We're part of a story, part of a tale. We're all on this journey, no one is to stay. Where ever it's going. What is the way?
Welcome
Warrior Cats is een rollenspel gebaseerd op de serie 'Warriors' van Erin Hunter. Je verkent hier al schrijvend de geliefde wereld van de Clankatten, rogues en kittypets. Dit doe je door je eigen karakter aan te maken, waarbij je bijna alles zelf mag bepalen over uiterlijk en karakter. Wild of tam, goed of slecht, sociaal of eenling? Help jij oorlogen te voorkomen? Of ben je een van de katten die hongerig opzoek is naar een groter territorium en meer macht? Het kan allemaal op Warrior Cats.
KIND OF WEATHER
NEWLEAF
Season
Newleaf, 10°C - 20°C
Langzaam maar zeker komen de eerste bloemen weer op. De zon breekt weer door wat zorgt voor een aantal warme dagen. Newleaf zet alles in volle bloei.
Onderwerp: {Roaring with Pride} {Story} za 11 jan 2014 - 10:58
Roaring with Pride
Ik ben begonnen aan een verhaal over Lionroar. Om precies te zijn; zijn levensverhaal. Zoals sommigen van jullie vast wel weten is Lionroar's geschiedenis redelijk uitgebreid geschreven en het leek mij wel eens leuk om nu ook een echt verhaal van zijn leven te maken. Dit verhaal zal pas eindigen wanneer Lionroar sterft en laten we hopen dat dit nog wel even duurt <'3
Characters
Deze lijst hoort bij het laatste hoofdstuk dat ik geschreven heb, hij zal dan ook iedere keer weer kunnen veranderen.
Windclan Clanleader Tallstar - Een zwart met witte kater met gele ogen en een redelijk lange staart.
Deputy Skyleaf – Een grijs gestreepte poes met lichtblauwe ogen.
Medicine Cat Littlecreek – Een zwarte kater met helderblauwe ogen.
Medicine Cat Apprentice Breezepaw – Een bruin met wit gestreepte kater met lichtblauwe ogen.
Warriors Hollyleaf - Een donkergrijze tot zwarte poes met heldere groene ogen. Briarspots – Een bruine kater met geel tot bruingekleurde ogen.
Queens Morningdew – Een prachtige, sierlijke calico poes met gele ogen.
Kittens Lionkit - Een flame lynx point kater met oceaanblauwe ogen. Dovekit - Een sneeuwwitte poes met gifgroene ogen.
Elders x
Rogue Tigerfang – Een charmante, donkerbruin gestreepte kater met gifgroene ogen.
Starclan Littlerush – Een smalle, tengere flame lynx point poes met oceaanblauwe ogen. {Windclan}
Chapter One
Spoiler:
Tigerfang was een charmante kater, een echte charmeur. Hij stond erom bekend dat hij van vele poezen had gehouden en dan ook vele harten had gebroken. Dochters en zonen had hij echter nog niet, daar leek de kater geen interesse in te tonen. Hij hield ervan om gewoonweg te flirten met anderen, maar liet hun maar al te graag weten dat zij de enigen waren. Ook al waren ze dit duidelijk niet. Ook Littlerush was een slachtoffer van zijn charmante acties. Ze raakte verliefd en hij deed alsof hij verliefd was, alles leek zo echt en waar te zijn. De twee waren het gesprek van de dag, iedereen vond ze het schattigste koppel in de clan; iedereen keek dan ook uit naar hun kittens. Tigerfang begon er eigenlijk over, over dat kitten gedoe. Littlerush had nooit kittens gewild, ook al was ze een echt moeder figuur, ze was te onzeker en durfde het eigenlijk niet aan. Wat als het verkeerd ging? Wat als ze geen goede moeder was? Tigerfang wist haar om te praten en die dag nog raakte Littlerush zwanger van hem. In de maanden dat ze zwanger was, merkte Littlerush dat Tigerfang minder met haar om ging. Het leek wel alsof hij andere interesses had gevonden. Op een dag besloot Littlerush naar hem toe te stappen en hem te vragen wat er aan de hand was. Tigerfang was echter al in een slechte bui en had overduidelijk geen zin in zijn partner en haar gezeur. “Kun je me met rust laten, Littlerush? Ik heb geen zin in weer een ruzie.” Gromde hij naar haar. Maar Littlerush bleef zelfverzekerd staan, ze wilde nu weten wat er aan de hand was en niet later pas. “Is er iets aan de hand Tigerfang?” Miauwde ze nuchter en redelijk neutraal. Ze wilde weten wat er aan de hand was, maar Tigerfang leek niet zo heel blij te zijn over haar vraag. “Wil je het echt weten?” Zijn stem klonk geërgerd en ze kon duidelijk horen dat hij zijn woede inhield. Littlerush knikte vervolgens maar, ze wilde het echt weten. “Oké dan. Ik ben al je gezeur zat, Littlerush. Je wilt dat ik al mijn aandacht op jou richt, maar weet je.. je bent niet de enige die mijn aandacht nodig heeft.” Littlerush schrok een beetje van zijn kwade stem, maar ze besloot niet om weg te gaan. “Wie heeft jouw aandacht nog meer nodig dan?” Miauwde ze vragend, waarna ze duidelijk fronste. “Littlerush, begrijp je het echt niet? Je wist van te voren wel wie ik was, hoeveel liefdes ik al heb gehad. Ik snap niet dat je het nog niet door had. Ik heb een ander, Littlerush, en ik ben jou en je zwangerschap helemaal zat!” Gromde hij vervolgens weer. Littlerushs bezorgde uitdrukking nam al snel plaats voor woede. “Wie is ze Tigerfang? Ík vermoord haar! Ik ben zwanger van jouw kittens, je hoort een vader voor ze te zijn, je wist dat bang was om kittens te krijgen, waarom heb je me zwanger gemaakt als je al wist dat je me achter ging laten?!” Ze gromde en keek de donkerbruine tabby kwaad aan. Tigerfang, die bekend stond om zijn plotselinge woede uitbarstingen, ontblootte zijn tanden. “Hoe durf je me achter te laten met jouw kittens!” Schreeuwde ze weer uit, omdat de kater niet leek te reageren. Tigerfang slaakte een duidelijk grom uit. “Als je ze niet wilt, dan help ik je wel om van ze af te komen!” Schreeuwde hij luidkeels uit, waarna hij naar haar toe sprong en zijn klauwen in haar zij duwde. Littlerush stribbelde tegen, maar Tigerfang was veel groter en sterker dan haar en wist haar tegen de grond aan te duwen. Zijn klauwen maakten diepe wonden in haar vacht, terwijl de poes probeerde haar buik te beschermen. Hij gaf haar een flinke stoot tegen haar kop aan, waardoor ze bijna haar bewustzijn verloor. De poes voelde hoe de kater zijn klauwen op haar buik zette, ze schreeuwde het uit van pijn toen zijn klauwen daar een diepe wond achterlieten. Plots verschenen er twee warriors uit de bosjes, gevolgd door twee andere apprentices. De twee warriors wisten Tigerfang van Littlerush af te duwen, terwijl de apprentices naar haar toe schoten om haar te helpen, vochten de twee warriors met Tigerfang. Tigerfang was een sterke kater, groter dan de gemiddelde windclan kat, en vocht met al zijn kracht tegen de twee warriors. Hij wilde overduidelijk zijn ‘moord’ afmaken, maar kreeg hier de kans niet voor. Hij kon onmogelijk op tegen twee warriors en toen de kater dit merkte, draaide hij zich abrupt om en nam de benen. Een van de warriors rende achter hem aan, maar Tigerfang was te snel voor de gewonde warrior en wist te ontkomen. Littlerush was zwaar gewond en werd door de warriors en apprentices terug gebracht naar het kamp, daar trof Littlecreek haar aan; de medicine cat van Windclan. Hij wist haar wonden te verzorgen, alle mogelijke ontstekingen werden geremd en het bloeden werd gestopt. “Wat is er gebeurt, Littlerush?” Miauwde Littlecreek met een ongeruste stem. “L-littlecreek..” Sprak Littlerush, duidelijk zwak van al het bloed dat ze had verloren. “Tigerfang.. hij heeft me aangevallen.” Haar blik gleed nu afwezig naar de uitgang van de medicine den en die hele dag heeft ze niets meer gezegd.
Die avond had Littlerush geen oog dicht gedaan. Ze was bang dat Tigerfang terug zou komen en haar alsnog zou vermoorden, dat zou natuurlijk echt iets voor hem zijn. Gelukkig was hij niet teruggekomen en had Littlerush de volgende ochtend gehaald. Haar wonden waren nog steeds diep, maar het bloeden was voor een groot gedeelte al gestopt. Zo af en toe ging een wond weer open, als ze zich te ruw bewoog of teveel inspande. Littlecreek bleef haar maar zeggen om stil te zitten, niet zoveel te trillen, maar de poes was zo bang dat ze bij ieder hard geluid omhoog leek te schieten. Littlecreek kwam naar haar toe met een muis in zijn mond. “Zin om deze met mij te delen, Littlerush?” Miauwde hij. Maar Littlerush schudde haar hoofd als teken dat ze geen honger had. Natuurlijk had ze honger, ze had al bijna een hele dag gegeten. Maar de poes had besloten dat ze niets meer wilde. “Echt niet?” Littlecreek probeerde het nog een keer, maar Littlerush bleef bij haar punt en schudde haar hoofd nogmaals. Littlecreek besloot haar maar met rust te laten voor nu, maar binnenkort zou ze echt wat moeten eten, want zonder eten kon ze natuurlijk niet. Littlerush legde haar hoofd op haar poten, om de verschrikkelijke hoofdpijn die ze had door het weinige slapen, wat te verminderen. Haar ogen werden langzaam aan zwaar en vielen zo af en toe dicht. Het werd steeds moeilijker om ze te openen en op een gegeven moment was ze te moe om ze nog te openen; ze viel in een onrustige slaap. De poes droomde over Tigerfang die terug kwam, vlak na de geboorte van haar kittens. Haar kittens waren allemaal gezond en prachtig, maar Tigerfang had een ander doel voor ze bedacht. Eén voor één werden ze gedood door Tigerfang. Littlerush kon niet bewegen, geen actie ondernemen om Tigerfang te stoppen. Het enige wat ze kon was toekijken, schreeuwen en natuurlijk huilen. Geschrokken schoot de poes wakker uit haar slaap, maar ze zakte met een pijnlijke kreun weer in elkaar. Een van haar wonden was weer opengegaan door haar plotselinge, ruwe beweging. Meteen snelde de jonge Breezepaw naar haar toe, Littlecreek was nergens in de den te vinden. Breezepaw duwde wat ververst spinnenrag tegen haar zij aan. “Blijf rustig liggen, Littlerush. Dan gaan je wonden niet open.” Miauwde de medicine cat apprentice, waarna hij de wond kort bekeek en het spinnenrag er stevig tegenaan duwde. Littlerush knikte enkel, in al die tijd dat ze hier lag had ze geen woord gesproken. Het enige wat ze deed was ja knikken of nee schudden. Ze wilde niet meer praten en langzaam aan leek de poes in een soort depressie te vallen. De klap dat haar grote liefde Tigerfang haar had verlaten kwam hard aan en tranen gleden over haar wangen. Breezepaw keek haar vragend aan, maar Littlerush negeerde de kater volledig. Eigenlijk wilde ze gewoon even alleen zijn, maar dat ging moeilijk met twee medicine cats die bijna altijd om haar heen hingen om op haar te passen. Ze legde haar hoofd weer op haar poten en met tranen in haar ogen staarde ze naar de rand van de medicine den. Ze keek niet eens op toen Littlecreek de Medicine den weer binnenstapte met twee muisjes in zijn mond. Hij keek naar de poes. “Littlerush, je moet wat eten. Je kittens kunnen niet zonder eten en jij ook niet.” Miauwde hij. Hij probeerde haar duidelijk iets te bevelen, maar Littlerush keek niet eens op naar de kater. Ze staarde levenloos voor zich uit en negeerde hem volkomen. “Littlerush..” Miauwde hij wat zachter. “Je.. moet echt iets eten.” Er klonk heel veel emotie in de stem van de kater, alsof hij zich schuldig zou voelen als de poes stierf samen met haar kittens. Nu keek Littlerush op, waarna ze haar hoofd ophief en knikte. Oké dan, ze zou wat eten. Ze nam één kleine hap van het muisje, terwijl ze haar ogen erop richtte kauwde ze erop en slikte het door. Ze wilde eigenlijk niets eten, dat ze maar stierf. Dan was ze van de kittens van Tigerfang af.. en van haar eigen leven. Dan zouden ze samen een fantastisch leven in Starclan kunnen leiden, toch? Dan hoefden haar kittens geen kwaad of pijn meer mee te maken.. nooit meer. Littlerush staarde even naar de muis, alsof ze erover na leek te denken om hem nu gewoon te laten liggen. Ze besloot er nog één hapje van te nemen, waarna ze haar kop weer op haar poten legde en haar ogen sloot. Littlecreek slaakte een duidelijk zucht. Of het een opgeluchte zucht was dat ze iets gegeten had, of een bezorgde zucht dat ze zo weinig gegeten had, boeide Littlerush niet meer. Ze viel weer in slaap en weer werd ze overvallen met nachtmerries.
Zo ging het nog twee maanden door. Littlerush at soms een dag niet en soms een heel klein beetje, ze werd iedere keer als ze wilde gaan slapen overvallen door dezelfde nachtmerries en had geen woord meer gezegd sinds dat Tigerfang haar had aangevallen. Nu, twee maanden later, was het eindelijk tijd voor de bevalling. Littlerush was nog dunner geworden dan wat ze vroeger was en zag er alles behalve gezond uit. De poes had veel bloed verloren en leek maar niet sterker te worden en Littlecreek vreesde voor het ergste. De weeën kwamen al snel en de poes schreeuwde het uit van de pijn. “Littlecreek!” Schreeuwde ze automatisch uit, het eerste woord dat ze sinds Tigerfang’s aanval had gezegd. Littlecreek snelde haar haar toe, gaf haar een stok om op te bijten en net toen hij haar wat kruiden wilde geven, begon Littlerush te praten; “Littlecreek.. wat er ook gebeurt.. beloof me dat je mijn kits levend houd..” Miauwde ze door al het gehijg en geschreeuw heen. Littlecreek keek haar even verbaasd aan, maar vervolgens knikte hij vastberaden. “Ik zal ervoor zorgen, Littlerush. Maar jij blijft bij ons! Je zult de moeder worden van je kits en-“ Maar voordat de medicine cat verder kon praten onderbrak Littlerush hem. “Nee, Littlecreek. Ik ben te zwak om dit te overleven en ik denk dat jij dat ook wel weet. Zorg dat mijn kittens worden geboren, meer hoef je niet te doen.” Miauwde ze vastberaden, waarna ze op de stok beet om de pijn wat te verzachten. Na enkele minuten kwam haar eerste kitten al ter wereld. Hij had een witte kleur, maar iets aan haar zei dat hij op haar ging lijken. Dat ook hij.. een flame lynx point kat zou worden. Littlecreek bekeek de kitten snel. “Hij is gezond,” Miauwde de medicine cat met waterige glimlach op zijn gezicht. “L-lionkit” Miauwde Littlerush. Ze had lang nagedacht over namen, maar geen van hen waren goed geweest. En nu haar kitten zo voor haar lag.. wist ze meteen hoe ze hem wilde noemen. Lionkit, vernoemd naar de leeuw. Hij zou zijn naam met trots dragen en een loyale krijger worden van de clan, tranen welden op in de ogen van Littlerush, maar voordat ze ook maar enig contact met haar pasgeboren zoon kon krijgen, begonnen de weeën alweer. Ze beet weer op de stok en de tweede kitten kwam ter wereld. Littlerush voelde hoe het leven uit haar sijpelde nadat de tweede kitten uit haar was gekomen. Waren dit haar kittens? De weeën waren gestopt en Littlecreek bekeek de redelijk kleine kitten. “Ze is gezond..” Miauwde Littlecreek wat zachter. Deze kitten had een sneeuwwitte kleur, maar was kleiner dan haar broer. Littlerush bekeek de kitten kort, waarna ze haar deze naam gaf; “Dovekit.” Het leek haar wel een gepaste naam. Dovekit had zo’n prachtige sneeuwwitte kleur, dat het haar liet denken aan een prachtige, witte duif. Met een warme glimlach op haar gezicht en haar ogen op haar kits gericht, zakte haar hoofd naar de grond. Het licht vervaagde uit haar ogen en langzaam aan werden ze zelfs dof. Het laatste wat Littlerush hoorde was een geschrokken Littlecreek die haar naam schreeuwde, waarna ze zich bij Starclan voegde.