Dawnpaw was al vroeg op jacht gegaan. Zijn vacht tintelde van een onverwachte stroom energie. Hij had niet stil kunnen zitten en was er vandoor gegaan zodat hij niemand wakker maakte. Deze ene keer had hij wel wat mee genomen voor de prooistapel, zonder er van te eten. Niet dat het hem wat boeide wat anderen zeiden dat hij moest doen, hij deed het toch wel. Maar zin in gezeur had hij niet nu. Net toen hij het kamp in wilde lopen, kwam er een zandkleurige poes op hem afstappen. Dawnpaw negeerde haar en nam aan dat ze wel aan de kant zou gaan, maar dit deed ze niet en botste vollop tegen hem aan. Geschrokken viel Dawnpaw achterover. De poes liep gewoon door zonder ook maar iets te zeggen. Kwaad sprong de kater overeind. "En jij noemt jezelf een warrior! Lomp mormel!"zei hij kwaad met zijn haren overeind. En poef, weg was zijn goede humeur