De gouden kater lag voor de apprentice den een beetje te genieten van het zonlicht. Hij had nog steeds geen training gekregen van Cindertalon, dus echt gaan jagen kon hij niet. Verder had hij geen taken ofzo gekregen, dus had hij besloten om wat te gaan luilakken. Poisonpaw was er ook niet, tot zijn grote spijt, anders kon hij haar wat gaan pesten. De kleine gouden kater draaide zich op zijn rug. Het was nog best zonnig voor een dag in leaf-fall. Opeens drong er een geur zijn neus binnen. Van een Windclankat. Hij draaide zich weer op zijn buik en deed zijn ogen open. De zon scheen in de gouden kijkers van hem, waardoor hij het gezicht van de kat die nu voor hem stond niet goed kon zien. Maar nu herkende hij de geur wel beter. Het was gravedance, die stomme half-clan kat...