Snowfinch draaide zich om toen ze achter zich sneeuw hoorde kraken. Tussen de struiken kon de bruine tabby een rood met witte vacht onderscheiden. "Wie is daar?", vroeg ze, er was een gewoonlijke, kille ondertoon in haar stem terug te vinden. Ze ontblote haar nagels, de wind waaide niet in haar richting, dus wist ze niet of ze met een indringer, of een clangenoot te maken had.
-laat, sorry...