Met korte, kwade passen marcheerde Wolftooth weg. Weg van alle katten, weg van de 'gezelligheid'. De bruin gestreepte poes mompelde kwade, onverstaanbare woorden, maar die niet bepaald lief bedoeld waren. De hele BloodClan mocht even weg lopen. Lag het gewoon aan haar en had ze een slechte dag? Ze wist het niet. Ze wist enkel dat ze even genoeg had van de BloodClan. Naturlijk zou ze niet weglopen, de BloodClan is haar thuis, haar leven, haar zijn. Met een licht geërgerde grauw klauwde ze naar een muis, die zo achterlijk was tegen haar op te rennen. "Mouse-brain !" siste ze in zijn oor, toen ze boog om zijn nekje ovr te kraken. Met een zachte krak brakhet nekje, en bloed hing aan Wolftooth's kin. "In Leafbare zou je ver weg moeten zijn, jij dommerik." Ze was blij dat die muis te dom was. Nu had ze tenminste eten. Even twijfelde Wolftooth nog, maar ze had nog niet gegeten vandaag, dus nam ze een hap uit de muis. Hij was nog redelijk dik voor een muis in Leafbare, dus Wolftooth was er blij mee. Abrupt stopte ze met eten, spitste haar oren en opende haar kaken. De scherpe BloodClan-geur prikte haar zintuigen. "Whuut?" Wolftooth liet haar gestreepte staart rond haar poten glijden. "Wie is daar?!" Met een kwadeblik speurde ze rond. "Bloodclan 'vrienden' die komen kijken wat er scheelt zeker .." Sarcasme .. Ze staarde nog even naar de overschot muis, begroef het beesje, was enkel nog wat botjes waren, en keek weer rond. "Laat je verdomme zien !"