Frozensoul keek schichtig om zich heen toen ze een gekrijs hoorde. Was het van die vogel? Ze wist dat als hij háár zou uitkiezen voor zijn maaltijd, ze er geweest was. Ze kon bijna niks meer met haar verbrijzelde poot. "Frozensoul." Met een gil draaide Frozensoul zich om, om Specklepaw aan te treffen. Ze zuchtte. "Oh, hoi Specklepaw. Sorry voor mijn reactie..." Ze wist niet goed wat er met haar aan de hand was. Ze schrok de laatste tijd zo veel, van bijna alles zelfs. Ze zat ook zo vaak alleen in het kamp, dat ze sociaal contact gewoon niet meer gewend was. Ze sloot haar felblauwe ogen even toen ze de geur van haar geliefde opsnoof. Ze liep naar hem toe en ging bij hem zitten. Ze nestelde zich in zijn vacht.