De poes dat dat ze een normale vraag had gesteld maar wat in haar ogen een normale vraag was bleek de kater helemaal in paniek te laten schieten. "G-gewoon." Hoorde ze de kater beginnen. Ze zag hoe de kater steeds nerveuzer werd en hoe zijn ogen heen en weer flitste. "Zeg het tegen niemand alstublieft!", Heathpaw verschoot van de uitbarsting en de angst in zijn blauwe ogen. Rustig zette ze een paar stappen dichterbij de kater. "Nee, alstublieft." Even ademde de poes een grote hap luct en en uit voor ze begon te spreken. Haar stem klonk rustig en verzekerend, alsof er niets was om bang voor te zijn. "Rustig maar, wat mag ik tegen niemand zeggen?"