Een eekhoorn bungelde uit haar bek. Ze had hem dood gevonden, hangend aan een tak. Hij rook nog net niet naar kraaienvoer. De koude wind en sneeuw had hem zowat ingevroren. Ook al had ze hem niet gevangen. Ze was er toch best trost op. Haar glimlach verdween toen ze een apprentice zag. "Dag kleintje. Moet je niet in de Nusery zijn.", spotte ze. Ze grijnsde. Dit zou nog leuk zijn. Searock legde haar prooi op de grond. "Ach zo te zien heeft Ruddykit geen prooi gevangen.", begon ze treiterig. "En blijkbaar heeft hij ook een beetje koud." Searock grinnikte luid. "Moet je niet lekker bij je moeder zijn." De slanke, bijna magere poes wist heel goed dat de meeste katten hun moeder hadden verloren.