Constellationmoon begon zich org vuldig te likken maar toch proefde ze iets zanderig, ze had haar ogen open of gesloten ze zag toch niets. Alleen haar voor gevoel zei soms iets maar meestal niet, het maakte haar angstig voor haar eigen broer, het maakte haar bang voor de wereld. Steeds droomde ze om weer te kunnen zien en te praten alleen ging dat niet, haar ogen waar en stuk en haar stem banden gescheurd. Constellationmoon had zelfs nog geen klauwen meer, zo was ze geboren niet dat ze elder werd toen ze kitten was maar pas toen ze blind raakte. Elke dag voelde ze pijn elke dag leed ze in de Elder den en de elders gingen niet eens met haar om, ze versprijdde alleen maar haat over haar omdat ze anders was. Anders dan de rest dat maakte haar triest, haar gedachten waren altijd ergens anders niemand kwam meer op bezoek. Was haar leven zoals vroeger, de medicijn kat wilden haar niet eens meer helpen. Constellationmoon proefde de lucht en sloot haar ambere ogen, ze zal altijd onthouden hoe ze eruit zag want toen was ze nog een leerling. Ze merkte dat ze nat werd en schrok ze wilden schreeuwen maar dat kon niet ze stond op maar ging daarna weer liggen en vroeg zich af: WAAROM?!