This cannot be (open)

De rode poes schudde haar pels uit en een mengelmoes van sneeuw en blaadjes slingerden in het rond. Haar ambere ogen schoten heen en weer, maar het muisje wat nu tussen haar kaken bungelde was ook echt het enige wat er te vinden was. Ze besloot het diertje bij zich te houden, want stel dat ze het hier onder een struik zou leggen, en er straks een vos of iets dergelijks kwam en haar prooi stal, dan was het allemaal voor niks geweest. De poes trippelde verder en merkte een andere geur op, tot haar verbazing, die van Firestar. Ze had nooit echt met een van ThunderClan's Highranks gepraat. Nieuwsgierig kwam ze naderbij en zag de rode gestalte van de kater. "Goedendag, Firestar." miauwde ze nadat ze haar muis even neer had gelegd.

De poes had al snel door dat Firestar niet in een al te best humeur bleek te zijn. "Goedemorgen, Redberry," miauwde hij dan ook wat droogjes. De poes slikte eventjes en voelde zich wat ongemakkelijk, want als er iets was wat ze absoluut niet wilde was dat wel ruzie maken met hun leider. De poes knikte eventjes naar hem en keek toen naar haar muis. "Misschien kunnen we samen jagen?" miauwde ze vervolgens vragend en ging er even bij zitten, om even bij te komen van de jacht die ze al achter de rug had. Ze sloeg haar staart om haar poten heen en hield haar kopje een beetje scheef. Misschien kon ze hem wel wat opvrolijken.

Ze volgde zijn ogen die naar haar muis toegingen en ze wachtte rustig af. "Ik was eigenlijk van plan om de borders even te checken. We kunnen het combineren," miauwde de kater toen emotieloos. Redberry knikte vervolgens. "Mij best," miauwde ze als extra bevestiging en zag hoe de kater zich omdraaide en weer verder ging. Redberry pakte haar muisje op en trippelde geruisloos achter de kater aan. Ze volgde zijn blik opnieuw en probeerde ook enige sporen te vinden, zowel van een prooi als eventuele vijand. Vanuit haar ooghoek keek ze naar Firestar, hij leek zo met iets anders in zijn kop te zitten, echter besloot ze hem er niet over te storen.

Rust, dat was wat Butterfly nu echt wel even nodig had... Het werd haar allemaal even teveel nu, dus besloot ze het ThunderClan camp uit te gaan en te proberen om wat prooi te verzamelen. De gevlekte poes was op weg naar de Tallpines, daar zou vast nog wel een vogeltje zitten, of een lekker mals konijn. En anders zou ze toch nog even kunnen genieten van het uitzicht, toch? Een vermoeide zucht rolde over haar lippen en met een zwak glimlachje draafde ze de open plek van het camp over. Haar pootkussentjes voelden koud aan door de laag sneeuw die bedekt was door een dunne korst van ijs. Het witte spul knarste onder Butter's poten bij elke stap die ze zette. Ze zigzagde wat door de bomen aan een rustig tempo, tot er plots verschillende geuren haar neus binnendrongen. Eén geur was wel heel opvallend; BloodClan! Ze kon ook de geur van haar leader ontdekken, Firestar. Misschien was de ThunderClan leader wel in gevaar?! De ros witte poes versnelde haar gangen en snelde op de geur af. Er was nog een kat bij, ook een ThunderClanner, maar wie weet hoeveel BloodClanners er wel niet waren..? Van op een paar vossenlengtes van de drie katten verwijderd kon ze de poes Redberry herkennen die Fire vergezelde. Wat deden ze hier? De kater leek echter niet zo blij met het gezelschap van hun vijand, want ze kon hem nog net wat horen zeggen: 'Het lijkt me verstandig als je nu vertrekt, dat is, als je je leven lief hebt.' Hmm, dat klonk redelijk, niet waar? De poes kwam tussen de bomen uit en voegde zich bij de ThunderClan katten. "Hallo. Firestar, Redberry", ze gaf bij beide namen een knikje in de richting van de aangesproken kat. Butterfly besloot gewoon af te wachten en te kijken of de BloodClan kat iets van plan was. Bleef hij kalm, dan deed zij dat ook.

OOC; Sorry, ik kon het niet laten x3

Ze volgde Firestar's voorbeeld en snuffelde rond onder een struik, geen enkel teken van iets. Ze stond op en trippelde naar Firestar toe, om hem net wat te willen vragen, maar een kleine verassing vond voor haar neus plaats. Een kat kwam sierlijk uit de bomen springen en landde soepeltjes op zijn poten. De kater nam een vieze geur mee: die van BloodClan. "Mooi weer is het niet?" Redberry vernauwde haar ogen wat en staarde de kater aan. "Ach wat maakt het toch uit, jullie waren toch niks 'geheims' aan het bespreken." De poes wachtte af wat Firestar hierin te brengen zou hebben, hij was tenslotte de leider, en de poes was bang iets fout te doen. Haar nekharen waren overeind gekomen en haar rug kromde zich. Haar ogen werden zwart en haar oren lagen plat tegen haar schedel. "Of zijn jullie stiekem een koppel hm?" miauwde de kater toen met een gemene glimlach. Haar ogen schoten vol ontzet naar Firestar. "Ik wist niet dat BloodClan zijn leden zo slecht inlichtte over de gang van zake," miauwde Firestar naar de kater. Redberry bleef aan de zijde van haar leider staan, maar keek de witte kater met de tabby vlekken vol afschuw aan. "Het lijkt me verstandig als je nu vertrekt, dat is, als je je leven lief hebt." klonk de kalme stem van Firestar. Redberry keek de kater aan. "Hallo. Firestar, Redberry" miauwde een andere kat. De oren van Redberry schoten in de richting waar het geluid vandaan kwam, en een andere rode poes, Butterfly, knikte haar toe. De poes bleef op afstand, en Redberry liet haar blik weer gaan naar de BloodClan kater. Als hij Firestar ook maar met een poot aan durfde te raken, dan kon hij zijn borst natmaken!