|
| Lianne 64
| |
| Onderwerp: Goodbye sweet sister za 23 nov 2013 - 20:15 | |
|
I am done pretending. You have failed to find what's left. I will suck you dry again. Some are not worth saving. You are such a pretty mess I will choke the life within Senji werd om onbekende redenen plots wakker. Meteen was er geen spoortje slaap meer in zijn systeem en hief hij zijn kop omhoog, lichtelijk gedesoriënteerd. Hij was in slaap gevallen in een beschut bos niet ver van de clan territoriums vandaan tussen enkele stevige boomwortels. Hij was .. ongewoon op zijn hoede. Sinds hij een oranje gloed aan de horizon had gezien drie nachten geleden was hij langzaam maar zeker begonnen aan de terugreis naar zijn oude territorium. De jager had zich verkast op een oud boerderijtje die afgebrand was en waarvan alleen nog maar een oude schuur rechtop stond. Het was ver weg van de territoria en lag vrij hoog op in de heuvels. Voorzichtig alsof hij bang was ontdekt te worden door iets stak hij zijn kop door de boomwortels en tuurde hij tussen het bladerdak door naar de hemel. Enkele sterren danste hem bemoedigend toe. Hij vergrootte zijn zicht door uit zijn schuilplek te komen en tussen de bomen door te turen naar de maan die aan het ondergaan was. Zonsopgang was nog maar enkele luttele uren verwijdert van hem. Tijd om voor te maken. Senji rekte zijn verstijfde spieren uit en spitste zijn oren toen hij enkele kraaien luid hoorde krijsen. Het geluid kwam dichterbij en maakte hem verassend nerveus. Er hing een gore stank in het bos om hem heen die hij niet kon vergelijken met wat dan ook. Enkele dagen eerder had hij een hoopje kleine takjes en droge reepjes schors gevonden die helemaal zwart waren in het midden. Aan de geur te oordelen had het in brand gestaan. Ook lagen er glimmende dingen omheen waar een afschuwelijk zuur goedje in zat. Hij had de plek snel verlaten en kwam nu uit op de plek waar hij nu stond. Het was vreemd stil om hem heen. De bosdieren leken in afwachting van iets wat zelfs hij niet vanaf wist. Voorzichtig liep hij tussen de bomen door die lange schaduwen op hem neer wierpen. Elke stap was geluidloos maar leek zo oorverdovend in zijn oren. Hij werd nerveus van de stilte en de constante druk die op hem lag. Waarschijnlijk was dit de eerste keer dat hij dit dacht maar hij was daadwerkelijk blij om terug naar bekend en open terrein te trekken. Alles beter dan hier. Terwijl hij zich verder waagde in het diepe woud werd hij zich er sterk van bewust dat hij bekeken werd. Hij liep benedenwinds wat betekende dat wat hem ook bespiedde hem perfect kon ruiken en andersom niet. Senji bleef abrupt staan toen een takje luid knapte. Hij keek achterom en werd begroet door iets langs en glimmens wat enkele meters van hem vandaan recht naar hem keek. In de duisternis er achter zag hij iets anders. Iets groots en donkers.. het ademde zwaar en luid. Nu hoorde hij het pas. Als verstijft keek hij met zijn bleek groene ogen naar het ding. Er gebeurde niets. Het leek wel uren te duren. De minuten kropen tergend langzaam voorbij terwijl Senji recht in het donkere oog van het lange, metalen ding staarde. Zijn staart was uitgedikt en zijn hart klopte wild in zijn oren. En toen, langzaam, trok het ding zich terug en ging de donkere gestalte langzaam op in de duisternis. Met bonzend hart nam Senji zijn voorbeeld en schreed hij voorzichtig terug de struiken in richting de territoria.
Now you want to take me down As if I even care I am the monster in your head And I thought you'd learn by now. It seems you haven't yet I am the venom in your skin and now your life is broken Met zijn oren plat naar achteren landde hij aan de andere kant van de struik en duurde het even voor hij verwerkte dat het net was geweest. Één ding was zeker het was te groot voor hem om aan te kunnen. Ook was het zeker dat de dieren om hem heen leken te voelen dat het mis was. Maar waarom viel het ding niet aan? Senji had nog nooit een tweebeen gezien voor zover zijn kennis strekte. Was het een tweebeen? Terwijl hij weer zijn pas hervatte, mogelijk nog lichtvoetiger dan eerst, liet hij de mogelijkheid door zijn kop rollen. Tweebenen waren de ergste van het ergste volgens mijn lieve zuster .. wat vertelde ze me nou eens over tweebenen? Hij perste zijn ogen dicht alsof hij het daardoor beter zou kunnen herinneren en begrijpen. Hij kon haar irritante stem al bijna hard op horen alsof ze naast hem stond. De woorden echter waren een onherkenbare stroom en leken niet duidelijk. Achteloos tikte hij een kiezel opzij terwijl hij een kleine opening op struinde. Zijn poten brachten hem automatisch waar hij wilde of beter moest zijn. Het was nog een lange weg voor hij er was maar zijn geest zat nu op een ander item. Toen schoot het hem plots te binnen. ”Je ziet ze niet vaak hier in de territoria maar ze zijn er wel. Bij ThunderClan zit een bepaald gebied waar de tweebenen het bos eerst weghalen en dan weer opbouwen ..” Hij fronste. Haar kittenstemmetje echode in zijn geest. ”Tweebenen lopen altijd op twee poten en hebben een lelijk plat gezicht en ze wonen in grote hoge nesten en waar één is zijn er altijd twee.” Een onbehagelijk gevoel bekroop hem terwijl hij zijn nekharen op voelde reizen en zijn schouders aanspande. Meer dan één? Senji beet op zijn lip. Hoe had in godsnaam deze informatie kunnen vergeten? Hij herinnerde zich dat hij haar vreemd aangekeken had en oprecht geïnteresseerd had gevraagd hoe ze dat allemaal wist. Ik had er eentje gezien, had ze destijds gezegd maar Senji wist toen wel beter. Het vreemde was dat toen hij naar zijn vader ging dat hij haar woorden ook beaamde. ”Waar ze gaan en staan laten ze een enorme ravage achter en je kunt ze heel gemakkelijk horen aankomen. Ze hebben een heel slecht zicht en lopen niet zo snel, dus Coyotekit, als je er ooit eentje ziet ren je meteen terug naar veiligheid maar niet naar het kamp! Je kunt ze er heel leiden” Miauwde de zware stem van zijn vader door zijn hoofd. Gemakkelijk horen aankomen .. slecht zicht .. niet snel lopen. Hij kon ze dus gemakkelijk achterlaten als hij er een sprint opzette. Maar het baarde hem zorgen dat hij ze niet had horen aankomen en het was vrij schemerig geweest terug in het bos.. ze zagen hem perfect en hij zag hen niet. Senji stapte rusteloos de open weide op van WindClan en haalde diep adem. Nervositeit suisde nog door zijn aderen terwijl hij zijn tocht voorzette. De zon was al omhoog aan het kruipen en de horizon begon al oranje te worden. Hij rook een verse patrol en toen hij wat zag bewegen in de verte week Senji af en zocht hij de beschutting van de lager gelegde heuvels op. Hij was niet uit op een confrontatie. Hij wilde enkel en alleen naar zijn territorium.
After the lights go out on you. After your worthless life is through. I will remember how you scream. I can't afford to care I can't afford to care. Senji overtrok het WindClan territorium iets sneller dan voorheen. Zijn poten brachten hem steeds dichter bij SkyClan territorium. Hij verwachtte toch wel half en half een WindClan patrouille tegen te komen. Maar dat bleef uit. Namaten zijn oude territorium terug kwam leken zijn spanningen een beetje te verdwijnen. De rode gloed die de opkomende zon voorspelde deed hem denken aan de gloed die hij drie dagen geleden aan de horizon had zien verschijnen. Nog steeds wist hij niet of zijn vermoedens waarheid waren. Elke stap dichterbij bracht een afwachtend gevoel met zich mee. De hooglanden begonnen weer even te worden en in de verte zag hij al de Moedermuil. Daar links zou zijn territorium liggen net over die hoge heuvel heen. Hij versnelde zijn pas tot een rennende versnelling en schoot pijlsnel tussen het ongelijke landschap door. De heuvel af richting het stinkende pad waar de tweebenen overheen reden. Bij het idee aan tweebenen ging zijn pels weer recht overeind staan. Alles wat met ze geassocieerd werd was nou niet bepaald bevorderend voor zijn humeur. Tot nu toe was hij één keer een tweebeen tegen gekomen en die ene keer volstond ruim voor de toekomst. Senji ging weer langzamer lopen toen hij het donderpad naderde. Voorzichtig sloop hij dichterbij. Hij kon geen monster horen aankomen. Het was opvallend stil geworden .. wat hem een onheilspellend gevoel gaf. Voorzichtig stak hij zijn kop door een kluit varens en keek hij van links naar rechts. Van geen enkele kant leek een groot monster te komen. De kust was veilig. De Bengaal sprong het verharde pad op en draafde er overheen. Met een gracieuze sprong landde hij aan de overkant en begon zijn klim naar boven. De heuvel was niet al te steil maar zijn poten leken om een of andere reden er toch moeite mee te hebben. Hij ademde zwaar en voelde hoe de Coyoteleap in hem nerveuzer begon te worden namaten de top van de heuvel naderde. Boos drukte hij zijn 2de zelf weg en liep hij door. Kalmeer jezelf. Kijk niet om en kijk niet naar voren. Met bonzend hart klom hij de afschuwelijk groene heuvel op en rechtte zich op.
I am suffocating. You have failed to pull me in. I will drag you down again. Life is unrelenting. Feeding lies into my head I will feed the lies you live
Normaal zou hij blij moeten zijn. Eindelijk hadden zijn verdorven clan genoten gekregen wat ze verdiende. Het zat er aan te komen voor ze en StarClan was zeer genereus geweest met het uitdelen van de zeis.. Onzeker wat te denken of te doen besloot hij om maar gewoon te blijven staan. Zwijgend staarde hij naar beneden. Nog steeds probeerde zijn brein de foto die zijn ogen doorstuurde te registreren. Het hele territorium was één grote verwoesting. Niets stond meer rechtop. De grond was dor en kaal en er hing een permanente zwavelgeur in de lucht vermengd met de stank van dood. Bomen waren totaal omgehaald en sommige waren zelfs geheel verkoold. Heel langzaam knipperde hij terwijl zijn poten begonnen aan de afdaling. Hij voelde zich merkwaardig verdoofd maar besloot zijn gevoelens deze keer niet te uitten. Hij concentreerde op de blije gedachten dat heel misschien zijn zuster ook was verkoold zoals de bomen en de struiken. Dat bracht een macabere glimlach op zijn gelaat. Een mager, zwak glimlachje.
Now you want to take me down as if I even care. I am the monster in your head. And I thought you'd learn by now. It seems you haven't yet I am the venom in your skin. And now your life is broken. Stilletjes naderde hij het kamp. Zijn poten veroorzaakte kleine aswolkjes tijdens het lopen. Ook in de ravage was het niet moeilijk te vinden. Hij had het talloze keren bewandelt. De stilte die om hem heen hing drukte als een ijzersterke, onzichtbare klauw op hem neer en maakte hem bijna onrustig. Bijna. Hij klom op een inktzwarte boomstam en verplaatste zijn gewicht zodat hij er niet doorheen zou zakken. Er was geen twijfel mogelijk. De kuil die vol as en verbrande takken lag was het kamp geweest. Senji hief zijn kop op en inspecteerde elke mogelijke centimeter die hij kon vinden. Één ding was zeker. Er waren hier katten gestorven. Hun verkoolde lijkjes waren dan misschien weg- maar het kon niet zo zijn dat de hele Clan had overleeft. Toch? Met een schamper gesnuif moest hij bekennen dat het best waar kon zijn. Al eerder hadden al zijn clan genoten de grens overschreden. Ooit zou hij ook naar de beloofde landen gaan- maar daar had hij nog geen zin in. Lenig sprong hij van de stam af en begon huiswaarts te keren. Hij had genoeg gezien.
After the lights go out on you. After your worthless life is through. I will remember how you scream. I can't afford to care I can't afford to care Hoewel hij haar alleen aan hoorde komen en haar geur in eerste instantie niet perse rook wist hij al dat zij het was. Zijn poten kwamen tot stilstand en er viel een hele lange stilte. Van haar kant af was het ook stil geworden. Ze was gestopt met lopen. Terwijl hij met zijn rug naar haar toe gekeerd stond en luisterde naar de doodse stilte om hem heen. Pas toen hij haar geur oppikte- en rook dat die vermengd was met de geur van de ThunderClan sloeg de hilariteit pas echt toe. Hij slikte zijn gelach in maar wist dat zijn plezier doordrong in zijn stem. “Zie je het, zuster?” Het puntje van zijn staart ging absent heen en weer. Zijn bleek groene ogen sloten zich. “Je territorium is verwoest en je kamp is verdwenen. Hoe moet dat nu verder?” Zei hij zonder directe aanzet. Hij overwoog voor een tel zich om te draaien maar hij herstelde zich. Ze zou hem nu kunnen pakken en er een eind aan maken. Zo zijn nek doorbijten en zijn hart er uit klauwen wat ze ongetwijfeld al had gewild. Zo simpel en zo macaber. “Wat stink je, zuster-lief” Miauwde hij plots, doelend op de zure ThunderClan geur om haar heen. Hij vond dat zo grappig dat hij zich uiteindelijk omdraaide en haar recht in die afschuwelijk blauwe ogen keek. De aanblik van haar alleen al bracht bitter gal in zijn keel. Ze was nu net als hij. Een eeuwige buitenstaander. Een eenling in haar eigen clan. “Is het niet geweldig?” Zijn mondhoeken krulde om en zijn tanden waren ontbloot in een pure, gemeende glimlach van blijdschap. “In zekere zin ben je nu net als ik. Vader zou trots zijn” Zong hij met een mierzoet stemmetje. Eindelijk waren ze weer gelijk.
I can't afford to care + Dogdance Silverfang mag altijd inspringen Gloating, I plant the seed inside your head. Right away, watch it grow.Destroying your insides, pleading to comfort you. With my sadistic ways I watch the tears fall.
I crack a smile ✟ |
| | | Babs 1452
| |
| Onderwerp: Re: Goodbye sweet sister zo 24 nov 2013 - 19:17 | |
| De as kleefde licht aan haar pootkussentjes en kleurden deze duister. Een zachte zucht rolde als een briesje van haar lippen af terwijl ze haar kop schudde. Waarom bleef ze het dan ook proberen? Terug te komen naar het Skyclan gebied? Ze bleef kinderlijke illusies houden alsof het ooit weer terug zou komen. De keiharde waarheid moest ooit eens bij haar doordringen. Het zou nooit terug komen. Ze was vanaf nu een Thunderclan kat en zou dat altijd moeten blijven. Een miserabel gevoel doemde op in haar maag toen ze hierover nadacht. Ze had de woorden ook aan Silverfang verteld toen hij haar hier tegen kwam, voordat ze ruzie kregen. Ze zou nooit een echte Thunderclan kat kunnen worden in hart en nieren. Nooit. Ze was zich hier pijnlijk erg van bewust. Ze schudde haar fijn gebouwde kopje licht en liet een nieuwe zucht ontsnappen. De geschroeide bomen waren mistroostig en maakten teveel in haar los. Misschien was het beter als ze terug zou keren naar de Thunderclan en daar zou blijven deze keer.
Een bekende geur bracht haar echter tot alertheid en liet een huivering over haar rug lopen. Haar ogen sperden zich wat open en langzaam en geleidelijk kwam ze tot een halt. Sidderend haalde ze eventjes adem. Coyote was hier. Of nee wacht, hoe noemde dat stuk ongeluk zichzelf tegenwoordig? Senji was het niet? Ze had hem eerst nooit toe durven dragen dat hij misschien onder één hoedje had gespeeld met Seamus, maar nu was ze er steeds zekerder van, zeker toen hij de laatste winter de naam liet vallen, gezegd had dat hij alles wist. Hoe kon hij? Hoe kon nog aan de kant van die kater staan als hij wist wat hij allemaal gedaan had? Al snel kwam broer lief tevoorschijn en Dogdance vernauwde haar ogen iets. Ze zou zichzelf dit keer niet zo laten gaan, ze gunde hem die lol niet, hoe naar en hatelijk zijn woorden ook waren. "Ik denk dat jij het beter zal weten dan ik, niet, broertje van me?" Miauwde ze, met dezelfde hatelijke ondertoon. Werkelijk waar broer en zus. "Ik bedoel, jij bent uit de clan getrapt, ik niet." Miauwde ze quasi-luchtig. Ze zwiepte wat geërgerd met haar staart. "For the record, jij ruikt ook niet bepaald naar roosjes, eerder alsof je door een mesthoop bent gekropen en terug." Nu kwam er pas echt een bijna kwaadaardige grijns op haar lippen. "Maar goed, daar ben je ook een rogue voor en ook geen haar beter dan de rest." Maar toen hij woorden over hun ouders begon te reppen, vertrok haar gelaat. Haar stem verlaagde zich tot gesis. "Onze ouders waren nobele krijgers. Trots zullen ze op jou niet zijn, stuk ongeluk dat je bent." Ze zwiepte geagiteerd met haar staart. "Ik heb alweer nieuwe vrienden in mijn clan, bondgenoten, integenstelling tot jou, die altijd alleen zal staan. SkyClan leeft voort in de harten van elke clan." |
| | | |
| Permissies van dit forum: | Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum
| |
| |
| |