'Mouse-brain !' riep Mooncloud. De spitsmuis liep als een bezetene weg van de grote, grijze kater. De kater's groene ogen volgde de muis met gemengde gevoelens. Net toen hij eraan dacht om die muis achterna te gaan, hoorde hij gesnik. Zijn nekharen kwamen overeind. 'Iedereen mag hier zijn, het is Fourtrees', dacht hij bij zichzelf. Hij zakte in sluiphouding en sloop, geruisloos en stil, over Fourtrees, richting het gesnik. In een struik, net op het Fourtrees terrein, lag een zwart-witte poes te huilen.
'He, Swiftfur, was het niet ? Wat is er?' vroeg Mooncloud. Hij likte haar oor om haar te troosten. 'Ik doe je niets, zeg het maar,' moedigde hij Swiftfur aan.