Mr. Sparrow liep rustig over een bosgebied heen. Hij had niet veel te doen, dus besloot hij maar om te gaan jagen. Hij stak zijn neus in de koele boslicht en rook haas en een... Sparrow? Hij grijnsde. Een naamgenoot, altijd leuk om mee te praten! Hij zag het al helemaal voor zich. Nee, dat zou hij natuurlijk nooit doen. Zó gek was hij nou ook weer niet! Hij zou deze mus lekker opeten. Hij watertandde al bij het idee van verse, warme vogel. Hij rende de geur, die redelijk ver was, achterna. Na een tijdje gerend te hebben, was de grond onder hem veranderd in een drassig gebied. Toen hij wilde stoppen met rennen, gleed hij uit! Baf! Jack voelde nog even de pijn in zijn hoofd en viel toen weg.
------
"Twiet twiet!" Een schel geluid klonk in zijn hoofd, toen hij kreunend wakker werd. Mr. Sparrow keek langzaam om zich heen. Wat was er gebeurd? Toen zag hij een Sparrow, een mus, vlakbij hem zitten. "Twiet twiet!" Deed het beestje weer. "Wat probeer je te zeggen, naamgenoot Sparrow?" zei hij zachtjes en hij kwam langzaam overeind. Iets hards prikte in zijn rug, en hij draaide zich om om te kijken wat het was. Een boomstam. Hij was dus tegen een boom aangebotst. altijd beter dan een aanslag, dacht hij in zichzelf. Hij draaide zijn kop weer naar het kleine vogeltje, en verschrikt vloog deze weg. "Vlieg, vlieg, kleine vogel!" riep Jack hem achterna. "Vlieg lieve Sparrow, en laat niemand je te pakken krijgen!"