Aan de hemel pakte zich dikke donkere onweers wolken samen. Langzaam aan verroerde zich een zwarte jonge warrior vanuit zijn slaapplaatst in de Warriorden. Zijn ambere ogen gleden langs de lichamen van zijn broer en zus die lekker in hun mosbedje naast hem lagen. Soulsong geeuwde onhoorbaar en stond op eleer hij zich uit rekte en zijn grote poten hoog genoeg optilde om zijn sibblings niet wakker te maken. Soulsong glipte tussen de takken door naar de openplek om daar het waterige zonnetje van Newleaf in te stappen. Het rook fris en vochting, maar Soulsong genoot van de nog stille ochtend. Er waren al wat katten actief die samen tongend of met hun Apprenticesen bezig waren. Zelf was hij nog niet zo lang Warrior, maar hij verheugde zich wel al op een Apprentis. Maar dat kwam vanzelf wel. Soulsong liep richting de doorntunnel om daar door heen te lopen en wat verse prooi te gaan vangen voor de clan. Helaas werd hij gestopt nog voor Soulsong bij de ingang van de doorntunnel aankwam. Hun geroep had elke kat vast doen omkijken. 'He Bigfeet waar ga je die klossen uitlaten?' riep Waterfur luid en honend. Souldong had ze wel vaker genegeert, maar zijn woede van binnen werd met der tijd groter ennet als zijn verontwaardiging over hun gedrag. 'Niet dat het jullie muizenbreinen wat aan gaat maar ik ben van plan om mijn steentje bij te dragen door verse prooi te gaan halen. Door te gaan jagen iets wat muizenbreinen toch niet snappen.' zei Soulsong rustig en kalm. De twee katten snapte nooit dat ze Soul noog kwaad konden krijgen. Soulsong ging er maar voor het gemak erbij zitten. Ze zouden vast nog niet klaar zijn. Soulsong kon het ook niet helpen dat hij geboren was met exstra tenen aan zijn poten waar ook nog exstra klauwen bij aan zaten. Maar hij had er geen last van en kon prima rennen, jagen, klimmen en vechten ermee. Dus snapte Soulsong hun commentaar helemaal niet. Goed nu hadden hun gewone poten net als hun zusje Silvertail, maar Amberstream had enkel aan twee poten exstra tenen, maar Soulsong had ze aan alle vier zitten. De twee katers raasde nog even door tot ze merkte dat Soulsong niks meer terug zei. Hoewel zijn broer Amberstream gelijk opvliegend zou hebben gereageert op deze reacties. Soulsong zag dat ze weg liepen en stond weer op vervolgens de doorntunnel in liep en het ravijn omhoog klom om te gaan jagen in het woud. Zijn neus ving al snel de geur van prooi op en Soulsong zakte in jachthouding en sloop richting een konijn die zich te goed deed aan het verse Newleaf gras dat uit de grond omhoog was gekomen. Soulsong zakte iets verder door zijn grote poten en sloop dichterbij tot hij nog een staartlengte op afstand was van het etende konijn. Soul sprong en zetten zijn grote klauwen in zijn prooi en doden het meteen met een snelle beet. Het konijn had geen tijd gehad om de andere prooien te waarschuwen en dat deed Soulsong goed. Hij begroef het konijn om laten weer mee te nemen terug naar het kamp om de clan ermee te kunnen voeden, maar voor nu moest hij toch eerst meer verse prooi vangen om zelf voldoening te kunnen voelen dan over 1 of 2 a 3 prooien. Dat zou schamel zijn, maar te veel zou ook weer een verkeerde keuze zijn omdat de prooi dan geen tijd had gehad om zichzelf te kunnen voortplanten. Echter keek Soulsong op toen hij een ritselend geluid hoorde. Wie het ook was hij hoopte dat het niet weer een pestkop zou zijn?