Let's pay a visit to the Bloodclan [ Lítill + Starlingpaw ]

Met opgeheven staart liep hij voor Starlingpaw uit. Het was de grootste kolder dat de Bloodclan katten Kittypet's waren. Hij schudde zijn kop langzaam en versnelde zijn pas zodra hij merkte dat de andere leerling hem bijhield. Terwijl hij zijn poten in de sneeuw liet zakken bleef hij oplettend rondkijken of hij geen Thunderclan krijgers zag. Toen hij de grens over stak bij de Tallpines het Rogue territorium in was hij nog meer op zijn hoede.
Eigenlijk was hij benieuwd naar hoe de stand van zaken was bij Lítill en of hij de macht al had gekregen. Er waren wel verhalen die dat bevestigde maar hij wilde het graag horen uit de mond van de kater zelf. De open plek die ze moesten oversteken voordat ze in de buurt zouden komen van de schuur liet hij links liggen. Hij bleef toch een beetje in de buurt van de Tallpines. Al was het maar schijn veiligheid. Toch zou hij hier liever een Bloodclan kat aantreffen dan die op open grond waar hij geen kant op kon.

OOC; Eerst Lítill en dan Starlingpaw (:

Lítill lag in de schuur, zíjn schuur. Naja, zijn schuur? Die van hem en Miles. Lítill stond rustig op, er was hier geen kou, en het oude hooi hield hen warm. Lítill ging door de schuurdeur heen, en ademde de koude lucht in. Toen hij uitademde kwam er een witte rookwolk uit. Het weer was perfect voor deze tijd van het jaar. Grillig, kou, heerlijk. Echter trok iets zijn aandacht, een geur van ThunderClan niet te ver weg. Het kon een patrouille zijn die hij wel eens vaker zag als hij hen zou bespieden, of waren het misschien nieuwsgierige apprentices? Hij kon het niet weerstaan en liep op een kalm tempo het kamp uit. Toen hij dichterbij de geur kwam, ging hij ernaar toe sluipen, hij was bijna niet zichtbaar, door zijn bijna witte vacht kon hij zich hier goed verschuilen. Hij keek of hij de katten zag met zijn olijfgroene ogen toen hij opeens een kater zag, die hij kende. Maar wat deed die blauw-grijze kattin erachter? Dit kon nog wel eens interessant worden voor hem. Hij ging overeind staan, en liep richting de twee met zijn borst vooruit. "Bramblepaw." zei hij tegen de kater. "That's a time ago, How are you?" zei hij op een ietwat kille manier. "And who's that?" vervolgde hij toen hij even richting de andere apprentice keek.

Wat duurde dit lang, zeg. En wat als ze nou niemand tegenkwamen? Dan waren ze dat hele eind voor niets gelopen, toch? Toen ze eenmaal over de grens waren, bleef Bramblepaw staan en de grijze Apprentice fronste even. Lag het BloodClan kamp dan zo dichtbij..? Voordat ze iets kon vragen zag ze iets bewegen en haar groene ogen werden groot. Haar nekharen sprongen overeind, maar ze kalmeerde wat toen ze een wat kleine kat zag verschijnen. Misschien een Kittypet, want hij droeg een halsband.. met.. tanden? BloodClan..? "Bramblepaw." Haar ogen werden groot en ze keek even naar de oudere Apprentice. Dus hij kende wel iemand van deze Clan! "That's a time ago, How are you?" De kille toon waarmee de BloodClan kat sprak was haar al opgevallen, maar ze deed een stapje opzij. Een vieze verrader, dat was die Bramblepaw. "And who's that?" Vurig wierp ze een blik op het kleintje. "Starlingpaw en wie mag jij dan wel zijn?" Gromde ze vijandig.

Sneller dan verwacht trad de Bloodclan leider aan. Hij gaf de kater een knikje toen die zijn naam sprak. Al die tijden dat hij geen mentor had gehad had hij hier rondgezworven maar er wel voor gezorgd dat geen enkele kat dat door zou hebben. Voor het donker was hij altijd weer teruggegaan naar het kamp. "I'm fine Lítill. And you? Are you now Clan leader?" vroeg hij met een opgetogen stem. Het was nogal iets om een andere kat te doden en dan te worden geaccepteerd als leider. Hij zuchtte zacht en keek opzij naar Starlingpaw. Hij besloot de brandende vraag te stellen aan de kater voor hen. "Starlingpaw claims that all of the Bloodclan cat's are Kittypets. Is that true?" vroeg hij terwijl hij zijn kop wat scheef hield. Er waren immers ook katten van Clan's bijgekomen. En dat waren toch geen Kittypet's?

"I'm fine Lítill. And you? Are you now Clan leader?" voordat de kater ging antwoorden op de vraag wou hij weten wie dat poesje was. "Starlingpaw en wie mag jij dan wel zijn?" Hij lachte. "I'm Lítill, leader of BloodClan" zei hij killetjes tegen de apprentice voor hem. "Starlingpaw claims that all of the Bloodclan cat's are Kittypets. Is that true?" Lítill schudde zijn hoofd. "No way, Kittypets are too weak for BloodClan. Most are rogues or old Clan cats. Some are Kittypet, yes, but we only take them in when they are strong, and fearless." legde hij uit aan de twee apprentices. Kittypets? In BloodClan? Hoe kwamen ze dáár nu bij?

"I'm fine Lítill. And you? Are you now Clan leader?" Wat? Kenden die twee elkaar dan zo goed? Starlingpaw boorde haar nagels in de grond. Bramblepaw leek nu toch niet zo betrouwbaar. "I'm Lítill, leader of BloodClan" Ze wierp weer een blik op de kleine kater. Hij? Leader? Ja hoor. "Starlingpaw claims that all of the Bloodclan cat's are Kittypets. Is that true?" Ze legde haar oren in haar nek. "No way, Kittypets are too weak for BloodClan. Most are rogues or old Clan cats. Some are Kittypet, yes, but we only take them in when they are strong, and fearless." Dus ze zaten er wel in. De grijze Apprentice trok haar lip wat op. "Nou nu hebben we ons antwoord, we kunnen gaan." Gromde ze naar de andere Apprentice.

Nog voordat hij weer een vraag kon stellen onderbrak Starlingpaw hem waarna hij geërgerd opzij keek. Eindelijk, voor het eerst in moons had hij weer wat aanspraak. Dat afschuiven op het feit dat hij buiten was met de kille kou deed hij niet. Zijn blik ging over het lichaam van Lítill en het was overduidelijk dat die genoeg te eten had, en zo te ruiken was het geen Kittypet food. Haast onmerkbaar schudde hij zijn kop. Er waren dus wel degelijk geruchten die waar bleken te zijn. Een enkele kittypet was dus een Bloodclan lid.
Antwoord op zijn vraag was dus ja. Lítill was leider en had Icy weggejaagd. Zijn vacht prikte van opwinding toen hij dit hoorde. Het was hem echter niet ontgaan dat er naast hem nagels in de bodem geslagen werden. Met een korte blik naar de Bloodclan leider gaf hij aan dat hij langer wilde blijven. Maar zichzelf uitnodigen deed hij natuurlijk niet. Het was niet zijn territorium en hoewel ze hier op de grens stonden zou hij het toch plezanter vinden als hij een soort .. tjsja, hoe noemde je dat. Bodyguard had.

Starlingpaw trok haar lip op tegen hem en hij gromde boos terug. Waar was dat dan nu weer voor nodig? Immers alle katten hadden toch krijgersvoorvaderen en die kwamen ook eens per moon samen in vrede. Hij zuchtte diep en staarde naar zijn poten. De keuze trok aan hem en hoe meer hij erover nadacht hoe logischer het werd om naast Lítill te gaan staan en Starlingpaw aan te vallen. Ze wíst dat hij had rondgezworven en wat hij allemaal had gedaan in de afwezigheid van een mentor. Mentor... Hij draaide zijn kop terug naar Lítill alsof hij wachtte op orders. De kater had hem beloofd dat hij getraind zou worden door de Clanleader zelf. Misschien dat vandaag die tijd was dat er eens écht iets zou gebeuren. Iets wat alles eens goed op zijn kop zou zetten.