Snel als de wind rende de rosse poes door het territorium. Het was glad, en regelmatig gleden haar poten uit. Ze achtervolgde een konijn. Door de achtervolging had de poes niet door dat ze recht richting de afgrond liep. Vlak voor de afgrond, de kloof die de grens vormde van Riverclan en Windclan, draaide het beestje rechtsaf. Maar Leafheart's snelheid was te hoog, en ze kon niet meer stoppen. Slippend gleed ze van de rand, recht de kloof in. Gillend deed ze haar ogen toe, en voelde ze hoe ze tegen de rand botste, verschillende keren. De rotsen haalden haar huid open. Haar mond vulde zich met bloed. Toen ze haar ogen weer opendeed, zag ze de grond naderen, razendsnel. Met een luide plof kwam ze op de harde stenen grond terecht. Ze leefde nog, maar niet heel lang meer. Ze voelde hoe haar levenskracht langzaam uit haar wegsijpelde. Dit was haar allerlaatste moment. "Help!", gilde Leafheart nog, voor ze wegzonk in een eeuwige slaap.