Modder spetterde over om haar heen terwijl een oranje poes haastig op zoek was naar een schuilplaats. De poes was deze ochtend het kamp uitgegaan om te proberen plezier te hebben en misschien ene beetje te jagen maar nu, nu was ze opzoek naar een plek om te schuilen voor de regen. Niet dat het zo veel uitmaakte ze was toch al doorweekt maar toch, ze wou niet nog een keer ziek worden. De poes voelde hoe er af en toe een druppel modder op haar viel dat door haar poten omhoog werd gespetterd maar het maakte haar niets uit. Maar blijkbaar vonden de andere katten dat wel erg wand zodra ze een schuilplaats vond was die bezet door andere katten die haar wegstuurde omdat ze nat was. Ze moest toch juist zo snel mogelijk schuilen omdat ze al zo nat was? Niet dat de poes het niet had verwacht om te worden weggestuurd, het gebeurde toch al haar hele leven. Maar ergens diep vanbinnen had de poes toch gehoopt dat iemand haar bij hun zou laten schuilen. Snel bleef de pos rennen tot alweer de geur van Windclan haar neus bereikte. Maar dit keer zag ze nergens een schuilplaats dus waar zou de kat zijn? Ineens verscheen er een gestalte in de zichtveld van de poes, het was wel alsof het zo gepland was ook al wist de poes dat dat niet zo was. Snel bleef de poes doorlopen tot ze zich iets bedacht, ze zou recht tegen de kat aanlopen als ze niet zo snel mogelijk stopte. Snel begon de poes zo goed mogelijk af te remmen om vervolgens met een slip voor de kat stil te staan en tot de grote verbazing van de poes niet om te vallen. Nu pas had Heathpaw door dat ze haar ogen had dichtgedaan, bang voor de val die ze uiteindelijk niet had gemaakt. Snel onthulde de oranje poes haar amberkleurige ogen om vervolgens tot haar verbazing recht in een stel ogen te kijken die haar bekend voorkwamen, Timberpaw.