De kater had een geur gevolgd in de richting van de Carrionplace. Deze geur was afkomstig van een mentorloze Apprentice: Cactuspaw. Hij wilde weten waar deze kater vaak uitspookte, en dat had hem hier naartoe gebracht. De zwarte kater trok zijn neus op voor een paar rotte prooien een stuk verderop, wat stonken die dingen hier zeg. Hij herinnerde zich nog toen hij hier met Snowypaw, nu Snowynights, kwam. Hij greens eventjes, ze was zijn beste leerling tot nu toe geweest. Thrushdive was altijd wat anders geweest, en Beaverpaw was totaal anders. Hij zag de bruinige gestalte zitten op een hoop rottend hout. Frostlake kwam dichterbij, en keek naar de kater. "Je zou eens wat meer moeten doen dan tijd verspillen," miauwde hij wat kortaf en keek naar het katertje. "Ook al heb je geen mentor, je zou je op z'n minst nuttig kunnen maken voor de Clan, en niet hier een beetje lopen rond hangen, élke dag." Hij legde de nadruk op elke, aangezien hij had geroken dat de geur van dit katertje hier op veel plaatsen was te ruiken.