Met een verveelde blik klauwde het kleine gestalte van Hurricanekit aan het plukje mos wat hij op de grond had gevonden. Zijn andere poot hing losjes over de rand van het nest, meer omdat hij niet wist waar hij het anders moest stoppen dan dat hij het pootje rust wilde geven. Hij voelde de kalmerende warmte van zijn moeders zwarte vacht, het rustige geklop van haar hart en het rijzen en dalen van haar ademhaling. Klaar met het plukje mos trok hij zijn pootje terug en liet zijn kopje erop rusten. Zijn kleine blauwe kraaloogjes staarden in het niets van de Nursery. Hij zuchtte even diep en draaide zich op zijn rug, hopend in een comfortabelere pose te komen te liggen.
Tevergeefs.
Hij liet een zacht, jammerend geluid uit zijn mond komen, terwijl hij met een dramatische blik in zijn ogen naar het plafond staarde. Way to go, wat een marteling hier. Het was hier oersaai. Hij sloot zijn ogen hopend eindelijk in slaap te vallen, weten dat zijn plan zou falen voordat hij er ook maar aan begon.