Amberkit deed haar ogen open en zag dat ze in een bos was. Ze keek met haar ogen rond zoekend naar de plek waar ze naartoe moest gaan. Haar gevoel zei haar dat ze gewoon door moest lopen en dat deed ze dan ook. Rustig liep ze door het bos genietend van de heerlijke geuren. De geuren gaven haar het gevoel dat ze echt vrij was, maar er was ook een andere geur. Ze had de geur al wel eens eerder geroken en ze wist nu ook zeker wat het was. Het was een muis! Ze wist dat ze de muis waarschijnlijk niet kon vangen, maar proberen kon ze het altijd en dan kon haar moeder trots op haar zijn. Ze probeerde de plaats van de muis te bepalen en ze zag het diertje een eindje verder op hetzelfde pad als waar zij nu op liep. Ze begon dichterbij de muis te sluipen en het leek alsof het diertje haar nog steeds niet door had. Eindelijk was ze dichtbij genoeg en ze sprong, maar voordat ze bij de muis was werd alles zwart om haar heen.
Amberkit werd wakker en merkte dat alles wat ze net had meegemaakt maar een droom was geweest. Aan de ene kant baalde ze er wel van dat ze de muis niet had kunnen vangen, maar nu ze wist dat het niet echt was geweest was de teleurstelling toch minder groot, want ze had sowieso niks ook al zou ze de muis hebben gevangen. Ze liet haar ogen even rond de nursery gaan. Het was best wel rustig op dit moment, maar het was dan ook nog vroeg. Ze keek even door de ingang van de nursery naar buiten en merkte dat ze ook nog eens gelijk had gehad. De zon was al bijna boven de boomtoppen uit, maar nog niet helemaal. Het betekende wel dat er snel meer katten wakker zouden zijn. Ze stond zo voorzichtig mogelijk op, want ze wilde niemand wakker maken. Ze liep een eindje bij haar moeder en broertjes en zusje vandaan zodat ze ze niet zou storen. Ze strekte haar lichaam even en keek toen nog een keer de nursery rond. Ze had eigenlijk wel zin om te spelen, maar er was zo te zien nog niet echt iemand wakker of tenminste niet als ze het door had. Ze ging zitten en keek zoekend rond. Ze zocht naar iets wat ze zou kunnen gaan doen, maar er schoot haar niet iets te binnen. Misschien zou ze gewoon moeten wachten tot iemand wakker werd, want dan kon ze met diegene gaan spelen. Ze liep een paar keer heen en weer door de nursery, maar veel geduld had ze weer niet. Ze liep naar de ingang van de nursery en ging zonder iets tegen iemand te zeggen de nursery uit. Ze wilde graag wat meer zien, maar het kamp uit wilde ze ook weer niet, want dat zou haar grote problemen opleveren. Ze besloot dat ze wel even een rondje door het kamp kon gaan maken en dan zou ze wel zien als ze terug was of er iemand wakker was.
Na een rondje rond het kamp kwam ze weer bij de nursery. Misschien had ze nu meer geluk, maar ze wist het niet zeker. De zon was al wat hoger dan toen ze uit de nursery was gegaan en er zouden nu ook wel wat katten wakker zijn, maar of er ook iemand wakker zou zijn die met haar wilde spelen wist ze niet. Ze keek even richting de apprentices den en dacht aan hoe het zou zijn als ze een als ze een apprentice was, maar ze wist ook wel dat dat nog een hele tijd ging duren voor ze eindelijk een apprentice zou worden. Ze schudde de gedachte van haar af, als ze er nu al aan ging denken zou het straks alleen maar moeilijker worden. Ze keek nog even het kamp rond, maar ging daarna de nursery binnen. De warme melkgeuren kwamen haar neus binnen en ze voelde zich meteen weer veilig. Ze wachtte totdat ze iemand zou zien bewegen, want misschien wilde die dan met haar spelen.