Twee olijfgroene ogen tuurdden door de struiken door. Opzoek naar enig gezelschap. haar ogen bewogen alle kanten op, maar konden niets of niemand vinden... tot plots. Zag ze in de verte een vage schaduw van een kat of een gematigd diertje lopen. Indi kreeg best honger, dus besloot ze maar om naar het dier toe te stappen. Toen ze dichter kwam merktte ze dat het een kat was. De kat leek nog al chagerijnig, dus sprong ze zo snel mogelijk achter een dichtbij zijnde steen, en verschool zich daarachter.' Wat doe je hier?' Vroeg de kat ietwat onvriendelijk. Betrapt. Indi staptte voorzichtig; met haar oren plat tegen de kop; uit de struiken recht op de kat af." Niets, i-ik b-bedoel... ik was enkel op doortocht." Zei ze wat gefaked. Misschien konden ze nog vrienden worden, maar vast niet in de eerste tijd." Maar wat doe jij hier? Als ik vragen mag?" Zei ze nog steeds gefaked, maar met een wat zelfverzekerde ondertoon. Ze was wat benieuwd geraakt naar deze 'mysterieuze' kat. Ze wildde meer over haar weten. Wat ze nooit wil eigenlijk bij andere katten. Indi draaide haar nek om, om achter hen te kijken, maar haperde aan éen van de tandjes van haar halsband. Haar persoonlijk teken da ze bij de blood-clan toebehoorde.