamp uit. Goed oplettend volde Fearpaw de weg naar het Moorland, een van de plekken waar hij eerder was geweest. Kleine sneeuwvlokjes dwarrelden uit de lucht, en dat maakte het niet bepaald makkelijker om de weg terug te vinden die hij had genomen. Na een poosje zoeken vond hij het veld, waar er nu een dikke laag sneeuw op lag met hier en daar een van de hoge grassprieten die er nog bovenuit stak. Een zachte wind blies zijn richting uit en bracht een geur mee die Fearpaw boven alles herkende, de geur van Leafstorm. Door de vlokjes heen zocht hij naar de bekende, witte vacht van zijn moeder. 'Mama...?!' zei hij nogal onzeker toen hij dacht dat hij de witte poes zag.