7 Actief
| |
| Onderwerp: Get away! zo 19 jan 2014 - 13:18 | |
| WHY CAN'T THE MOON STAY FULL FOREVER Met snelle opeenvolgende pootstappen scheerde de poes zich weg uit het Shadowclan kamp. Voorzichtig snuffelde ze met haar neus aan de grond en volgde ze het dichts bijzijnde prooi geurspoor. Ze was nooit echt de held geweest op het gebied van jagen, maar alsnog wist ze iedere keer dat ze erop uit ging wel één of twee prooidieren met haar mee te nemen. Zo ging dat nu al haar hele leven, en ze dacht niet bepaald dat daar verandering in zou komen. Het lag ook niet aan het feit dat ze niet altijd even goed oplette tijdens haar trainingen, haar mentor Charcoalsong was gewoon niet interessant genoeg. Ja, ze zou de schuld wel op haar mentor schuiven. Met een glimlach liep ze verder. Neen, Charcoalsong was de beste mentor die ze zich had kunnen toewensen. Helaas had de oude poes zich al bij de elders gevoegd, vlak nadat Thistlerose warrior was geworden. Dus had ze nooit de kans gekregen om eens samen met haar te gaan jagen, als volleerde krijger. Een zucht verliet haar mond toen ze haar passen wat versnelde. Na enkele tiental meters te hebben gelopen hield ze abrupt halt en stak ze haar snoet in de lucht. De prooigeur was verser en sterker geworden, zoals ze al had gehoopt. En de poes dook meteen naar de grond toen ze een pluizige staart zag verschijnen van achter de struiken. Geluidloos sloop ze op het diertje, welke waarschijnlijk een eekhoorn was, af. Toen ze op een goede afstand van het prooidier verwijderd stond zette ze zich af en sprong ze met uitgestrekte poten in de richting van het kastanje bruine diertje, om het nadien dood te bijten met haar scherpe tanden. Een voldane glimlach spreidde zich op haar gelaat toen ze het levenloze lichaampje bekeek. De eekhoorn had nog best veel vlees aan zijn botten hangen voor deze tijd van het jaar. Snel begroef ze het weer onder wat zand en liep ze verder. Hoe goed die eekhoorn er ook uit mocht zien, ze zou de Clan niet tevreden kunnen stellen met slechts maar één prooidier. Echter hield ze algauw weer halt toen een vreemde geur haar neusgaten binnen drong. Haar nekharen sprongen overeind en haar zilverkleurige ogen vernauwden zich. "Wie is daar?" Spuugde ze in de richting van een struik welke opvallend hard aan het ritselen was.
IT'S NOTHING THAT I NEED TO SAY
|
|