Whitepaw snuffelde door het roze veld. Ze rook wat vreemds. Het was fijn en heel zacht. Opeens hoorde ze een geroep "Whitepaw, Whitepaw," hoorde ze. Die stem kwam heel bekend voor . "Mama!" Ze rende op haar af. "Mama, je bent hier bij mij," riep ze blij. "Nee liefje ik ben in je droom bij jou."
"droom..." herhaalde Whitepaw vragend. "Liefje doe je ogen eens open."
"nee dan ben ik jou kwijt," huilde ze. "Nee liefje ik zal altijd hier in je hart zijn," zei ze zacht. "Mama wacht laat me niet alleen!" Whitepaw's stem werd angstig. Het veld werd donker grijs en er kwamen gele strepen op de snel weg. Ze hoorde het geluid van remmende banden. Het licht kwam dichter bij. Daar stond dat ding dat zijn moeder vermoord had. De monster kwam op haar af en opeens. Whitepaw schrok wakker. Ze kon niet slapen dus besloot ze even een stukje te gaan lopen door het bos. Ze liep haar bed uit en ging op weg het bos in. Ik moet mijn vader vinden hij zou mij begrijpen, dacht ze. Ik heb nog zoveel dingen te vragen ik moet hem vinden en het zal mij lukken.