Met een brok in haar keel luisterde Aqualight naar de opgewonden stemmen van de Apprentice's, die net hun training achter de rug hadden. Het was een paar dagen geleden sinds dat ze blind was geworden. Aqualight had het expres tegen niemand gezegd, maar lang zou het niet meer duren voordat iemand erachter kwam. Ze lag nu sowieso bij de Elders Den, waar ze niet wilde liggen. 'Aqualight!' had een elder opgewonden geroepen. 'Wil jij een verhaal horen, waarom je hier bent?' had hij gevraagd. Aqualight had geglimlacht en had geknikt. Ze durfde het niemand te vertellen. Alleen Blackclaw wist dat ze blind was. Maar als niemand iets zei, betekende het dat haar oogkleur niet veranderd was. Of wel soms? Misschien hadden ze nooit goed naar haar ogen gekeken. Het kon Aqualight ook eigenlijk niet schelen. Het was een feit dat ze blind was. Hoe moest ze dit ooit aan Raindrop vertellen? Ze had alleen maar verteld dat er een waas was voor haar ogen. Zichzelf beschuldigen was makkelijk. Gelukkig. Ze rook geen elder in de buurt. Dan kreeg ze ook geen lastige vragen. Aqualight zakte verdrietig neer. Het zou iedereen wel verbazen dat zij hier lag. Tegen Brokenstar had ze het ook nog niet gezegd. Goldenpelt moest het wel ontdekt hebben. Aqualight lag nu liever in de Medicijn Den dan ergens anders. Naar de Grote Vergadering gaan kon ze ook wel vergeten. Kon een blinde poes mee? Nee, waarschijnlijk! Aqualight had zin om haar vel open te bijten, maar ze hield zich rustig. Ze snoof. Ze rook prooi. Aqualight liep met voorzichtige passen door het kamp. Het ging beter. Ze wist niet waar ze was, maar zette vaart omdat andere krijgers misschien naar haar keken. Ze botste ergens tegen en viel op de grond. 'Kom op...' mompelde ze, terwijl ze weer op stond. Ze rook nog eens goed. Haar neus leidde haar naar een ander punt. Toen ze dichtbij was, rook ze de vage omtrek van een muis. Aqualight strekte zich zo ver mogelijk uit en pakte een muis. Ze was trots op zichzelf. Met de muis in haar bek liep ze langzaam terug. Ze snoof. Hé, het rook hier anders dan daarnet. Waar was ze? Ze hoorde opgewonden fluisterstemmetjes.